Registergegevens

Monumentgegevens

Monumentnummer
524275
Complexnummer
524274 - Villa De Maerle
Inschrijving register
Kadaster deel/nr
82682/191
Kadastrale aanduiding
Huizen A 1886
Oud Bussummerweg 44, 1272 PW te Huizen

Omschrijving

Inleiding

VILLA "De Maerle" uit 1906/1917, deel uitmakend van het gelijknamige villacomplex.

Omschrijving

Op T-vormig grondplan gebouwde villa bestaande uit een L-vormig hoofdvolume evenwijdig aan de weg, in het verlengde hiervan tegen de rechter zijgevel achtereenvolgens een tussenlid met plat dak en een dienstwoning onder een rietgedekt schilddak met de noklijn haaks op de weg, en middenachter een langgerekte dwarsvleugel. Het tussenlid en de dienstwoning hebben een rechthoekige plattegrond en een hoogte van één bouwlaag. Het hoofdvolume en de dwarsvleugel zijn gedeeltelijk onderkelderd en boven de parterre voorzien van een zolderverdieping met borstwering onder een samengesteld rieten dak bestaande uit een wolfsdak boven het hoofdvolume, een insnijdend zadeldak boven de uitbouw linksachter (de basis van de "L"), en een insnijdend schilddak boven de dwarsvleugel middenachter. De in kruisverband gemetselde buitenmuren zijn boven een door een rollaag afgesloten plint van paarsrode machinale vechtsteen met platvolle voeg opgetrokken in roodgenuanceerde machinale vechtsteen in kruisverband met snijvoeg. Bovenaan worden de gevels afgesloten door twee uitkragende metsellagen, afgewisseld met (tweemaal kwartrond geprofileerde) klossen. Onder deze getrapt uitkragende bovenrand wordt het muurwerk verlevendigd door een omgaand fries met deels in gele baksteen uitgevoerde ruitmotieven, en een dito waterlijst van rode profielsteen waaronder een sierrand van afwisselend rode en gesmoorde blokjes. Alle vensters zijn voorzien van blank glas-in-lood. Op de begane grond zijn de vensters afsluitbaar met luiken. De symmetrische voorgevel (ZO) van het hoofdvolume heeft links en rechts een liggend venster waarin vier gekoppelde ramen, en in het midden onder een brede en aan twee smeedijzeren staven afgehangen houten luifel een paneeldeur met gewelfde bovendorpel en ter weerszijden een door een middenstijl gedeeld vierruits venster. Boven de ingang heeft de voorgevel een dakopbouw onder een insnijdend en rietgedekt zadeldak waarvan het onderste gedeelte vertikaal is uitgevoerd. De dakopbouw telt drie vensters waarin twee door een middenstijl gescheiden openslaande ramen. Boven het middelste venster is een liggende vierlobbige gevelsteen ingemetseld waarop onder een stralende zon de naam "DE MAERLE" en een vogel. In de bovenrand van de dakopbouw zijn vlechtingen gemetseld. Ter weerszijden van de dakopbouw bevindt zich een halfronde rietgedekte dakkapel. De nok wordt benadrukt door twee vierkante hoekschoorstenen van rode baksteen met zinken rookkap, waartussen in het midden een kleine open smeedijzeren klokkenstoel met daarin een kleine koperen luidklok. Het tussenlid en de dienstwoning rechts hebben in de voorgevel respectievelijk een venster waarin twee door een middenstijl gescheiden openslaande ramen en een liggend venster voorzien van vier gekoppelde ramen. De plint van de voorgevel is ter plaatse van de benedenvensters verhoogd.

In de linkerzijgevel (ZW) bevindt zich links een door zijlichten geflankeerde dubbele glasdeur en rechts een driezijdige erker waarin een stolpraam met ter weerszijden twee zijlichten en waarboven een balkon dat toegankelijk is via een door zijlichten geflankeerde dubbele glasdeur. Het boven het balkon driezijdig uitgebouwde wolfseind rust op twee zuilen die geplaatst zijn op de hoeken van de gemetselde borstwering van het balkon. In het dakschild boven het linker gedeelte van de gevel bevindt zich een dakkapel met een liggend stolpraam onder een rietgedekt lessenaarsdak. Het terras voor de linkerzijgevel is bestraat met vierkanten samengesteld uit gele en rode baksteen. Boven het linker gedeelte van het terras bevindt zich een pergola bestaande uit een lattenwerk op vierkante stijlen. De linkerzijde van de pergola is samengesteld uit drie glas-in-loodramen op een plint als genoemd.

In de boven het tussenlid uitstekende rechterzijgevel (NO) van het hoofdvolume bevinden zich links drie gekoppelde ramen en rechts een enkel raam. De rechterzijgevel van de dienstwoning heeft links een venster waarin twee door een middenstijl gescheiden ramen en rechts een horizontaal in tweeën gedeelde paneeldeur met in de bovendeur een raam waarvoor traliewerk. In de achtergevel (NW) van de dienstwoning en het tussenlid bevinden zich van links naar rechts twee enkele draairaampjes en één dubbele, alle met traliewerk. De achtergevel (NW) van het hoofdvolume heeft rechts een risalerende puntgevel met bovenlangs vlechtingen en in het midden een uitgebouwd rookkanaal bekroond door een zinken rookkap. Ter weerszijden hiervan bevindt zich een verdiepingsvenster waarin twee openslaande ramen. De begane grond heeft rechts van het rookkanaal een stolpvenster. De linkerzijde (NO) van de risalerende puntgevel is voorzien van een smal venster. Tussen de risalerende puntgevel en de dwarsvleugel is een driezijdige erker ingeklemd waarboven een in het rieten dak uitgespaard inpandig balkon waarboven het dak ter beschutting is opgewipt. Het laatste is toegankelijk via een dubbele glasdeur met zijlichten onder een uit het dakvlak naar voren komend rieten afdakje. De erker telt vijf gekoppelde ramen. Vóór de erker bevindt zich een kelderkoekoek waarin drie gekoppelde ramen. Op het achterschild van het wolfsdak staan twee halfronde dakkapelen als voor.

