Inleiding

LANDHUIS 'De Pauwhof' is 1912 door de architect Jos Th.J. Cuypers (1861-1949) gebouwd in Traditionalistiche trant, geïnspireerd op de Hollandse 17de-eeuwse classicistische bouwkunst en de Engelse landhuisstijl.

Het pand is inwendig verbouwd tot hotel- en verblijfplaats voor kunstenaar, waarbij de oorspronkelijk indeling van de plattegrond grotendeels is gehandhaafd. Waarschijnlijk zijn de reeds bestaande dakkapellen vergroot, de keuken aan de achterzijde uitgebouwd en de loggia op de verdieping dichtgezet. Tot 1993 heeft het pand als zodanig gefunctioneerd. De vensters op de verdieping hebben benedenluiken gehad.

Omschrijving

Witgepleisterd, deels onderkelderd pand met een rechthoekig, symmetrisch opgezet hoofvolume, bestaat uit twee bouwlagen en zolderverdieping onder schilddak met rode verbeterde Hollandse pannnen. Aan de achterzijde (noordoost) bevindt zich een tweelaags uitbouw onder plat dak. Het schilddak heeft op de nokhoeken wit geschilderde gepleisterde schoorstenen met daartussen een klein luidklokje onder een tentdak. Op het zuidwestelijk en noordoostelijk dakschild drie dakkappellen met openslaande zesruits ramen.

De gevels zijn lijstgevels met een houten van gootklossen voorziene gootlijst. De enkele en samengestelde raampartijen zijn overwegend kruiskozijnen met roedenverdeling. De aan tuinzijde gelegen zuidwestgevel heeft over de volle breedte een gemetselde terras met borstwering aan de korte zijkanten en in het midden en trap van drie treden. De symmetrisch ingedeelde voorgevel (zuidwest) heeft een iets risalerende middenpartij waarzich deurpartij bevindt, omgeven door gecanneleerde pilasters en hoofdgestel. De deurpartij bestaat dubbel openslaande eenruits deuren met snijraam. Aan weerszijden bevinden zich smalle zijlichten met kalf, bestaande uit zesruits beneden en vierruits bovenramen. Op de verdieping vensters met vaste tussenstijl en twee achtruits openslaande ramen.

De linker zijgevel (noordwest) heeft links van het midden gele bakstenen stoep met visgraatmotief en met teakhouten entreedeur met spiegelboog. Kalf in vorm van spiegelboog met daarboven snijraam in de vorm van pauw. Rechts ervan lantaarn in de vorm van een toorts. Rechts daarvan door wit gesausde bakstenen rollaag omgeven terracotta reliëf, een pauw voorstellende.

De rechter zijgevel (zuidoost) heeft op de begane grond links een erker met afgeschuinde zijkanten.

De achtergevel (noordoost) heeft rechts een tweelaags bouw met rechts daarvan een deur.

In het INTERIEUR is de plattegrond grotendeels bewaard gebleven.

Waardering

Het LANDHUIS is van algemeen belang wegens architectuur- en cultuurhistorische waarde

- als representatief voorbeeld van een landhuis uit het eerste kwart van de 20ste eeuw gebouwd in Traditionalistiche trant, geïnspireerd op de Hollandse 17de-eeuwse classicistische bouwkunst en de Engelse landhuisstijl;

- als voorbeeld uit het oeuvre van de architect J.Th.J. Cuypers, die zich samen met J. Stuyt in de periode 1900-1915 heeft toegelegd op het ontwerpen van villa's en landhuizen.

Het complex is vrij gaaf in hoofdstructuur, materiaalgebruik en detaillering, zowel in- als uitwendig. Het landhuis is van belang vanwege de ruimtelijke, functionele en stilistische samenhang met de bijbehorende garage.

Het landhuis is stedebouwkundig van belang als onderdeel van één van de eerste villaontwikkelingen, die zich aan het begin van de 20ste eeuw voordeden aan de randen van bestaande buitenplaatsen, waarbij de structuur en aanleg ervan zoveel mogelijk werd gehandhaafd.