Registergegevens

Monumentgegevens

Monumentnummer
525243
Complexnummer
525242 - Technische Physica
Inschrijving register
Kadaster deel/nr
82922/164
Internationaal kenteken
Nee
Kadastrale aanduiding
Delft A 9879
Delft A 9350
Prof. Snijdersstraat 5, 2628 RA te Delft
Prof. Schermerhornstraat 4, 2628 PZ te Delft
Kanaalweg 3 A 1, 2628 EB te Delft
Kanaalweg 3 A 2, 2628 EB te Delft
Kanaalweg 3 A 3, 2628 EB te Delft
Kanaalweg 3 A 4, 2628 EB te Delft
Kanaalweg 3 A 5, 2628 EB te Delft
Kanaalweg 3 A 6, 2628 EB te Delft
Kanaalweg 3 A 7, 2628 EB te Delft
Kanaalweg 3 A 8, 2628 EB te Delft
Kanaalweg 3 A 9, 2628 EB te Delft
Kanaalweg 3 A 10, 2628 EB te Delft
Kanaalweg 3 A 11, 2628 EB te Delft
Kanaalweg 3 A 12, 2628 EB te Delft
Kanaalweg 3 A 13, 2628 EB te Delft
Kanaalweg 3 A 14, 2628 EB te Delft
Kanaalweg 3 A 15, 2628 EB te Delft
Kanaalweg 3 A 16, 2628 EB te Delft
Kanaalweg 3 A 17, 2628 EB te Delft
Kanaalweg 3 A 18, 2628 EB te Delft
Kanaalweg 3 A 19, 2628 EB te Delft
Kanaalweg 3 A 20, 2628 EB te Delft
Kanaalweg 3 A 21, 2628 EB te Delft
Kanaalweg 3 A 22, 2628 EB te Delft
Kanaalweg 3 A 23, 2628 EB te Delft
Kanaalweg 3 A 24, 2628 EB te Delft
Kanaalweg 3 A 25, 2628 EB te Delft
Kanaalweg 3 A 26, 2628 EB te Delft
Kanaalweg 3 A 27, 2628 EB te Delft
Kanaalweg 3 A 28, 2628 EB te Delft
Kanaalweg 3 A 29, 2628 EB te Delft
Kanaalweg 3 A 30, 2628 EB te Delft
Kanaalweg 3 A 31, 2628 EB te Delft
Kanaalweg 3 A 32, 2628 EB te Delft
Kanaalweg 3 A 33, 2628 EB te Delft
Kanaalweg 3 A 34, 2628 EB te Delft
Kanaalweg 3 A 35, 2628 EB te Delft
Kanaalweg 3 A 36, 2628 EB te Delft
Kanaalweg 3 A 37, 2628 EB te Delft
Kanaalweg 3 A 38, 2628 EB te Delft
Kanaalweg 3 A 39, 2628 EB te Delft
Kanaalweg 3 A 40, 2628 EB te Delft
Kanaalweg 3 A 41, 2628 EB te Delft
Kanaalweg 3 A 42, 2628 EB te Delft
Kanaalweg 3 A 43, 2628 EB te Delft
Kanaalweg 3 A 44, 2628 EB te Delft
Kanaalweg 3 A 45, 2628 EB te Delft
Kanaalweg 3 A 46, 2628 EB te Delft
Kanaalweg 3 A 47, 2628 EB te Delft
Kanaalweg 3 B, 2628 EB te Delft

Omschrijving

Inleiding

Hoofdgebouw, voormalig LABORATORIUM, onderdeel van het complex voormalig laboratorium van de Afdeling Physica en Electrotechniek van de Polytechnische School (nu TU). Het gebouw is naar het ontwerp in Neo-Gotiek van J. van Lokhorst uit 1899 in 1902-1903 gebouwd.

In een apart bouwvolume werd het dynamolokaal van het laboratorium ingericht.

Aan de oostzijde bevindt zich de belendende directeurswoning.

