Registergegevens

Monumentgegevens

Monumentnummer
522928
Complexnummer
522926 - Brakkenstein
Inschrijving register
Kadaster deel/nr
82966/188
Internationaal kenteken
Nee
Kadastrale aanduiding
Hatert B 5237
Driehuizerweg 283, 6525 PL te Nijmegen

Omschrijving

2. Het STALGEBOUW

Inleiding

Het STALGEBOUW is gebouwd in 1916 door A. Jacot (1864-1927) in de stijl van de heroriëntatie op traditionele bouwwijzen met elementen van de Engelse landhuisstijl en van het werk van K.P.C. De Bazel. De vorm van de plattegrond, het rieten dak met de dakkapellen en de ontluchtingskokers en de onderdoorgang met het klokkentorentje lijken beïnvloed te zijn door Melkerij "Oud-Bussem" van K.P.C. De Bazel uit 1903. Het stalgebouw heeft evenals de melkerij een symmetrische U-vormige aanleg met een accent in het midden, traditionalistische kenmerken zoals het klokkentorentje en een zorgvuldige afwerking van de details.

Het stalgebouw ligt op enige afstand van de villa, waarbij de voorgevel (westgevel) van de stal tegenover de rechter zijgevel (oostgevel) van de villa ligt. De gebouwen worden verbonden door een met bomen omzoomde laan en een pad over het gazon, dat precies in de as van de onderdoorgang ligt. Aan de noordzijde van de noordvleugel liggen twee buitentoegangen tot de kelder, die d.m.v. muurtjes, hekpijlers en smeedijzeren hekken zijn afgeschermd. Het voorplein van het gebouw wordt afgesloten door een recent geplaatst smeedijzeren hekwerk, waarin een moderne gemetselde bloembak is opgenomen. Deze constructie komt niet voor bescherming in aanmerking. In 1976 heeft in het gebouw een brand gewoed, waarbij vooral de rechter vleugel werd aangetast. Hier zijn o.a. het bovenste gedeelte van de muren en de kap verloren gegaan. In 1978 is de schade hersteld. De gietijzeren "stands" die oorspronkelijk in de rechter vleugel stonden en waarvan het onderste, houten gedeelte was verbrand zijn toen buiten tegen de rechter zijgevel gezet. Binnen zijn nieuwe boxen geplaatst.

Omschrijving

Het STALGEBOUW heeft een nagenoeg U-vormige plattegrond, die bestaat uit een langgerekte middenvleugel met kortere haaks hierop staande zijvleugels. De zijvleugels steken aan de achterzijde (oostzijde) iets uit, maar te weinig om van een H-vormige plattegrond te kunnen spreken. De middenvleugel heeft in het midden een hoge rondboogvormige onderdoorgang. Aan weerszijden van deze poort bevinden zich drie stallen. De noordvleugel, die oorspronkelijk onderdak bood aan het koetshuis, de zadelkamer, de tuigkamer, het verblijf van de stalknecht en de hooizolder, is thans in gebruik als woonhuis. In de zuidvleugel, die oorspronkelijk als paardenremise en garage werd gebruikt, zijn thans ook paardenboxen geplaatst.

Het stalgebouw heeft één bouwlaag onder een samengesteld, overstekend, rietgedekt dak met rode terracotta rietvorsten, dat bestaat uit een zadeldak en twee haaks hierop staande wolfsdaken. Tegen de achtergevels van de beide zijvleugels zijn open constructies geplaatst met zadeldaken, voorzien van een hanebalk en een makelaar, die rusten op gepaarde houten zuilen en waarvan de dakschilden gedeeltelijk overlopen in het dak van de middenvleugel. Het dak van de middenvleugel heeft aan de west- en de oostzijde een groot overstek, dat rust op gepaarde houten zuilen waardoor galerijen zijn ontstaan. Aan de zuidzijde is het overstek, dat hier op enkele houten zuilen rust, nog groter zodat hier plaats is om wagens of paarden te stallen. Ter plaatse van de dubbele inrijdeur in de zuidvleugel bevindt zich een rondboogvormig afgesloten doorgang die in het dak is opgenomen. De zuid- en de noordvleugel hebben aan de zijde van het voorplein een opgelichte dakkapel in de vorm van een recht afgesloten Vlaamse gevel. De noordvleugel heeft aan de buitenzijde twee van dergelijke dakkapellen. Ter plekke van de onderdoorgang in de middenvleugel, waarvan de rondboog in het rieten dak is opgenomen is het dak iets hoger. Op de nok van deze verhoging staat een klokkentoren, die bestaat uit een vierkante met zink beklede voet, een achtzijdige houten opbouw met rondboogvormig afgesloten openingen en een klok en een achtzijdig met zink bekleed tulpvormig dak met een smeedijzeren bekroning. Op de zinken voet is aan de voor- en de achterzijde een wijzerplaat met Romeinse cijfers geplaatst. Onder de wijzerplaat aan de voorzijde is in ijzeren tekens de tekst: "A D 1916" bevestigd. Aan weerszijden van de klokkentoren bevinden zich op de nok drie vierkante ventilatiekokers met zinken schoepen en tentdakjes met een ijzeren bekroning. Onder de kokers bevinden zich zowel in het voor- als het achterschild in het rieten dak opgenomen, halfronde dakkapellen met 2-ruits raampjes. Iedere stal heeft dus twee dakkapellen en één ventilatiekoker. In de nok van beide zijvleugels bevinden zich twee gemetselde schoorstenen met uitspringende hoeken en een gekorniste, geprofileerde natuurstenen rand. De schoorstenen zijn getooid met vierkante ijzeren kappen met een ijzeren bekroning. Het stalgebouw is opgetrokken in rode baksteen op een door een rollaag afgesloten trasraam en gemetseld in staand verband. De deuropeningen worden afgesloten door houten lateien met geknipte loodslabben. De houten opgeklampte deuren hebben bovenin veelruits ramen met een ijzeren roedenverdeling en zijn voorzien van smeedijzeren duimgehengen. De duimen zijn ingelaten in natuurstenen duimstenen, waarvan er drie per deur zijn. De vensters zijn afgesloten door strekken, die aan de bovenzijde zijn voorzien van een uitspringende laag horizontaal geplaatste bakstenen. De vensters hebben hardstenen lekdorpels. De gevels worden afgesloten met een houten lijst.

