Registergegevens

Monumentgegevens

Monumentnummer
523762
Complexnummer
523761 - De Neude
Inschrijving register
Kadaster deel/nr
82902/58
Kadastrale aanduiding
Nijkerk Gelderland F 1244
Slichtenhorsterweg 30, 3862 NS te Nijkerk

Omschrijving

Omschrijving

Het LANDHUIS(1) heeft een L-vormige plattegrond. Het langwerpige hoofdvolume is evenwijdig aan de Slichtenhorsterweg gesitueerd. Het nevenvolume bevindt zich links tegen de achterzijde van het hoofdvolume. Het hoofdvolume heeft een enkelvoudig zadeldak met de noklijn evenwijdig aan de rechthoekige plattegrond. Het nevenvolume is in tweeën geleed met twee zadeldaken, haaks op het hoofdvolume. De drie noklijnen vormen samen de vorm van een F. Het dak is gedekt met paarsachtig zwarte geglazuurde keramische pannen. Halverwege het hoofdvolume staat een grote schoorsteen in de nok, bekroond met smeedijzeren sierwerk. Het nevenvolume heeft twee schoorstenen, op het einde van elke nok in de achtergevel. Het dakschild aan de voorzijde maakt een opwaartse knik, onder het niveau van de linker eindgevel. Het landhuis is geheel opgetrokken in schoon metselwerk van baksteen in kruisverband.