Toen in 1930 het nieuwe Natuurkundegebouw aan het Mijnbouwplein in gebruik werd genomen, kwam het gebouw beschikbaar voor de Afdeling der Electrotechniek. Enkele ruimten op de derde verdieping gingen dienst doen voor het onderwijs in het IJkwezen.

Het gebouw werd toegerust met een goederenlift voor het vervoer van werktuigen. Deze werden verder getransporteerd met behulp van lorries, die over rails naar de collegezalen voeren. Deze rails bevinden zich nog steeds in het gebouw.

Omschrijving

Het hoofdgebouw is in grauwe baksteen (kruisverband) opgetrokken vanuit een samengestelde plattegrond. Het bestaat uit een T-vormig hoofdvolume dat aan de zuidwestzijde via een tussenlid verbonden is met het op rechthoekige plattegrond opgetrokken dynamolokaal. Ten zuiden van de 'poot' van de T bevindt zich het trappenhuis.

Het hoofdvolume bestaat uit drie bouwlagen met een kaplaag. De samengestelde kap bestaat uit zadeldaken, afgeplatte zadeldaken en daken met wolfseind. De daken en spitsen van de hoektorens zijn gedekt met blauwe leien in resp. Rijn- en Maasdekking. De spitsen van de tentdaken worden door ranke, zinken pirons bekroond. De dakschilden worden doorsneden door dakkapellen met dubbele draairamen. Belendend ten oosten van het hoofdvolume bevindt zich een samengesteld bouwvolume met een samengestelde kap in twee bouwlagen, waarin zich onder meer de voormalige dienstwoning bevindt. Het volume bestaat uit een bouwdeel onder afgeplat schilddak, een uitbouw onder vijfzijdig schilddak en een volume onder zadeldak dat ingrijpt in het afgeplatte schilddak. Op het zadeldak een forse, gemetselde schoorsteen. Op de nokken van de andere daken pirons. Dit volume is gedetailleerd als het hoofdgebouw.

De gevels worden geleed door hardstenen waterlijsten, waarvan de onderste de vlakke plint afsluit. Hardsteen is voorts gebruikt bij de lateien, aanzetblokjes, neuten, tussen-, onder- en lekdorpels van de vensters, de dekplaten van de trapgevels en de 'kuipvormige' consoles van de arkels. Rond de rechtgesloten kruisvensters zijn gebakken kraalprofielen verwerkt. De vensters bevatten houten vaste en draairamen. De gevels worden verlevendigd door het gebruik van rode verblendsteen ter accentuering van de ontlastingsbogen boven de vensters, randen rond de spitsboogvormige spaarvelden en trapvensters en hoeken van de veelhoekige arkels. Er zijn vergaarbakken van de hemelwaterafvoer en smeedijzeren sierankers aangebracht. De geprofileerde, harstenen daklijsten boven de met kraalranden afgesloten gevels worden gedragen door hardstenen klosjes.

De symmetrische noordgevel van het hoofdvolume aan het Rijn-Schiekanaal bestaat uit twee keer vijf traveeën aan weerszijden van de éénassige entree met (links daarvan) een driekantige uitbouw met het hoofdtrappenhuis. De hoekpaviljoens zijn twee traveeën breed en uitgevoerd met trapgevels en arkels. Iedere travee bestaat uit drie boven elkaar geplaatste kruisvensters. De entree bestaat uit een hardstenen stoep met drie treden en een hardstenen plint en rondom een geprofileerde en getoogde deuromlijsting. De getoogde porte-brisée is opgeklampt en heeft ijzeren gehengen en beslag. De middenstijl bestaat uit rijk gesneden houtwerk met een allegorische vrouwe Physica. Aan weerszijden van de deur bevindt zich een tweedelig, getoogd zijlicht met voor het onderste raam diefijzers. De luifel tussen deur en bovenlicht is vervaardigd van getrokken ijzerwerk. De vijf bovenlichten met glas-in-lood worden bekroond door vijf spitsboogvormige natuurstenen nissen met daarin florale motieven en een gekroond wapen. Het uitgebouwde trappenhuis bevat per bouwlaag en per zijde een samenstel van gekoppelde tweedelige vensters met daarboven blindnissen met natuurstenen traceringen en daarboven gekoppelde driedelige vensters met drie-pasmotief. Alle ramen zijn uitgevoerd met gekleurd glas-in-lood. De toppen van de trapgevels zijn uitgevoerd met spitsboogvormige spaarvelden, een zesdelig vensters met gemetselde stijlen in de top en overhoeks geplaatste pinakels met natuurstenen console. De beëindiging van de onderste trap is in natuursteen met floraal motief uitgevoerd.

