Complexonderdeel 2

Omschrijving

Drie stuwvijvers met bijbehorende sluisjes en duikers waarvan twee kleine vijvers ten noorden van de U-vormige opstal en een zeer grote aan de zuidzijde van de Weijerweg: drie in het landschap waarneembare rondgaande dijkvormige aardlichamen, alle ongeveer heuphoog danwel manshoog en met een gesloten min of meer ovale vorm zodat een bassin of stuwvijver kan ontstaan ten behoeve van de opslag van water en de molenfunctie. Voorts nog een verbindende watergang tussen de grote zuidelijke stuwvijver en de molen, gelegen aan de oostkant van de hoeve en met een brugje de Weijerweg kruisend; aldaar aan de noordkant van de Weijerweg een sluisje als begin van de afslagtak. Deze tak loopt enkele tientallen meters langs de weg, met een brugje onder de oprijlaan doorgaand en vervolgens in noordelijke richting afbuigend tot ten noorden van de U-vormige opstal; hierin uitkomend de watergang die over het waterrad stromend water moet afvoeren.

Waardering

De drie stuwvijvers bezitten algemeen belang want:

- zij dateren in oorsprong in ieder geval uit de 19de eeuw, maar zijn waarschijnlijk ouder;

- de ruimtelijke, visuele, functionele en historische betrekking tot de Volmolen of watermolen Frankenhof is dermategoed leesbaar dat sprake is van betekenis voor de geschiedenis van het cultuurlandschap en voor de geschiedenis van de waterbeheersing;

- de combinatie van een bovenslagmolen met stuwvijvers als deze is zeldzaam;

- zij zijn gaaf behouden;

- de stuwvijvers voorzien met het omgevende cultuurlandschap waaronder de Zieversbeek in een opmerkelijk veelzijdig en samenhangend spectrum van historische belevings- en ervaringsmomenten.