De VOORGEVEL beslaat grotendeels één bouwlaag. Het dakschild hierboven telt net onder de opwaartse knik drie dakkapellen, met een halfrond, metaalgedekt dak. De dakkapellen hebben houten, gepotdekselde zijwanden. De dakkapellen zijn bekroond met een geprofileerde houten lijst, die aan de voorzijde de vorm van het halfronde dak volgt. In het halfronde vlak is telkens een gestileerd schelpornament aangebracht, ontleend aan de renaissance. De dakkapellen hebben wangen met onder andere een krulmotief. Elke dakkapel heeft een dubbel venster met een middenstijl en zesruits ramen ter weerszijden. De voorgevel heeft links, over de lengte van twee traveeën een grote glazen pui, overspannen door een breed houten gebint op hardstenen neuten. Het gebint heeft een dekbalk, een tussenstijl en een kunstmatige ronding in de onderzijde van de korbelen. Zowel links als rechts is hier een vier maal zevenruits roedenverdeling. Voor dit gedeelte van de gevel is een terras met een gemetselde trappartij in een half ellipsvormige plattegrondvorm. Rechts hiervan is een drievoudig venster met tussenstijlen en segmentbogen in de hoge houten bovendorpel. Het brede kozijn heeft een kwartholprofiel. De ramen zijn gevuld met glas-in-lood. Rechts hiervan bevindt zich een groot venster met een breed, geprofileerd kozijn met een stalen driemaal vijfruits roedenverdeling. Het meest rechtse gedeelte van de gevel verspringt naar achteren. De gevel is hier doorgetrokken tot een topgevel. Hierachter bevindt zich een dwarskap. Ter plaatse van deze verjonging steekt een dwarsmuur naar voren, in de richting van de tuin. De bovenzijde van deze dwarsmuur zwenkt bol-hol naar beneden. Aan de voorzijde wordt deze zwenking afgerond met een natuurstenen plaat, bekroond met natuurstenen ornament. In het vlak van het linker geveldeel bevindt zich hier een gebint met tussenstijl, zoals links in de voorgevel. Het gebint draagt een balkon. Op de balk is een samengestelde lijst, waarboven een smeedijzeren hekwerk. De eindgevel, rechts, is als dwarsmuur doorgetrokken tot het vlak van het linker geveldeel. Dit muurgedeelte heeft dezelfde vorm als de dwarsmuur links van de verjonging. Ter hoogte van het balkon wijken de dwarsmuren terug. Ook hier is aan de voorzijde een natuurstenen bekroning. Onder het balkon is links en rechts een as met een smalle dubbele tienruits deur in een breed, geprofileerd kozijn. Twee identieke deurpartijen bevinden zich recht hierboven, aan het balkon. Boven deze balkondeuren is een korfboog uitgespaard met een hardstenen sluitsteen. De boogtrommels zijn gevuld met metselmozaïek. De gevellijn heeft een samengestelde, gebogen vorm, afgewisseld met geprofileerde natuurstenen platen (aanzetstenen). De gevel heeft op zolderhoogte op drie niveau's in totaal zes kleine blinde nissen. Elke nis heeft een halfronde boog met een hardstenen sluitsteen, een metselwerkvlak en een onderdorpel van liggende bakstenen. De LINKER EINDGEVEL van het hoofdvolume gaat over in de zijgevel van het nevenvolume. Deze gevel is bekroond met een boogfries onder een lijstgoot. Goot en boogfries zijn onderbroken door een smal, hoog twaalfruits stalen venster, dat als een soort Vlaamse gevel omhoogsteekt en bekroond is met een fronton. Links in de gevel, over de lengte van het nevenvolume, bevinden zich twee kruiskozijnen op het verhoogde niveau van de achtergevel. De luiken hebben, evenals alle andere luiken, rode randen en een zwart middenvlak. De luiken zijn voorzien van smeedijzeren hang- en sluitwerk en nagels. Onder het rechter kruisvenster is een rond keldervenster met een smeedijzeren diefijzer. Rechts in de gevel, over de breedte van het hoofdvolume, zijn twee dubbele achtruits terrasdeuren met halfronde bovenlichten en blinden. Het bovenlicht heeft een straalsgewijze roedenverdeling, onderbroken door een halfcirkelvormige roede. Het bovenlicht is bekroond met een dubbele rollaag, met een soort hanekam-sluiting. Voor deze deuren is een terras met vier treden. De gevel is rechtsboven, bij de hoekkeper van het dak, voorzien van een kleine natuurstenen plaat. Rechts hiervan volgt de gevel het dakschild van het hoofdvolume. Dit gedeelte van de muur is met pannen bedekt. De ACHTERGEVEL van de HOOFDBOUWMASSA telt drie hoofdvolumevensterassen. Hierboven zijn drie dwarskappen in het dak. Hieronder is de gevel plaatselijk doorgetrokken tot kleine topgevels met vlechtingen. Deze topgevels hebben aan weerszijden stukken geprofileerde lijstgoot. Op de eerste bouwlaag heeft deze gevel drie grote halfronde vensters met brede kozijnen met elk twee tussenstijlen. Deze vensters hebben in het midden een zesruits roedenverdeling en links en rechts een corresponderende vijfruits verdeling. Boven de vensters heeft de gevel een boogfries met natuurstenen kraagstenen. Het gevelvlak van de tweede bouwlaag verspringt hierboven iets naar voren ten opzichte van de eerste bouwlaag en ten opzichte van de hoek, links, met de eindgevel. De tweede bouwlaag telt drie staande achtruitsvensters. De oostelijke gevel van het nevenvolume telt drie vensterassen. Op de begane grond is een centrale deurpartij met een halfrond bovenlicht, in een breed, geprofileerd houten kozijn op hardstenen neuten en dorpel. Halverwege de deurhoogte wordt de deuropening links en rechts in het metselwerk gemarkeerd door een natuursteen element. In de halfronde boog bevindt zich een vergelijkbare sluitsteen. In het kozijn een eiken deur met smeedijzeren hang- en sluitwerk en veel smeedijzeren nagels. Het bovenlicht bevat een siersmeedwerk. De entree heeft tussen de deur en het bovenlicht een luifel met een geprofileerde lijst. Links en rechts van de deur heeft deze gevel een soort kloosterkozijn: een staand venster met onder en boven de tussendorpel een vierruits verdeling en een luik voor alleen de onderste helft. De tweede bouwlaag telt drie kruisvensters met een viermaal vierruits roedenverdeling, zonder luiken. Het dakschild hierboven heeft links en rechts een kleine dakkapel met een vierruits venster en gepotdekselde houten wanden. De dakkapellen hebben kleine metaalgedekte schilddaken, bekroond met een uit lood gevormde obelisk op een bol. De ACHTERGEVEL van het NEVENVOLUME, is ter hoogte van de kap geleed in twee tuitgevels. De topgevels hebben vlechtingen, afgedekt met gevelpannen. De tuitgevels worden aan de voet gemarkeerd door aanzetstenen van geprofileerde natuursteen. De beide topgevels zijn bekroond met een schoorsteen. De schoorsteen links heeft een natuurstenen lijst en een smeedijzeren bekroning. De rechter schoorsteen is bekroond met een gek. Tussen de beide topgevels bevindt zich een veelhoekige loden vergaarbak. Het linker geveldeel telt twee vensterassen. Zowel boven als beneden is hier links en rechts een staand venster met boven en onder de tussendorpel een vierruits-roedenverdeling. Deze vensters zijn op de tweede bouwlaag smaller dan op de begane grond. De vensters beneden hebben een luik voor de onderste helft. Het rechter deel van de gevel heeft ter hoogte van de kap links en rechts een staand ovaal venster met een schuine glasverdeling. Halverwege de gevelhoogte, op een niveau tussen de eerste en tweede bouwlaag van het linker geveldeel, is links en rechts een soort kloosterkozijn met onder en boven een negenruitsvenster. Boven deze vensters is een halfronde boog in het metselwerk uitgespaard, met een metselwerk boogtrommel in het terugliggende vlak van het kozijn. Hieronder, op souterrainniveau, is links en rechts een groot halfrond venster met straalsgewijze houten roeden.

