Registergegevens

Monumentgegevens

Monumentnummer
524711
Complexnummer
524709 - Woonhuizen
Inschrijving register
Kadaster deel/nr
82754/87
Kadastrale aanduiding
Venlo D 3699
Burgemeester van Rijnsingel 1, 5913 AM te Venlo

Omschrijving

Inleiding

Monumentaal Jugendstilhoekpand met karakteristiek torentje op rechthoekig grondvlak in dwarsrichting achter rooilijn aan de Burgermeester van Rijnsingel te Venlo, een exemplarisch voorbeeld van de voorname architectuur langs singels en uitvalswegen. Opvallend is de markante stedenbouwkundige situering, recht tegenover het station van Venlo. Het pand is in 1905 door architect Henri Seelen gebouwd in opdracht van C. de Rijk voor notarisfamilie Nijssen. Het naburige pand, Burgermeester van Rijnsingel 1a, diende als woonhuis van de notaris, het onderhavige pand als kantoor. Sedert de plaatsing op de Gemeentelijke Monumentenlijst in 1989 is het pand grotendeels gerestaureerd.

Omschrijving

Tweelaags woonhuis met kelder en kapverdieping in dwarsrichting onder zadeldak gedekt met muldenpannen en houten bakgoot op houten consoles. Het pand heeft een hardstenen plint en een opstand van rode baksteen (verblendsteen) met metselwerk in kruisverband en geprofileerde, afgeronde, bruin geglazuurde baksteen in venster- en deuromlijstingen. Rechthoekige gevelopeningen met lateien en onder segmentboog, waarbij het segmentboogvormig metselwerk eveneens (grotendeels) is omlijst met groen geglazuurde baksteen. De lateien worden ondersteund door hardstenen aanzetstukken. Boven de lateien bevinden zich taps toelopende hardstenen ornamenten welke als aanzetstukken voor de segmentbogen fungeren. Rechthoekige houten vensters met in tweede bouwlaag glas-in-loodbovenlichten.

De indeling van de VOORGEVEL is als volgt. In de hardstenen plint bevinden zich drie kleine kelderraampjes, welke tezamen een segmentboog vormen. Daarboven een hardstenen omlijsting van twee halfronde cirkels en een halfrond ovaal, alle gevuld met baksteen; deze vormen sluiten aan op de bovengelegen venstertraceringen. Een doorlopende hardstenen plint vormt de afscheiding tussen de plint en het vlak van de eerste bouwlaag. In dit vlak bevindt zich links de iets teruggelegen voordeur, welke te bereiken is via twee hardstenen treedjes. Rechts van de deur een groot venster, bestaande uit drie (vernieuwde) verticale vensters met tussenroede. Het vlak van de segmentboog kent een driedeling ten gevolge van de hardstenen opstanden welke aansluiten op de bakstenen raamstijlen.

In het vlak van de tweede bouwlaag bevinden zich drie T-vensters. De bovenlichten kennen aan de bovenzijde een kleine ojiefachtige inzwenking ten behoeve van de consoles van de lateien. Het middelste T-venster kent aansluitend op de segmentboog een verdiept muurvlak dat de verbinding legt met de topgevelachtige dakkapel van de kapverdieping. Deze dakkapel bestaat uit één segmentboogvormige gevelopening van twee vensters, gescheiden door een brede raamstijl en zonder latei. De bovenlichten van beide vensters zijn met roedeverdeling; de hardstenen vensterbank rust aan weerszijden op drie aflopende hardstenen blokken. De dakkapel kent een torenhelm met bitumen.

Het TORENVOLUME vormt in feite een uitbouw waarvan de aanzet wordt gegeven in de eerste bouwlaag van de afgeschuinde zijde. In deze bouwlaag bevindt zich nog een venster met tussenroede. Ter weerszijden van dit venster begint de hardstenen aanzet tot de toren; deze aanzet kent een haast uispitsvormige opening aan de voorzijde, hetgeen dit zijtorentje een nadrukkelijke plasticiteit verleent. Direct boven deze aanzet een rand van siermetselwerk van groene geglazuurde baksteen, aan onder- en bovenzijde afgesloten door een hardstenen sierlijst. In het vlak van de tweede bouwlaag een drietal rechthoekige vensters met glas-in-loodbovenlicht, afgesloten door een hardstenen sierlijst. In het vlak van de derde bouwlaag een sierrand van metselwerk met aangebrachte cannelures, afgesloten door een geprofileerde hardstenen sierlijst. Vervolgens drie rechthoekige vensters met bovenlicht. Boven de hardstenen geprofileerde sierrand gaat de toren over in een octagonale structuur met siermetselwerk; daarboven de daklijst en het koepeldakje met bitumen.

