Omschrijving onderdeel 6: KOETSHUIS.

Terzijde van het huis staat een witgepleisterd koetshuis uit 1840 (zie inscriptie sluitsteen J.C.W./F.V.L./1840). Het op geknikte, L-vormige grondslag opgetrokken pand onder een met Oud-Hollandse pannen gedekt samengesteld mansarde- en schilddak bestaat naast het koetshuis uit een oranjerie met kas aan de zuidzijde en een in 1900-1915 gebouwde voormalige koetsierswoning aan de noordwestzijde. Behalve de woning, die twee bouwlagen telt, bestaat het gebouw voor het overige uit anderhalve bouwlaag. De voorgevel van het koetshuis heeft centraal een getoogde dubbele inrijdeur geflankeerd door half ronde stalvensters met rechts een deur en op de verdieping een luik en tweeruitsvensters. Aan de linkerzijde hiervan de schuin weglopende gevel van de oranjerie waarvoor een kas op stenen fundament met ijzeren frame voorzien van glas en links in de zijgevel een dubbele tuindeur met halfrond bovenlicht. De achtergevel van het koetshuis heeft centraal een getoogde dubbele inrijdeur geflankeerd door half ronde stalvensters met links een deur. De woning heeft de ingang aan de westzijde en kent een vrij onregelmatige gevelindeling met twee toegangsdeuren met boven- en zijlichten, dubbele tuindeuren, vierruits stolpvensters met gedeelde bovenlichten en een gekoppeld stolpvenster.

Waardering

Het KOETSHUIS is van algemeen belang:

- vanwege de ouderdom;

- vanwege de architectonische vormgeving;

- als karakteristiek en functioneel onderdeel van de buitenplaats;

- vanwege de ensemblewaarde.