De RECHTER ZIJGEVEL heeft samengestelde contouren. Het rechter gedeelte van deze oostelijke eindgevel heeft de vorm van een tuitgevel met vlechtingen. In het verlengde van de verjongde voorgevel heeft de zijgevel een dwarsmuur, die als een steunbeer tegen de zijgevel staat. Op de eerste bouwlaag, rechts bij de hoek met de achtergevel, is een deur, gevat in een halfrond gesloten breed kozijn op hardstenen neuten en dorpel. Links is een zesruits venster met een segmentboog in de brede houten bovendorpel. Op verdiepingshoogte bevindt zich een twaalfruits deur in een halfrond gesloten nis. In de rondboog heeft de deur eveneens een ruitverdeling met roeden. De nis heeft een hekwerk met spijlen, op een ellipsgewijs uitkragende natuurstenen plaat, gesteund door een dito, geprofileerde console.

In het INTERIEUR heeft het landhuis heeft in de hal, achter de voordeur in het nevenvolume, een samengestelde eikenhouten trap met balustrades. In de hal bevindt zich tegen de achtergevel een haardpartij met natuurstenen blokken. De haard bevat schoon metselwerk in keperverband. Om de verwarmingsradiatoren bevinden zich bewerkte eikehouten kasten met uit hout gesneden roosters. In alle gedeelten van het interieur komen geverfde, halfrond gesloten en rechthoekige paneeldeuren met geprofileerde lijsten voor. De deuren die niet geverfd zijn, zijn van eikehout. In een tussengang naar de grote zitkamer bevinden zich twee wandtableaus van oude geglazuurde siertegels. Het linker tableau geeft een voorstelling met een paard. Rechts is een afbeelding met een koe. Hiertegenover bevindt zich een eikehouten doorgeefluik. Dit luik is bekroond met een geprofileerde deklijst en wordt geflankeerd door gecanneleerde staanders. De haardpartij in de grote zitkamer heeft een tudorboog van geprofileerd natuursteen. Hierin staat links 'De Neude' en rechts '1927'. De haardpartij bevat schoon metselwerk in keperverband. Deze kamer bevat eiken lambrizeringen met vlakke panelen en geprofileerde lijsten. De kamer heeft in het gedeelte bij de haard een kamerhoge lambrizering. Onder sommige vensterbanken bevinden zich eikehouten verwarmingskasten met uit eiken gesneden roosters. Evenals de andere eikenhouten roosters heeft dit snijwerk het motief van een gevlochten vlak. De grote zitkamer heeft een samengestelde eiken trap naar een hoger gelegen ruimte in het westelijke deel van het nevenvolume. De trap heeft een ronde balustrade. Hieronder bevindt zich eikehouten snijwerk met eveneens het vlechtmotief. Het westelijke deel van het nevenvolume heeft een souterrain met kruisgraatgewelven. Dit souterrain heeft een halfrond gesloten eiken deur. In het souterrain bevinden zich twee eiken deuren met een segmentboogsluiting. Deze deuren hebben allebei een groot paneel met holle bossingen, gemarkeerd door geprofileerde lijsten. Een van de deuren heeft uitgesneden vormen met notehouten oplegstukken. In het souterrain bevindt zich een uit marmer gebeeldhouwde wandfontein met symmetrische vormen. In de kamer hierboven bevindt zich tegen de achtergevel een haardpartij, gevat in wit-marmer. Hier bevinden zich geverfde houten verwarmingskasten met dito gaaswerk. Op de verdieping hierboven bevindt zich tegen de achtergevel een gemetselde haardpartij met een strakke houten lijst op natuurstenen consoles. Hiernaast, boven de hal, is een overloop met een eikehouten balustrade die overgaat in de genoemde samengestelde trap. Op deze overloop bevindt zich tegen de achtergevel van het nevenvolume een haardpartij met een houten omlijsting. Op de samengestelde lijst bevinden zich twee uit hout gesneden stukken. De flankerende delen zijn gecanneleerd. De haardpartij bevat een groot vlak met geglazuurde siertegels, die vrijwel alle een kleine mens of dierfiguur afbeelden. Alle betimmeringen in het huis zijn vervaardigd door de frima Tijsseling te Nijkerk.

