Registergegevens

Monumentgegevens

Monumentnummer
527759
Complexnummer
527758 - Kasteel Aerwinkel
Inschrijving register
Kadaster deel/nr
82793/161
Kadastrale aanduiding
Posterholt G 431
Aerwinkelallee 1, 6061 GT te Posterholt

Omschrijving

Omschrijving onderdeel 1

In 1854-1856 werd het KASTEEL AERWINKEL in opdracht van de Hasseltse (B) president van de rechtbank Pierre Mathieu Geradts, gebouwd door P.J.H. Cuypers (1827-1921). Hij ontwierp een kasteel in de neogotische stijl, met spitsbogen, arkeltorentjes, pilasters en kantelen, waarmee hij een 'middeleeuws' silhouet wist te scheppen. Omstreeks 1900 werd het kasteel op de zuidhoek uitgebreid met een serre met glas-in-lood in de vensters. Aan weerskanten van de middenrisaliet werden twee vierkante torentjes toegevoegd ter vergroting van de sanitaire ruimtes.

Het uit donkerrode baksteen opgetrokken gebouw staat op een vrijwel vierkante, in drie beuken verdeelde, plattegrond en bestaat uit een souterrain, bel-etage, eerste verdieping en zolder. Het wordt afgedekt door een noordoost-zuidwest lopend zadeldak over het middengedeelte. De zijbeuken liggen onder een op het hoofddak aanlopend lessenaarsdak. De dakvlakken zijn met pannen belegd, de daken van de torentjes met leien. De hoofdingang ligt in de noordoostgevel. Deze gevel is symmetrisch van indeling. De middenrisaliet eindigt in een trapgevel met pilasters op de hoeken; de lagere zijstukken zijn afgedekt door kantelen met een arkeltorentje halverwege en gebundelde pijlers, die de schoorstenen bevatten, op de hoeken. Aan beide zijden van de middenrisaliet zijn met kantelen beëindigde vierkante torentjes aangebracht waarin smalle lichtvensters zitten. In de middenrisaliet bevindt zich de rondbogige ingang met bovenlicht en glas-in-lood die via een bordestrap van twee vluchten met hardstenen treden bereikt wordt. In de middenrisaliet zijn (wapen)stenen aangebracht: boven de voordeur een banderol met 'Aedificata 1856', het wapen van Geradts met wapenspreuk 'Suum Quique Tribuere' links en dat van Cuypers met wapenspreuk 'Credo Spero Amo' rechts. In de geveltop het Geradtswapen. De eerste verdieping van de risaliet heeft een groot rondboogvenster. Tussen de eerste verdieping en de zolder loopt een bakstenen tandlijst, onderbroken door lisenen op een kraagsteen, die zich over alle gevels voortzet. De drie vensters van de zolderverdieping liggen ieder in een door een tandlijst afgesloten spaarveld. De zuidwestkant of achtergevel is gericht op de boerderij. Het uitzicht op de boerderij is gecamoufleerd door een forse boomgroep. De indeling van de gevel is als volgt. Tegen het middendeel, dat evenals de voorgevel eindigt in een trapgevel met pinakels op de hoeken, is over twee bouwlagen een vijfzijdige uitbouw gezet, afgesloten met een gemetselde balustrade; de lagere zijstukken zijn afgedekt door kantelen met een arkeltorentje halverwege (de torenspitsjes zijn verdwenen) en gebundelde pijlers die de schoorstenen bevatten op de hoeken. De toegang aan deze zijde is via een bordestrap met drie vluchten. De toegangsdeur en vensters van de bel-etage worden afgesloten met een ronde boog. Op de verdieping zijn de vensters voorzien van een rechte beëindiging. Deur en vensters zijn van een roedeverdeling voorzien. Tussen de eerste verdieping en de zolder loopt, ook over de vijfzijdige uitbouw de hierboven vermelden tandlijst. De deur en vensters op de zolderverdieping die uitkomen op het balkon van de vijfzijdige uitbouw zijn in een spitse boog gevat. Tegen de zuidzijde van het kasteel is een serre aangebracht met houten kozijnen en glas-in-lood in de bovenlichten. De voet van de serre is uitgevoerd in vakwerk met baksteenvulling. Grote segmentboogvormige kelderlichten. De linker-(zuidoost) en rechter-(noordwest)zijgevel zijn sterk overeenkomstig. Beide gevels zijn drie traveeën breed. Op de bel-etage zijn rondboogvensters, op de verdieping rechthoekige vensters met roedeverdeling ingebracht. De middenpartij eindigt met een trapgevel met hoektorentjes (verdwenen bij de linkerzijgevel). Het middendeel is in een grote spitsboogvormige spaarnis gevat. In de linkerzijgevel zit de personeelstoegang naar het souterrain. Het muurwerk is door Cuypers gepolychromeerd aan de buitenzijde met een fijne sauslaag van een paarsrode kleur. In de strekken van de rondbogen zijn nog sporen van een okergele afwerking terug te vinden.