De dwarsvleugel heeft in de linker zijgevel (ZW) van links naar rechts een kelderkoekoek waarin een vierruits keldervenster, een horizontaal in tweeën gedeelde opgeklampte deur met bovenlicht, een dubbele glasdeur voorzien van luiken, een venster waarin een openslaand raam, en een opgeklampte deur. Het linkerdakschild telt vier dakkapelen, elk voorzien van twee openslaande ramen en een rietgedekt lessenaarsdak. In de kopgevel (NW) van de dwarsvleugel bevindt zich een liggend venster waarin vier kleine gekoppelde ramen. Op het eindschild dat zich lager doorzet dan de zijschilden staat een dakkapel met vier smalle gekoppelde draairamen en een rietgedekt schilddak. De rechter zijgevel (NO) van de dwarsvleugel heeft van links naar rechts een liggend venster waarin drie gekoppelde ramen met bovenlicht, een openslaand raam, een liggend venster waarin vier gekoppelde ramen met bovenlicht, en een venster waarin twee door een middenstijl gescheiden ramen. Onder het laatste venster bevindt zich een kelderkoekoek waarin twee vierruits keldervensters. Boven het vierdelige venster heeft de gevel een driehoekige dakopbouw voorzien van een liggend venster waarin twee kleine vierkante ramen, vlechtingen en een insnijdend zadeldak gedekt met riet. Ter weerszijden van de dakopbouw bevindt zich een dakapel als op het linkerzijschild. Op de nok van de dwarsvleugel staan twee rechthoekige schoorstenen van rode baksteen, waarvan de voorste nog met een zinken rookkap.

Het interieur verkeert grotendeels in de oorspronkelijke staat en bevat onder meer eikenhouten paneeldeuren; in de vestibule en de naastgelegen toiletruimte een vloer van rode plavuizen en een tegellambrisering; in de ruime hal een plafond van moer- en kinderbinten, een bordestrap en, evenals in de kamers op de begane grond, een eikenhouten parketvloer; in de woonkamer een eikenhouten paneellambrisering (waarin opgenomen radiatorroosters en vaste ladenkasten) met rijk snijwerk, een schouw met geblokte hoekpijlers van kalksteen en een plafond van moer- en kinderbinten; in de kamer rechts van de hal een dito plafond en een driezijdige schouw met een gepleisterde bovenboezem en een met groengeglazuurde tegeltjes betegelde onderboezem afgesloten door een kroonlijst; in de kamer linksachter een groenmarmeren schouw; in de keuken rechtsvoor een vloer van zwarte en witte tegels (per vier in schaakbordpatroon gelegd), een tegellambrisering van wit met blauwe ornamenttegels, een schouw en een servieskast voorzien van drie tienruits glasdeuren waaronder drie paneeldeurtjes; in het voormalige atelier in de dwarsvleugel een hoge eikenhouten paneellambrisering, een stucplafond met netpatroon en een paarsmarmeren schouw; onder de voormalige berging aan het einde van de dwarsvleugel een via een rechte steektrap met bovenaan een kwart bereikbare kelder met een betonnen vloer, gepleisterde wanden en een plafond van ijzeren balken waartussen troggewelfjes, en in de gang naar de dienstwoning een vloer van zwarte en witte tegels in schaakbordpatroon en een witte tegellambrisering met een paarse boven- en onderrand voorzien van florale motieven. De wc aan het einde van de gang heeft een dito vloer en lambrisering. De eerste verdieping is nog gedeeltelijk oorspronkelijk en onder meer voorzien van een schouw van beigekleurig kalksteen in de boven de woonkamer gelegen slaapkamer.

Waardering

De villa is van algemeen belang als historisch-functioneel hoofdonderdeel van het villacomplex "De Maerle" en als grotendeels gaaf bewaard en representatief vroeg voorbeeld uit het landhuisoeuvre van architect K.P.C. de Bazel.

Dit monument maakt onderdeel uit van complexnummer 524274. Hier vindt u meer informatie over het complex en de bijbehorende monumenten.

Overige gegevens

Oorspronkelijke functies

Hoofdfunctie Hoofdcategorie Subcategorie Functie Verbijzondering Toelichting
Ja Woningen en woningbouwcomplexen Woonhuis(K) Woonhuis

Bouwactiviteiten

Werkzaamheid Van Tot Nauwkeurigheid Toelichting
vervaardiging
1906
1906
exact
verbouwing
1917
1917
exact

Bouwtypen

Hoofdcategorie Subcategorie Bouwtypen Toelichting
Woningen en woningbouwcomplexen Woonhuis(K) Villa

Bouwstijlen

Bouwstijl Zuiverheid Toelichting Rijksmonumentnummer
Heroriëntatie op tradit. bouwwijzen
stijlzuiver

Ambachten

Vakman Beroep Toelichting
Alphen, D.L. van ; Noord-Holland
opdrachtgever
Bazel de, K.P.C. ; Noord-Holland
architect / bouwkundige / constructeur
Blaaderen, G.W. van ; Noord-Holland
opdrachtgever
Hanrath, J.W. ; Noord-Holland
architect / bouwkundige / constructeur
verbouwing 1917