Waardering

LANDHUIS gebouwd in 1927, onder invloed van de opvattingen van de vroege Delftse School, naar ontwerp van prof.dr. D.F. Slothouwer.

-\tVan architectuurhistorische waarde als een nagenoeg gaaf bewaard voorbeeld van een fors, onder invloed van de opvattingen van de vroege Delftse School gebouwd, landhuis waarbij tevens in de vormgeving van de diverse onderdelen sprake is van verwijzingen naar de oudere voorganger van het huis. De complex onderdelen bezitten hoogwaardige esthetische kwaliteiten die onder meer tot uitdrukking komen in de zorgvuldige detaillering en het bijzondere materiaalgebruik zoals het vele toegepaste siersmeedwerk. Door de vele bewaard gebleven interieuronderdelen is er tevens sprake van een bijzondere samenhang tussen exterieur- en interieur onderdelen. Het landhuis neemt een belangrijke plaats in binnen het oeuvre van de architect prof.dr. D.F. Slothouwer als een van de belangrijkste en vroegste voorbeelden van een door hem ontworpen groot landhuis met bijgebouwen in traditionalistische trant waarbij met name sprake is van invloeden van de Delftse School.

-\tVan stedenbouwkundige waarde vanwege als kern en essentieel onderdeel van het landgoed De Neude.

-\tVan cultuurhistorische waarde als bijzondere uitdrukking van een typologische ontwikkeling i.c. de ontwikkeling van het landhuis in Nederland in het tweede kwart van de twintigste eeuw. Het complex vormt een gaaf bewaard voorbeeld van een groot in traditionalistische trant gebouwd landhuis uit het interbellum en vormt een bijzonder voorbeeld van de huisvesting van de maatschappelijke elite in die tijd.

Dit monument maakt onderdeel uit van complexnummer 523761. Hier vindt u meer informatie over het complex en de bijbehorende monumenten.

Overige gegevens

Oorspronkelijke functies

Hoofdfunctie Hoofdcategorie Subcategorie Functie Verbijzondering Toelichting
Ja Kastelen, landhuizen en parken Kasteel, buitenplaats Landhuis

Bouwactiviteiten

Werkzaamheid Van Tot Nauwkeurigheid Toelichting
vervaardiging
1927
1927
exact

Bouwstijlen

Bouwstijl Zuiverheid Toelichting Rijksmonumentnummer
Traditionalisme
stijlzuiver

Ambachten

Vakman Beroep Toelichting
Slothouwer, D.F. prof.dr. ; Gelderland
architect / bouwkundige / constructeur