De ACHTERGEVEL is zeer sober en bestaat uit een keukenuitbouw (rechts)en een erkeruitbouw (links). De keukenuitbouw heeft in de eerste bouwlaag een (vernieuwde) rechthoekige deur met bovenlicht, geflankeerd door twee rechthoekige vensters met bovenlicht. In het vlak van de tweede bouwlaag een drieruitsvenster met roedenverdeling en bovenlichten onder segmentboog. In de linkerzijgevel van deze uitbouw bevindt zich in de eerste bouwlaag een klein rechthoekig venster met bovenlicht. De erkeruitbouw ligt iets terug en bestaat uit een deur met twee vleugels met bovenlichten, aan weerszijden geflankeerd door een rechthoekig venster met bovenlicht rustend op een lage bakstenen opstand. Alle vensters van de erker zijn voorzien van glas-in-lood. Het dak van de erker vormt het balkon van de tweede bouwlaag van het hoofdvolume; dit balkon wordt omheind door een eenvoudig smeedijzeren hekwerk. Op dit balkon komt een deur met twee vleugels uit; deze deur heeft tweeruits bovenlicht onder segmentboog. Links van deze deur een tweeruits venster met dito bovenlicht, eveneens onder segmentboog. In de kapverdieping bevindt zich een vierkant dakraam.

De RECHTERZIJGEVEL is nagenoeg blind en kent alleen in het vlak van de kapverdieping twee kleine vensters. Voorts kent de gevel een horizontale geleding door middel van speklagen van groen geglazuurde baksteen, en een verticale geleding door middel van twee pilastervormige afvoerkanalen.

Het pand beschikt nog over enkele elementen uit het originele INTERIEUR. Deze betreffen de centrale gang met originele tegelvloer in blauw-groene kleurstelling, authentieke eikenhouten trap met rijk geornamenteerde hoofdbaluster en halfronde boog welke wordt ondersteund door twee gestileerde Art Nouveauconsoles met florale motieven. Op de eerste verdieping zijn in enkele vertrekken ook nog stucwerkelementen in florale Art Nouveaustijl aanwezig, alsmede een eenvoudige zwartmarmeren schouw. In de kelder tenslotte bevinden zich nog de originele plavuizen en wijnkelder. De kamers-en-suite op het gelijkvloers zijn na de Tweede Wereldoorlog nagenoeg volledig gemoderniseerd in Engelse landhuisstijl; origineel zijn nog de verschillende notariële kastruimten in de serre.

Waardering

Het woonhuis is van algemeen belang. Het is van cultuurhistorische belang als bijzondere uitdrukking van een sociaal-economische ontwikkeling, namelijk de stichting van woningen in het bestaande stedelijke weefsel, in het bijzonder langs uitvalswegen en langs singels; het is tevens van belang voor de typologische ontwikkeling van het woonhuis. Het object is architectuurhistorisch van belang omdat het een specimen van een stijl betreft, vanwege de esthetische kwaliteiten van het architectonisch ontwerp in combinatie met nog bestaande interieurelementen, en als voorbeeld van het oeuvre van architect Henri Seelen. Daarnaast is van het belang vanwege de architectonische gaafheid van het exterieur. Het is van belang vanwege de architectuurhistorische en historisch-stilistische zeldzaamheid.

Dit monument maakt onderdeel uit van complexnummer 524709. Hier vindt u meer informatie over het complex en de bijbehorende monumenten.

Overige gegevens

Oorspronkelijke functies

Hoofdfunctie Hoofdcategorie Subcategorie Functie Verbijzondering Toelichting
Ja Woningen en woningbouwcomplexen Woonhuis(K) Woonhuis

Bouwactiviteiten

Werkzaamheid Van Tot Nauwkeurigheid Toelichting
vervaardiging
1905
1905
exact

Bouwstijlen

Bouwstijl Zuiverheid Toelichting Rijksmonumentnummer
Art Nouveau
stijlzuiver

Ambachten

Vakman Beroep Toelichting
Seelen, H. ; Limburg
architect / bouwkundige / constructeur