Registergegevens

Monumentgegevens

Monumentnummer
521103
Complexnummer
521100 - Complex De Schans
Inschrijving register
Kadaster deel/nr
82689/9
Kadastrale aanduiding
Tilburg S 5938
De Schans 123, 5011 EN te Tilburg
Schumannpad 1, 5011 EV te Tilburg

Omschrijving

Inleiding

In 1902 werd ten oosten van de pastorie in opdracht van de Congregatie van de Zusters van Liefde een KLOOSTER gesticht, aanvankelijk bekend als het 'Liefdesgesticht op den Heikant', later aangeduid als Sint-Leonardusgesticht. Het klooster bestond aanvankelijk uit het huis van de kinderen van de wever-koopman Bernardus Somers. De grond voor de bouw van het kerkelijke centrum werd door hen geschonken. Het was een evenwijdig aan de rooijlijn opgetrokken eenlaags woonhuis van vijf traveeën uit 1872. Dit werd in 1907 uitgebreid met drie traveeën en een tweede bouwlaag. Links verees een haaks hierop gebouwde tweelaagse vleugel naar een ontwerp van architect C.F. van Hoof. In latere jaren onderging het klooster enkele wijzigingen (1918, 1928-1929 naar plannen van Th.N. Kennis, 1931, 1939). In 1977-1978 kreeg het voormalige klooster de bestemming van wijkcentrum waarvoor het interieur ingrijpend werd verbouwd.

Omschrijving

Op een, ten opzichte van de rooilijn dwarsgeplaatste, asymmetrische T-vormige plattegrond in baksteen opgetrokken tweelaags gebouw onder samengesteld zadeldak gedekt met leien in Maasdekking.

Aan de voorzijde bestaat het gebouw uit een risaliserende trapgevel en een rechte gevel onder zadeldak gedekt met lei in Maasdekking. Beide gevels zijn voorzien van strengpers speklagen. In de symmetrische trapgevel op de begane grond en de eerste verdieping elk twee achtruits schuifvensters met een tweeruits bovenlicht onder getoogde strek en hardstenen dorpel. In de top twee smalle, rechthoekige drieruits vensters onder spitsboog. In de boogvelden van de vensters een mozaïek van bak- en strengpersstenen. Tussen de twee vensters een spitsboognis omlijst door een band van rode strengpersstenen.

In de nis, ter hoogte van de boogaanzet, een hardstenen ('witte Morleijsteen') baldakijn voorzien van kantelen waaronder een hardstenen beeld is geplaatst voorstellende de H. Leonardus van Veghel met om zijn nek een strop, de rechterhand in het zegengebaar opgeheven. In de linkerhand heeft hij een schotel waarop zijn afgebeeld een kelk met hostie boven twee gekruiste sleutels. Onder de nis een hardsteen met inscriptie 'St. Leonardus'. De gevel eindigt in een trapgevel met uitkragende schouders. De treden zijn afgedekt met hardstenen dekplaten.

De rechte gevel, met in totaal acht vensterassen, bestaat uit twee delen. In het linker deel van de gevel bevinden zich op beide verdiepingen vijf symmetrisch geplaatste vensterassen met op de begane grond centraal een vernieuwde geheel glazen deur. De ingang is omgeven door een gestucte lijst, aan de bovenzijde bestaand uit een hoofdgestel rustend op colonetten met balustervormige kapitelen. Boven de deur een bovenlicht met afgeronde hoeken. Rechts naast de deur een baksteen met inscriptie '24/4/1872'. Aan weerszijden van de deur twee zesruits schuifvensters welke middels een hardstenen cordonlijst met elkaar zijn verbonden. Deze vensters zijn, in tegenstelling tot de zesruits vensters op de verdieping, voorzien van een gestucte lijst met kuif. In het boogveld een mozaiek van bak- en strengpersstenen. Het sobere later aangebouwde rechterdeel deel van de voorgevel bevat drie vensterassen met zesruits vensters en is teruggelegen ten opzichte van het eerder beschreven deel. Alle gevels aan de voorzijde zijn voorzien van een hardstenen plint.

