Inleiding onderdeel 8.

De bij de historische buitenplaats Clingendael behorende vrijstaande 19de-eeuwse SCHUUR is een restant van het in oorsprong 17de-eeuwse boerderijcomplex op Clingendael (zie onderdeel 7). De schuur is opgetrokken in een Ambachtelijk-traditionele bouwtrant, welke zich kenmerkt door een op de functie toegespitst materiaalgebruik en detaillering. De schuur staat dwars op de boerderij en de oprijlaan en is met de voorste kopgevel georiënteerd op het hoofdgebouw en maakt deel uit van een vrijwel rechthoekig erf nabij het einde van het rechte deel van de oprijlaan. De schuur is door middel van een tussenlid verbonden met een er dwars opstaande houten schuur voor paarden en jongvee, die vanwege de vrij recente bouwdatum van ondergeschikt belang is voor de bescherming.

Omschrijving

De vanuit een rechthoekige plattegrond in gepleisterde baksteen met zwart geschilderde plint opgetrokken schuur staat onder een met rode pannen gedekt zadeldak met uitkragende dakrand met windveren en boeiboorden. De dakgoten boven de langsgevels rusten op smeedijzeren beugels. De oostelijke kopgevel is symmetrisch met een uit een boven- en een onderdeur samengestelde rechtgesloten deur en een zolderluik onder een tweedelig bovenlicht. De noordelijke langsgevel bevat twee rondboogvensters met roedenverdeling in de stalen ramen. Tegen de westelijke kopgevel staat een aanbouw die voor de bescherming van ondergeschikt belang is. In de zuidelijke langsgevel staat rechts een rechtgesloten enkele deur en in het midden een stel openslaande, uit boven- en onderdeuren samengestelde inrijdeuren.

Waardering

De 19de-eeuwse schuur is van algemeen belang vanwege de cultuurhistorische en de ensemblewaarde:

- door de ouderdom, de typologische herkenbaarheid en de redelijke mate van gaafheid van het exterieur;

- als ruimtelijk en functioneel onderdeel van het boerderijcomplex, welke op zijn beurt weer deel uitmaakt van één der belangrijkste 17de-eeuwse buitenplaatsen in de regio;

- door de bijzondere situering aan de rand van het boerenerf.