De symmetrische zijgevel van het westelijke hoekpaviljoen bevat vier vensterassen. De achtergevel van dit paviljoen en het oostelijke paviljoen zijn identiek aan de voorgevel. De zijgevel van het oostelijke paviljoen is gedeeltelijk door de woning aan het oog onttrokken. De 'poot' van de T wordt aan de zuidzijde afgesloten met een evenwijdig aan de vleugel aan het Rijn-Schiekanaal gelegen volume. De kopgevels bevatten aan weerszijden hoekarkels, diverse typen vensters en een hangende bakstenen uitbouw ter hoogte van de derde bouwlaag, met lessenaarsdak met ijzeren vakwerkconstructie en vier vierkante vensters met glas-in-lood.

De zuidgevel wordt onderbroken door een trappenhuis en bestaat links en rechts daarvan uit twee brede traveeën. Iedere travee bevat op de eerste twee bouwlagen gekoppelde, vierdelige vensters en in de kaplaag steekkappen met wolfeind, waarin spitsboogvormige vensters met traceringen geplaatst zijn.

Het trappenhuis aan het hoofdvolume bestaat uit drie bouwlagen met plat dak en gemetselde balustrade. In de inspringende noordoosthoek een uitbouw onder lessenaarsdak van één laag met smalle, langgerekte vensters. Het trappenhuis wordt aan de westzijde grotendeels aan het zicht onttrokken door het dynamolokaal. Aan de oostzijde bevinden zich trapsgewijs verspringende, rechtgesloten en langgerekte vensters, waaraan het trappenhuis herkenbaar is. De gevel van het versmalde deel bevat op de verdiepingen gekoppelde vierdelige vensters.

De asymmetrische voorgevel van het nevenvolume bestaat uit vijf vensterassen van ongelijke breedte. Achter de drie rechtse vensters bevindt zich een dienstwoning. Het standaardtype kruisvenster in de linker travee wordt afgewisseld door rechtgesloten, staande vensters met dubbele draairamen en driedelige bovenlichten in de drie middelste traveeën. De tweede travee bevat de hoofdentree met een getoogde deur en driedelig bovenlicht met spitsboogmotief. De meest rechts travee bevat een getoogde deur met rechtgesloten bovenlicht. De zijgevel (oostzijde) bestaat uit een vensteras met op iedere bouwlaag een kruisvenster en rechtsdaarvan een driezijdige uitbouw met in ieder vlak een kruisvenster. De achtergevel is met een houten serre van één bouwlaag met houten balustrade uitgebouwd. Op de verdieping een getoogde opening met dubbele, getoogde openslaande balkondeuren. Daarboven tweedelig rechtgesloten venster. In kap dakkapel met twee ramen. In de trapgevel onder zadeldak in iedere bouwlaag driedelige vensters.

Het dynamolokaal bestaat uit twee bouwlagen met een flauw hellend schilddak, dat over de gehele lengte in het midden opgetild is. In de eerste bouwlaag bevinden zich rondom gekoppelde, rechtgesloten vensters en een aantal enkele deuren en dubbele inrijdeuren. In de tweede bouwlaag domineert een glaspui, die vrijwel het gehele gevelvlak beslaat. In de houten lichtkap bevinden zich aaneengesloten vensterstrips.

