Complexgegevens

Complexnummer
522926

Omschrijving

BRAKKENSTEIN

Inleiding

Het LANDGOED BRAKKENSTEIN bestaat uit de volgende beschermde complexonderdelen:

1. De VILLA

2. Het STALGEBOUW

3. De TUINMANSWONING

4. Het SCHELPENHUIS

5. De WATERPUT

6. De TOEGANGSHEKKEN

7. De PARKAANLEG

Het LANDGOED BRAKKENSTEIN wordt voor het eerst genoemd in stukken uit het midden van de 17de eeuw als Brakkenstein op het Hoogveld'. In 1712 wordt het goed gekocht door de brouwer W. Knippinck. Het landgoed is achtereenvolgens eigendom van de families Van Rappard (1752) en Quack (1804). Op oude kaarten (Van Suchtelen 1757 en Tranchot 1806) vertoont het landgoed een sterrenbosstructuur. Het landgoed was vermoedelijk in gebruik als jachtgebied. De naam Brakkenstein is afgeleid van het woord brak', dat jachthond betekent.

Rond het midden van de 19de eeuw komt Brakkenstein in bezit van J.R.P. Tulleken. Hij laat in 1865 de villa bouwen. Nadat het landgoed nog enige tijd in bezit was geweest van de familie van Hövell tot Westerflier, werd het in 1915 aangekocht door Victor Jurgens, een neef van Frans Jurgens die drie jaar eerder het nabijgelegen Huize Heyendael had laten bouwen. Verscheidene leden van de oorspronkelijk uit Oss afkomstige fabrikantenfamilie Jurgens kochten in het gebied ten zuidoosten van Nijmegen bestaande landgoederen en lieten er villa's en jachthuizen bouwen. Op het landgoed Brakkenstein stond een oudere villa, het in 1865 door J.R.P. Tulleken in een aan het neoclassicisme ontleende stijl gebouwde Huize BRAKKESTEYN. Links van de villa bevond zich het koetshuis. Dit koetshuis was gebouwd tegen een vermoedelijk ouder gebouwtje met spitsboogvensters, dat oorspronkelijk dienst deed als kapel. Na zijn verhuizing naar Brakkestein liet Victor Jurgens, die een groot paardenliefhebber was, in 1916 ten oosten van de villa een nieuwe stalhouderij bouwen, waarin een koetshuis, een zadelkamer en een woning voor de stalknecht waren opgenomen. Het stalgebouw werd ontworpen in de stijl van de heroriëntatie op traditionele bouwwijzen met elementen van de Engelse landhuisstijl en het werk van K.P.C. De Bazel door A. Jacot (1864-1927), bekend van het Hirsch-gebouw op het Leidseplein in Amsterdam. In dezelfde stijl werden eveneens naar ontwerp van Jacot een tuinmanswoning, een waterput en de toegangshekken gebouwd. Het voornaamste toegangshek ligt vrijwel aan het begin van de oprijlaan die schuin naar het huis loopt, onder een hoek van ca. 45 . Het andere toegangshek ligt bij de noordwestelijke ingang van het park, aan het einde van de Driehuizerweg. De tuinmanswoning ligt rechts voor het toegangshek aan het begin van de oprijlaan. De put ligt rechts voor de villa. Het voormalige koetshuis en de kapel werden in 1928 door architectenbureau Schaap uit Arnhem samengetrokken en verbouwd tot kinderspeelhuis of tuinhuis, dat verwijzend naar de muurbedekking, het schelpenhuis wordt genoemd. Tussen 1930 en 1932 werd het park in opdracht van Victor Jurgens door Samuel Voorhoeve (1880-1948) heraangelegd in Landschapsstijl, waarbij overigens de oorspronkelijke sterrenbosstructuur gehandhaafd bleef en als onderlegger fungeerde. Voorhoeve was in deze periode in Nijmegen en in Berg en Dal voor vier andere leden van de familie Jurgens werkzaam. Na de oorlog werd in Huize Brakkesteyn en in het schelpenhuis de Kliniek voor Neurologie van Prof. Prick gevestigd. Vanaf 1967 heeft de villa een horecabestemming. De tuinmanswoning en het schelpenhuis worden bewoond door particulieren. Het stalgebouw heeft haar functie behouden. De paardenboxen en de paardenremise worden nog steeds gebruikt voor paarden. In de voormalige garage (rechter vleugel) zijn nu ook paarden gestald. Het koetshuisgedeelte, de zadelkamer, de tuigkamer en de woonruimte van de stalknecht en de hooizolder erboven (linker vleugel) zijn verbouwd tot woning. Achter het stalgebouw bevindt zich een buitenmanege en in het park liggen twee zandbakken'. Tussen 1969 en 1971 is in de zuidoostelijke hoek van het park in opdracht van de Katholieke Universiteit een botanische tuin met alpinum aangelegd. De tuin is ontworpen door J. Brinkman en W. Schacht (alpinum). Het landgoed Brakkesteyn is gelegen in het zuiden van Nijmegen op een ruitvormig terrein, dat in het zuiden wordt begrensd door de strook sportvelden langs de d'Almarasweg, in het westen door de Driehuizerweg, in het oosten door de spoorlijn naar Roermond en in het noorden door de B-faculteiten van de Katholieke Universiteit.

