Registergegevens

Monumentgegevens

Monumentnummer
522218
Complexnummer
522217 - Zuidwijk
Inschrijving register
Kadaster deel/nr
82979/109
Kadastrale aanduiding
Wassenaar C 1424
Rijksstraatweg 247, 2245 AB te Wassenaar

Omschrijving

Omschrijving onderdeel 1: HOOFDGEBOUW

Inleiding

In oorsprong aan de zuidoostzijde van het voorplein van het verdwenen kasteel gesitueerde 17de-eeuwse bouwmanswoning met L-vormige plattegrond is het HOOFDGEBOUW (1) in verschillende perioden tot stand gekomen. Sinds de 18de eeuw fungeerde deze tevens als rentmeesterswoning met stal en ontleent zijn hudige aanzien in hoofdzaak aan veranderingen die plaats hebben gevonden in 1906 en 1928, toen het het karakter kreeg van het hoofdgebouw op de buitenplaats. In deze periode is ook het melkhuisje toegevoegd. Het hoofdvolume is het restant van een 18de-eeuws langhuis voor de pachter met aan de zuidoostzijde een gedeelte voor de verpachter, voorzien van een onderkelderde opkamer. Deze splitsing is als zodanig nog herkenbaar, alleen de kelder is verdwenen. Omstreeks 1760 is door Carel George van Wassenaer van Obdam (1733-1800) tegen de zuidoostzijde de dwarsvleugel vervangen door een paviljoen, waarvan de pendant vermoedelijk niet is gerealiseerd. Stilistisch vertoont de rentmeesterswoning overeenkomst met het tegenovergelegen koetshuis (3). In 1906 vond voor de huurder A. van Hoboken van Hoedekenskerke een ingrijpende verbouwing plaats waarbij ten koste van de kelder een ruime hal werd gemaakt, die uitkwam op de dwarsgeplaatste gang aan de achterzijde van het huis. De twee vertrekken links ervan werden samengevoegd tot eetzaal. Aan de achterzijde werden een serre en een bijkeuken met erboven een balkon bijgebouwd. Er kwam een trappenhuis voor het personeel en op de verdieping werden kamers gemaakt. De zuidwestgevel werd verhoogd met een klokgevel en boven de bijkeuken kwam een kinderkamer met daarop een balkon, beide in Oudhollandse stijl. Bij een verbouwing in 1928 in opdracht van mevrouw A. van Dusseldorp-Ruys is door D. Roosenberg de serre vervangen door een nieuwe serre/tuinkamer en vond een modernisering plaats, die vooral herkenbaar is door de toepassing van stalen kozijnen.