In de hoofdvleugel aan de Kanaalweg bevonden zich onder meer een instrumentengalerij, laboratoriumzalen, een collegezaal, docentenkamers, conciërgewoning en verzamelingszalen. In het haakse daarop staande volume met plat dak bevonden zich onder meer ijklokalen en laboratoria. In het volume, dat op zijn beurt weer parallel staat aan het hoofdvolume met het wolfsdak en de traptorens, bevonden zich laboratoria, practicazalen en twee grote collegezalen. Het interieur heeft de historische indeling en detaillering nagenoeg behouden. Er bevinden zich oorspronkelijke granito-vloeren. De gangen, waarvan de plafonds bestaan uit troggewelven, worden geleed door spitsbogen. Het plafond van de gang naar het dynamolokaal heeft ijzeren profielen. De ruiten in de deuren, zij- en bovenlichten van de getoogde tochtportalen bestaan uit gekleurd glas-in-lood. Overigens ramen met glas-in-lood met gekleurde sierranden. De tochtdeuren zijn uitgevoerd met koperen handlijsten. Ramen en paneel- en glasdeuren hebben voor het merendeel het oorspronkelijke sluitwerk behouden. In de trappenhuizen granieten bordestrappen, sierlijk smeedwerk en houten handlijsten. Op de kapverdieping bevinden zich twee collegezalen met gespiegelde plattegronden, die zich geheel in originele staat bevinden. De kapconstructie bestaat uit vier stalen geklinknagelde spanten. Verder bevinden zich in de zalen een houten vloer, houten toonbank met melkglas, klapstoelen, paneeldeuren, zuurkast, bordkasten en een balkon. Dit balkon is bereikbaar via een wenteltrap in de hoektoren. De deuren van deze zalen zijn uitgerust met smeedijzeren deurstoppen.

De constructie van het dynamolokaal bestaat uit ijzeren, geklinknagelde spanten, die de gehele breedte van de hal overspannen en het dak dragen. De lichtkap wordt eveneens door ijzeren spanten gedragen. De gemetselde muren bevatten getoogde nissen, waarin zich de vensters bevinden. De hijsinstallatie is bewaard gebleven. Het interieur van de dienstwoning heeft de oorspronkelijke indeling en detaillering grotendeels behouden.

Waardering

Het voormalige laboratorium van de afdeling Physica en Electrotechniek van de Polytechnische school is van algemeen belang vanwege de cultuur- en architectuurhistorische waarde

- als uitdrukking van een specifieke functie, namelijk een laboratorium van een polytechnische school, en vanwege de plaats die het inneemt in de geschiedenis van de Technische Universiteit Delft;

- als voorbeeld van de bouwstijl, namelijk de Neo-Gothiek, vanwege de plaats die het inneemt in het oeuvre van de rijksarchitect Van Lokhorst en vanwege de karakteristieke hoofdvorm, materiaalgebruik, detaillering en interieur en de hoge mate van gaafheid en zorgvuldige afwerking daarvan.

Het laboratorium heeft stedenbouwkundige waarde vanwege de beeldbepalende ligging aan het Rijn-Schiekanaal en de ruimtelijk-functionele en visuele relatie met de omringende gebouwen van de TU-wijk.

Dit monument maakt onderdeel uit van complexnummer 525242. Hier vindt u meer informatie over het complex en de bijbehorende monumenten.

Overige gegevens

Oorspronkelijke functies

Hoofdfunctie Hoofdcategorie Subcategorie Functie Verbijzondering Toelichting
Ja Cultuur, gezondheid en wetenschap Onderwijs en wetenschap Laboratorium

Bouwactiviteiten

Werkzaamheid Van Tot Nauwkeurigheid Toelichting
vervaardiging
1903
1904
globaal
verbouwing
1949
1949
exact

Bouwstijlen

Bouwstijl Zuiverheid Toelichting Rijksmonumentnummer
Neo-Gotiek
stijlzuiver