De dakoverstekken worden gedragen door houten, Toscaanse zuilen op zandstenen basementen. Dubbele zuilen staan op één basement en hebben één afdekplaat. De zuilen dragen houten onderslagbalken, waarop dwarsbalken liggen, die in de muur zijn ingelaten.

De symmetrisch ingedeelde VOORGEVEL van de MIDDENVLEUGEL is zeven traveeën breed en heeft in het midden een doorgang met een rondboogvormig afgesloten opening. De doorgang is overkluisd door middel van een gemetseld kruisgewelf. In de onderdoorgang bevinden zich onder de halfronde muurvlakken links en rechts spaarvelden waarin resp. een stichtingsteen en een zandstenen muurfontein zijn opgenomen. De zandstenen stichtingssteen draagt als inschrift: "VICTOR/ JURGENS JR./ 20 JUNI 1916". De muurfontein bestaat uit een rondboogvormig afgesloten nis met een stenen watermond en een halfcirkelvormig bassin met een bol uitzwenkende band tussen een geprofileerde plint en lijst. De doorgang wordt aan de voorzijde afgesloten door een dubbel houten draaihek met bewerkte, gedraaide spijlen.

De onderdoorgang wordt aan beide zijden geflankeerd door drie gedeelde staldeuren, waarvan de bovendeur een 12-ruits raam met ijzeren roedenverdeling bevat.

De symmetrisch ingedeelde ACHTERGEVEL van de MIDDENVLEUGEL is nagenoeg op dezelfde wijze vormgegeven als de voorgevel. De gedeelde deuren hebben hier echter geen ruitjes, maar worden geflankeerd door rechthoekige stalvensters, die zijn voorzien van 6-ruits ramen met een ijzeren roedenverdeling. De vooruitspringende hoekpartijen, d.w.z. de korte zijden van de zuid- en de noordvleugel, hebben resp. twee gekoppelde vensters en een deur. In de linker zijgevel van de noordvleugel bevindt zich een klein tralievenster. De NOORDVLEUGEL heeft aan de zijde van het voorplein van links naar rechts een dubbele deur, een deur die aan beide zijden wordt geflankeerd door een tralievenster en een deur onder het dakoverstek van de middenvleugel. In de Vlaamse gevel bevindt zich een hooiluik met 6-ruits raam. De deuropening van de dubbele deur is bij de verbouwing tot woonhuis voorzien van twee 8-ruits glasdeuren achter de oorspronkelijke houten deuren. Op de hoek van de zuid- en de westgevel is een rijk geornamenteerde smeedijzeren lantaarn bevestigd.

De korte WESTGEVEL van de noordvleugel heeft twee door een onderdorpel en strek gekoppelde en door een halfsteens muurdam gescheiden tralievensters met enkelruits ramen en bovenlichten. Hierboven bevinden zich in de topgevel onder het wolfseind twee op dezelfde wijze gekoppelde kleine venstertjes.