Omschrijving

De samengestelde hoofdmassa heeft in hoofdvorm een langgerekte, Z-vormige plattegrond. Het langgerekte éénlaagse middendeel wordt gedekt door een schilddak, waarop aan de achterzijde (zuidoost) een afgeplat schilddak aansluit. Aan de zuidwestzijde bevindt zich een tweelaags paviljoen onder een mansardevormig geknikt tentdak, bekroond door een zinken piron. Aan de zuidoostzijde sluit hierop een tweelaags deel aan dat wordt gedekt door een plat dak met aan één zijde een lessenaarsdak en een éénlaags deel met balkon. Het langgerekte hoofdvolume heeft aan de tuinzijde (zuidoost) diverse één- en tweelaagse aanbouwen, merendeels onder plat dak. De met gesmoorde Hollandse pannen gedekte daken zijn afgewerkt met loden nok- en hoekkepers. Er bevinden zich diverse schoorstenen, sommige met windkap. Het hoofdvolume wordt aan de noordoostzijde afgesloten door een dwarsgeplaatst éénlaags bedrijfsgedeelte onder schilddak. Tegen de noordwestgevel is een klein melkhuisje onder lessenaarsdak geplaatst. De gevels zijn opgetrokken in grauwe baksteen (kruisverband) met rollagen, dan wel aan de onderzijde met getoogde strekken boven de gevelopeningen. De overwegend rechte gevelopeningen hebben bij het hoofdvolume zesruits schuiframen en het paviljoen meerruits schuiframen met aan de bovenzijde getoogde bovenlichten. Het in 1928 gewijzigde deel is voorzien van stalen kozijnen in verschillende vormen met hardstenen lekdorpels. De aan de pleinzijde gelegen voorgevel (noordwest) is een door een geprofileerde houten gootlijst afgesloten langsgevel, die ter plaatse van de geheel rechts gesitueerde entree met een bouwlaag is verhoogd. De gootlijst volgt hier het beloop van het rondboogvormige twaalfruits schuifraam. De (vroeg 20ste-eeuwse) entree eronder bestaat uit een paneeldeur met ruitjes, voorzien van roedenverderdeelde zij- en bovenlichten. Links daarvan bevindt zich tussen twee oorspronkelijke zesruits schuiframen een vroeg 20ste-eeuwse dubbel openslaande éénruits terrasdeur met luiken en bovenlicht, voorzien van een gietijzeren levensboom. Links ervan (in de middenas van de gevel) bevindt zich de oorspronkelijke entree met gewijzigde paneeldeur en achtruits bovenlicht, afgedekt door een keperboogvormig gepleisterd ouder bouwfragment (een wapenschild met krans in haut-reliëf). Erboven doorsnijdt een door een spiegelboog afgedekt zolderluik met vier ruiten de gootlijst. Links ervan bevindt zich een erker in historiserende trant met links daarvan een oorspronkelijk zesruits schuifraam, waarna de gevel wordt afgesloten door de entree naar de voormalige keuken, bestaande uit een paneeldeur met achtruits bovenlicht. In het dakvlak erboven bevinden zich aan weerszijden van het genemde luik twee dakkapellen met dubbel openslaande ramen, waarvan de twee middelste kopieën zijn van de buitenste. Tevens zit een identieke dakkapel in het noordoostelijke dakschild. Aan de pleinzijde en aan de zuidwestzijde heeft het paviljoen tussen een hardstenen plint en een zwaar hoofdgestel een middenrisaliet, waarin zich op de begane grond en verdieping één venster bevindt. Drie van de vensters zijn voorzien van persiennes. De schuiframen hebben op de begane grond twaalfruits roedenverdeling en op de verdieping zesruits. Twee dakschilden hebben een 18de-eeuwse dakkapel met voluutvormige wangen en spiegelboogvormige afdekking. Rechts van het paviljoen sluit aan de zuidoostzjde een tweelaags deel met lijstgevel aan, waarin een iets risalerende klokgevel is opgenomen. Deze wordt bekroond door een rondboog, die de omlijsting vormt van een roedenverdeeld schuifraam. Op de eerste verdieping bevindt zich een 18de-eeuws schuifraam, vergelijkbaar met die van het paviljoen. De gevel eindigt met een tweelaagse aanbouw, die wordt afgesloten door een balkon met balustrade. Op de begane grond bevinden zich vier vroeg-20ste-eeuwse vensters met roedenverdeling en luiken. De uitbouw heeft op de begane grond aan de tuinzijde (zuidoost) rechts een smal venster met diefijzers en op de verdieping twee vensters met getoogde kozijnen, luiken en gewijzigde ramen. Het balkon is via een tweelaags bouwdeel met klokgevel toegankelijk via een dubbele deur onder een getoogd vierruits bovenlicht. Rechts ervan bevindt zich een roedenverdeeld raam. Rechts van de uitbouw bevindt zich een drietal uitbouwen onder plat dak van verschillende hoogte. Het hoofdvolume is aan de tuinzijde verhoogd met één bouwlaag onder plat dak, waarvoor zich links een raam- en deurpartij bevindt. Rechts van de erker bevindt zich een rond venster. Tegen de rechter zijgevel van de uitbouw bevindt zich een kleine houten erker, die doorgaat tot de eindgevel van het hoofdvolume. Haaks op deze eindgevel is het dwarsgeplaatste 18de-eeuwse stalgedeelte onder een lessenaarsdak geplaatst. De uit rode baksteen opgetrokken gevels hebben een wit gesausde plint. Beide kopgevels hebben een zolderluik. De noordwestelijke kopgevel heeft tevens een opgeklampte dubbele staldeur. De langsgevel (noordoost) heeft onder meer een opgeklampte staldeur en twee gietijzeren segmentboogvormige stalvensters. In het verlengde van de noordwestelijke kopgevel bevindt zich een tuinmuur (zie 3), waar tegen de noordwestzijde een vroeg 20ste-eeuws melkhuisjje onder lessenaarsdak is geplaatst, toegankelijk via een opgeklampte deur in de linker kopgevel. De langsgevel heeft een gietijzeren rondboogvormig venster met roedenverdeling. Van het gesloopte vertrek tegen het stalgedeelte aan de zuidwestzijde resteert de rode plavuizen vloer en de opgeklampte deur naar het stalgedeelte. Deze ruimte fungeert nu als veranda, bestaande uit latwerk met een zinken lessenaarsdak.