Omschrijving

Het park wordt aan vier zijden omgeven door lanen met beukenbomen. De twee verst van elkaar gelegen punten van het ruitvormig terrein worden van het zuidwest naar het noordoost verbonden door een beukenlaan. De hoofdingang bevindt zich in de zuidwestelijke punt van de ruit. In het midden van de diagonaal sluiten aan weerszijden lanen aan onder een hoek van 45 . De lanen behoren tot de sterrenbosstructuur. Tussen de lanen bevinden zich golvende paden, die tot de aanleg van Voorhoeve behoren. Alle bouwwerken bevinden zich in de zuidwestelijke hoek van het park, daar waar ook de hoofdingang is gesitueerd. De witgepleisterde eclectische villa wijkt in stijl af van de andere complexonderdelen, die ca. vijftig jaar later tot stand zijn gekomen. De onderdelen die in 1916 zijn gebouwd, het stalgebouw, de tuinmanswoning, het toegangshek en de waterput vertonen onderling een grote samenhang. Het stalgebouw en de tuinmanswoning bijvoorbeeld zijn beide opgetrokken in rode baksteen, hebben een rieten kap en zijn op dezelfde wijze gedetailleerd. De pijlers van de waterput zijn op dezelfde wijze vormgegeven met speklagen van zandsteen en baksteen als de pijlers die het ingangsportiek van de tuinmanswoning flankeren. Het schelpenhuisje is een hybride bouwwerk, dat uit twee bouwvolumes met een verschillende stijl bestaat en in 1928 ingrijpend is verbouwd. Het linker met schelpen bezette gedeelte heeft een rieten dak en vertoont invloeden van de Engelse landhuisstijl, het rechter gedeelte vertoont met zijn spitsboogvensters invloed van de neogotiek.

Waardering

COMPLEX samengesteld uit de VILLA uit 1865, Het STALGEBOUW, de TUINMANSWONING, de WATERPUT en het TOEGANGSHEK uit 1916, ontworpen door A. Jacot, het SCHELPENHUIS dat in 1928 is verbouwd en de AANLEG, bestaande uit een ouder sterrenbos, waarin door S. Voorhoeve in 1930-1932 een park in landschapsstijl is aangelegd.

-\tVan architectuurhistorische waarde als goed en gaaf voorbeeld van een landgoed met een oudere villa in een aan het neoclassicisme ontleende stijl en bijgebouwen in de stijl van de heroriëntatie op traditionele bouwwijzen, waarvan alle onderdelen esthetische kwaliteiten hebben in het ontwerp zoals goede verhoudingen en een bijzondere detaillering, maar met name het stalgebouw een bijzondere en zeldzame vormgeving heeft.

-\tVan architectuurhistorische waarde als onderdeel van het oeuvre van A. Jacot.

-\tVan tuinarchitectuurhistorische waarde als een goed en gaaf voorbeeld van een park in landschapsstijl met esthetische kwaliteiten in het ontwerp van de aanleg en haar onderdelen, dat is gerealiseerd in een ouder sterrenbos.

-\tVan ensemblewaarde vanwege de hoogwaardige kwaliteit en de gaafheid van de bebouwing en de historisch-ruimtelijke relatie met de groenvoorziening.

-\tVan cultuurhistorische waarde als een bijzondere uitdrukking van een culturele en landschappelijke ontwikkeling namelijk de transformatie vanaf de tweede helft van de 19de eeuw van bestaande, aanvankelijk als jachtterrein gebruikte landgoederen, gelegen in het gebied ten zuidoosten van Nijmegen in buitenplaatsen met hoofdzakelijk een woonfunctie voor welgestelde families uit Nijmegen en wijde omgeving. Park Brakkenstein heeft inmiddels zeldzaamheidswaarde gekregen, omdat het het enige vrij gaaf bewaard gebleven landgoed van behoorlijke omvang in de gemeente Nijmegen betreft.