De lange NOORDGEVEL van de noordvleugel heeft van links naar rechts een venster met enkelruits raam en bovenlicht, tweemaal twee gekoppelde vensters met ramen en bovenlichten van hetzelfde type als in de korte gevel en weer een venster met enkelruits raam en bovenlicht van hetzelfde type. De meest rechtse van de gekoppelde vensters hebben glas-in-loodramen. Twee dubbele rondboogdeuren met veelruits ramen en ijzeren roedenverdeling geven toegang tot de kelder. De deuropeningen worden omlijst door drie halfsteens rollagen. In de twee Vlaamse gevels bevinden zich kleine venstertjes. Alle vensters in de noordgevel en de korte westgevel zijn, afgezien van de vensters in de Vlaamse gevels, voorzien van luiken, die ter hoogte van de bovenlichten horizontale lamellen hebben.

De ZUIDVLEUGEL heeft aan de zijde van het voorplein van links naar rechts één gedeelde deur en twee dubbele staldeuren. In de Vlaamse gevel bevinden zich twee vensters. Op de hoek van de noord- en de westgevel is een rijk geornamenteerde smeedijzeren lantaarn bevestigd.

In de korte WESTGEVEL bevindt zich een dubbele staldeur. Hierboven bevinden zich in de topgevel onder het wolfseind twee kleine vensters van hetzelfde type als in de westgevel van de noordvleugel.

De ZUIDGEVEL onder het grote dakoverstek heeft van links naar rechts twee kleine liggende vensters met 2-ruits ramen, een muurfontein bestaande uit een rondboogvormig afgesloten stenen nis met kraan en een rechthoekig gemetseld bassin met een natuurstenen rand. Rechts van de fontein bevindt zich een dubbele staldeur met een halfrond veelruits bovenlicht. De rondboog heeft een natuurstenen sluitsteen. Tussen de vensters zijn twee gietijzeren "stands" geplaatst, die oorspronkelijk binnen stonden. De stands dragen het opschrift: "MUSGRAVES/ LONDON/ BELFAST/ PATENT".

Het INTERIEUR van de MIDDENVLEUGEL verkeert grotendeels in oorspronkelijke staat. De wanden van de zes stallen zijn tot ca. 2m. hoogte wit gepleisterd. Daarboven bestaan ze uit schoon metselwerk. Deze muurvlakken worden gescheiden door een band van afwisselend wit geschilderde en ongeschilderde bakstenen en een rollaag. In de hoek bevindt zich een hoekaanrecht van zwarte natuursteen met twee drinkbassins en een smeedijzeren ruif. In de hoek boven het aanrecht is de wand betegeld met smalle geel geglazuurde tegels. De deuropeningen zijn voorzien van stootranden en worden afgesloten met gepleisterde lateien. De stalruimte loopt door tot in de kap, waar de dakkapellen in de vorm van halfronde steekkappen voor licht en de ventilatiekokers voor lucht zorgen.

Het INTERIEUR van de NOORDVLEUGEL is bij de verbouw tot woning vrijwel geheel gewijzigd. De houten lambrisering van de zadelkamer is hierbij in de kelder geplaatst.

Het INTERIEUR van de ZUIDVLEUGEL is na de brand van 1976 gedeeltelijk gewijzigd.

Waardering

STALGEBOUW, gebouwd in 1916 door A. Jacot.

-\tVan architectuurhistorische waarde als goed en vrijwel gaaf voorbeeld van een stalhouderij, gebouwd in de stijl van de heroriëntatie op traditionele bouwwijzen met elementen van de Engelse landhuisstijl en van de architectuur van K.P.C. De Bazel. Het stalgebouw heeft hoogwaardige esthetische kwaliteiten in het ontwerp zoals een bijzondere en zeldzame hoofdvorm, goede verhoudingen en een rijke detaillering.

-\tVan ensemblewaarde als functioneel onderdeel van het landgoed Brakkenstein.

-\tVan stedenbouwkundige waarde vanwege de vrije ligging aan een groot gazon tegenover de zijgevel van de villa Brakkenstein.

Dit monument maakt onderdeel uit van complexnummer 522926. Hier vindt u meer informatie over het complex en de bijbehorende monumenten.

Overige gegevens

Oorspronkelijke functies

Hoofdfunctie Hoofdcategorie Subcategorie Functie Verbijzondering Toelichting
Nee Handelsgebouwen, opslag- en transportgebouwen Opslag Koetshuis (G)
Ja Handelsgebouwen, opslag- en transportgebouwen Opslag Stalhouderij

Bouwactiviteiten

Werkzaamheid Van Tot Nauwkeurigheid Toelichting
vervaardiging
1916
1916
exact
verbouwing
1978
1978
exact
na brand in 1976

Bouwstijlen

Bouwstijl Zuiverheid Toelichting Rijksmonumentnummer
Heroriëntatie op tradit. bouwwijzen
invloeden
Heroriëntatie op tradit. bouwwijzen
invloeden

Ambachten

Vakman Beroep Toelichting
Jacot, A.J. ; Gelderland
architect / bouwkundige / constructeur
Jurgens, Victor jr. ; Gelderland
opdrachtgever
Musgraves ; Gelderland
ijzergieter
Gietijzeren "stands" tegen zuidgevel