De linkerzijgevel van de risaliserende trapgevel is, middels vijf afgeschuinde steunberen met hardstenen dekplaten, over de twee verdiepingen verdeeld in zes traveeën. Vanaf de voorgevel zijn achtereenvolgens in de traveeën geplaatst een venster zoals aan de voorzijde, in de volgende twee traveeën een zelfde venster met echter in het boogveld een eenvoudig bakstenen mozaïek, vervolgens een klein zesruits venster en in de laatste twee traveeën een klein getoogd vierruits venster onder getoogde strek. Op de verdieping in de eerste travee een venster zoals aan de voorzijde, in de volgende traveeën een ijzeren spitsboogvormig achtruits venster met hardstenen dorpel. De laatste travee wordt ingenomen door een vierkant getoogd venster onder getoogde strek. De zijgevel wordt in de eerste twee traveeën aan de bovenzijde afgesloten door een bakstenen fries, vanaf de derde travee overgaand in een dubbele tandlijst. In de rechterzijgevel op de begane grond en de verdieping twee zesruits vensters zoals in de voorgevel. De vensters op de verdieping bevinden zich geheel rechts in de gevel. Het achterste deel van de gevel is later opgetrokken en wordt evenals een deel van de achtergevel ingenomen door een recente eenlaagse uitbouw. De achtergevel wordt op de begane grond grotendeels ingenomen door de recente uitbreiding. Links een dwars op de voorbouw geplaatste vleugel onder mansardedak met daarvoor eenzelfde zij het lagere en smallere uitbreiding. In het voorste deel, afgedekt met gevelpannen, in de top twee rechthoekige en op de verdieping een samengesteld venster. In de erachter gelegen uitbouw, voorzien van windveren, een branddeur met bovenlicht waaronder een deels beglaasde deur met bovenlicht. In de centrale achtergevel, met bakstenen fries, op de verdieping enkele vierruits vensters. De begane grond wordt ingenomen door een eenlaagse latere uitbreiding. In de zijgevel van de vleugel uit 1907 bevindt zich op de verdieping een rechthoekig venster en twee spitsboogvensters welke behoren bij de kapel. Onder de goot een tandlijst. De achtergevel van deze vleugel is recent geheel vernieuwd.

In het interieur is op de verdieping van de vleugel uit 1907 nog aanwezig de driezijdig gesloten kloosterkapel. Tegen de muren lisenen (deze zijn tot op ca. twee meter boven de vloer verwijderd) waarop consoles die de spitsboogvormige transversaalbogen dragen. Tussen de lisenen dunne gestucte spitsboogvormige lijsten. Tussen de transversaalbogen gestucten stergeweven. In de sluiting twee rijkgesneden paneeldeuren met kozijn. In de 'westgevel' van de kapel een kleine zangtribune met houten balustrade. Elders op de verdieping zijn nog aanwezig enkele paneeldeuren en ingebouwde kasten met gedeelde paneeldeuren. Het klooster is aan de straatzijde omgeven door een smeedijzeren hekwerk op een laag, uit bak- en strengpersstenen vervaardigd muurtje waarin enkele hardstenen elementen.

Waardering

Het klooster is van algemeen belang. Het heeft cultuurhistorische waarde als uitdrukking van een culturele, sociaal-economische en geestelijke ontwikkeling welke zichtbaar is in de bewaard gebleven structuur van landschap en bebouwing. Het heeft architectuurhistorische waarden wegens de stijl en als voorbeeld van het werk van de architect Van Hoof.

Het heeft ensemblewaarde als deel van een complex, dat tevens van belang is wegens de historisch-ruimtelijke waarden die tot uiting komen in de samenhang van de functies van de bebouwing, de schaal en de relatie met de open ruimten. Het klooster is bovendien van belang vanwege de gaafheid en de samenhang met het gehele ensemble.

Dit monument maakt onderdeel uit van complexnummer 521100. Hier vindt u meer informatie over het complex en de bijbehorende monumenten.

Overige gegevens

Oorspronkelijke functies

Hoofdfunctie Hoofdcategorie Subcategorie Functie Verbijzondering Toelichting
Ja Religieuze gebouwen Klooster, kloosteronderdl Klooster Augustinessenklooster Orde Zusters van Liefde

Bouwactiviteiten

Werkzaamheid Van Tot Nauwkeurigheid Toelichting
vervaardiging
1902
1902
exact
verbouwing
1907
1907
exact
verbouwing
1918
1918
exact
verbouwing
1928
1929
exact
Door architect T.N. Kennis
verbouwing
1931
1931
exact
verbouwing
1939
1939
exact
verbouwing
1977
1978
exact

Bouwstijlen

Bouwstijl Zuiverheid Toelichting Rijksmonumentnummer
ambachtelijk-traditionele bouwtrant
invloeden

Ambachten

Vakman Beroep Toelichting
Hoof, C.F. van ; Noord-Brabant
architect / bouwkundige / constructeur
Betreft ontwerp vleugel