De indeling en oorspronkelijke afwerking van het interieur zijn vrij goed bewaard gebleven, ondanks de verschillende functies die het kasteel gehad heeft. Het souterrain is de afdeling waar het personeel zich ophield. Daar bevonden zich de keukens en voorraadkelders. Dit gedeelte is op twee manieren toegankelijk: van buiten af via een trap in de linkerzijgevel en van binnen uit via een trap achter de hoofdtrap. De meeste kelders hebben een gemetseld tongewelf als overkluizing. Opmerkelijk is de overwelving van de middelste kelder. Het gemetselde tongewelf eindigt als een absis met een afronding in graatgewelf. De lichttoetreding vindt plaats door middel van overwelfde segmenten, waarvan de hoefijzervormige insnijding als een dakkapel dwars op de overkluizing staat. In de wijnkelder die zich bevindt onder de hal zijn gemetselde vakken aangebracht voor de opslag van wijn. In de bijkeuken die van buiten af toegankelijk is, vangt een gietijzeren zuil een ijzeren balk op die overigens steunt op geprofileerde consoles. Op de bel-etage bevinden zich de monumentale hal met trappartij, salon, ontvangstruimte, woon- en eetkamer. De decoratie van de verschillende vertrekken weerspiegelen het belang van de functie die zij vertegenwoordigen. Via de voordeur met glas-in-lood betreedt men de achtzijdige entree. Van daaruit is een axiaal zicht via hal en eetkamer naar buiten mogelijk. De entreehal is overkluisd met een balkenplafond dat opgevangen wordt op wapenconsoles. Omwille van de symmetrie zijn hier vier lage en twee hoge deuren aangebracht. De deuren ter linker- en rechterzijde leiden respectievelijk naar een spreekkamer (nu kantoor) en de salon. In de daarachter liggende hal bevindt zich de trappartij naar boven. Deze bestaat uit een bordestrap met gebogen traptreden van een vlucht die zich na het bordes splitst. De vlucht heeft traptreden die geleidelijk verlopen van hol naar bol. Ter hoogte van het bordes is een nis aangebracht waarin oorspronkelijk een Ceresbeeld stond. De wanden van de hal op de eerste verdieping dienden als portrettengalerij. Het trappenhuis wordt verlicht door een koepel met glas-in-lood. Achter de trappartij loopt een gebogen gang met de trap naar het souterrain. De salon rechts van de entreehal heeft een deel van zijn oorspronkelijke aankleding bewaard. Het beschilderde cassetteplafond is in de velden versierd met gotische vierpassen waarin blanco wapens zijn opgenomen. De vensters zijn voorzien van scharnierende luiken. Opmerkelijk is de lambrisering van geperst asbest met bloemmotieven. De hoekschouw is van donkere hardsteen, versierd met gecanneleerde consoles. De dubbel openslaande deurpartij naar de hierachter liggende ontvangstkamer is versierd met briefpanelen. De grote ontvangstruimte, ten tijde van de Zusters als kapel in gebruik, heeft eenzelfde plafond en lambrisering als de salon. Twee symmetrisch in de lange wand geplaatste deuren met briefpanelen geven toegang tot de entreehal en de eetkamer in de as van het huis. De eetkamer, voorzien van een zwart marmeren schouw wordt met een eenvoudig plafond met dunne, geprofileerde balken afgesloten. De deur naar buiten heeft een half rond bovenlicht. De deuren zijn van 'gewone' panelen voorzien. Links naast de eetkamer is de woonkamer, waarvan het plafond gevormd wordt door zware balken op geprofileerde consoles. Aan de woonkamer is omstreeks 1900 een serre aangebouwd, van waaruit een fraai zicht op het omringende parklandschap met vijver en boomcoulissen bestaat. De serre is voorzien van glas-in-lood in de bovenvensters met gebrandschilderde vogels. De voormalige spreekkamer, thans kantoor, links naast de entreehal heeft een zware balklaag op consoles, als de woonkamer. Witmarmeren schouw met zuiltjes. Op de verdieping bevinden zich de slaap-, kleed- en badkamers en de bibliotheek. De bibliotheek ligt in de middenas van het huis. Boekenkasten, betimmeringen, haard en spiegel zijn uitgevoerd in neorenaissancestijl.

Waardering

Het KASTEEL AERWINKEL is van algemeen belang:

- wegens de architectonische vormgeving in neogotische stijl

- wegens de oorspronkelijke plattegrond en de indeling

- wegens de afwerking van een aantal interieurs

- als vroeg voorbeeld van het werk van P.J.H. Cuypers

- wegens de ligging in een gelijktijdig tot stand gekomen landschapspark

- wegens de functioneel-ruimtelijke relatie met de andere onderdelen van de buitenplaats.

Dit monument maakt onderdeel uit van complexnummer 527758. Hier vindt u meer informatie over het complex en de bijbehorende monumenten.

Overige gegevens

Oorspronkelijke functies

Hoofdfunctie Hoofdcategorie Subcategorie Functie Verbijzondering Toelichting
Ja Kastelen, landhuizen en parken Kasteel, buitenplaats Kasteel

Bouwactiviteiten

Werkzaamheid Van Tot Nauwkeurigheid Toelichting
vervaardiging
1854
1856
exact

Bouwtypen

Hoofdcategorie Subcategorie Bouwtypen Toelichting
Kastelen, landhuizen en parken Kasteel, buitenplaats

Bouwstijlen

Bouwstijl Zuiverheid Toelichting Rijksmonumentnummer
Neo-Gotiek
stijlzuiver