Interieur. De hal met marmeren vloer en lambrizering komt uit op een in boordoostelijke richting lopende langgerekte gang. Rechts van de hal bevindt zich de zogenaamde rentmeesterskamer met lage lambrizering en marmeren schouw in Lodewijk XV stijl (circa 1760), binnenluiken, vroeg 20ste-eeuws parket met visgraatmotief. Tweede kamer van rechts is de keuken met vroeg 20ste-eeuwse schouw. De hal eindigt bij de eiken trap met tussenbordes, uitgevoerd met een lambrizering met witjes. De vroeg 20ste-eeuwse diensttrap ernaast heeft een leuning met gietijzeren balustrade. Links van de hal bevindt zich de voormalige vroeg 20ste-eeuwse eetkamer met sobere schouw en balkenplafond. De gang met wit/zwart marmeren tegels in geometrisch patroon heeft schuiframen met stalen roedenverdeling en komt uit bij een rechthoekige erker uit de jaren 20 van de twintigste eeuw, die associaties oproept met een scheepsboeg. Deze is toegankelijk door een getoogde opening met drie houten treden, geflankeerd door lage dwarsmuurtjes. In het stucplafond van de hal zijn in haut-reliëf tekens van de dierenriem aangebracht. Aan het einde van de gang bevindt zich eerst de voormalige woonkamer van het dienstgedeelte, die toegankelijk was via de erachter geelegen keuken. Deze keuken bevat nog de oorspronkelijke brede schouw met o.a. bloemtegels, waar in het begin van de 20ste eeuw een kleinere open haard is geplaatst. De voormalige woonkamer, toegankelijk via schuifdeuren, wordt geflankeerd door in stalen kozijnen gevatte vaste vitrinekasten. De eerste verdieping heeft de slaapkamer boven de rentmeesterskamer met stucplafond met zware profilering. In het stalgedeelte bevindt zich een waterpomp met hardstenen waterbak.

Waardering

De in meerdere perioden tot stand gekomen rentmeesterswoning met stal en melkhuis van de historische buitenplaats Zuydwijk is van algemeen belang vanwege de cultuur-, bouw en architectuurhistorische waarde als karakteristiek voorbeeld van een 18de-eeuwse rentmeesterswoning, gesitueerd op het voorplein van het verdwenen kasteel.

De rentmeesterswoning heeft een herkenbare hoofdvorm met een hoekpaviljoen uit het derde kwart van de 18de eeuw en is wat betreft de verschillende bouwhistorische onderdelen gaaf qua materiaalgebruik en detaillering van ex- en deels ook interieur.

De rentmeesterswoning heeft ensemblewaarde vanwege de ruimtelijke en functionele relatie met de overige complexonderdelen van de buitenplaats. Tevens is er de stilistische samenhang met het tegenovergelegen koetshuis.

Dit monument maakt onderdeel uit van complexnummer 522217. Hier vindt u meer informatie over het complex en de bijbehorende monumenten.

Overige gegevens

Oorspronkelijke functies

Hoofdfunctie Hoofdcategorie Subcategorie Functie Verbijzondering Toelichting
Ja Kastelen, landhuizen en parken Kasteel, buitenplaats

Bouwtypen

Hoofdcategorie Subcategorie Bouwtypen Toelichting
Kastelen, landhuizen en parken Kasteel, buitenplaats

Bouwstijlen

Bouwstijl Zuiverheid Toelichting Rijksmonumentnummer
n.v.t.
niet van toepassing
karakteristiek voorbeeld 18e eeuwse rentmeesterswoning