Registergegevens

Monumentgegevens

Monumentnummer
528458
Complexnummer
529966 - Boerderijcomplex Beetsterzwaag
Inschrijving register
Kadaster deel/nr
82741/82
Kadastrale aanduiding
Beetsterzwaag G 118
Kerkepad West 2, 9244 GD te Beetsterzwaag

Omschrijving

Omschrijving onderdeel 1.

Het KOP-ROMPBOERDERIJTJE bestaat uit een lang voorhuis met zadeldak en topgevel, dat aan de achterzijde is ingestoken in een korte iets hogere schuur met schilddak met uilenborden. De rechterzijde van het voorhuis is vanaf het zijvenster van de voorkamer uitgebouwd met een kubbing.

De gevels van het voorhuis zijn opgetrokken met Friese geeltjes van IJsselformaat. De hoekoplossing is in normaal kruisverband zonder klezoren in de koppenlagen, maar met drieklezoren in de strekkenlagen. Het muurwerk van het voorhuis is ter hoogte van de begane grond witgesausd. Het zadeldak heeft een A-vormig gebintconstructie van kreupele stijlen en is gedekt met zwart geglazuurde Oud-Hollandse pannen.

De voorgevel op het zuiden is een topgevel met schoorsteen waarop het jaaranker 1733. De gevel is voorzien van vlechtingen, die deels aan het zicht onttrokken worden door gesneden windveren uit circa 1900. Op de begane grond twee schuifvensters (onder twaalfruits, boven achtruits), voorzien van luiken; ter hoogte van de verdieping twee zesruits venstertjes (waarvan één oorspronkelijk).

In de rechter zijgevel een oorspronkelijk schuifvenster. Rechts daarvan begint de kubbing, met een voordeur aan de voorzijde en twee tweelichts vensters in de lage kubbingmuur.

De linker zijgevel van het voorhuis is, ondanks het weinig authentieke voorkomen, van belang voor het begrip van de oorspronkelijke constructie en indeling van het voorhuis. Het muurwerk bevat negen oorspronkelijke muurankers. In de oorspronkelijk blinde westmuur van de voorkamer zijn in de tweede helft van de twintigste eeuw twee vensters aangebracht. Links van de nieuwe vensters is een dichtgemetseld kelderraam herkenbaar van een nu verdwenen kelder die waarschijnlijk onder een bedsteewand heeft gezeten. Direct links naast dit kelderraam is een voormalige voordeur of lijkdeur die rond 1900 is dichtgezet en vervangen door een venster.

De schuur is in een later stadium versteend dan het voorhuis, waarschijnlijk pas in de negentiende eeuw, doch heeft een oudere hergebruikte gepende gebintconstructie. Mogelijk is het gebint al in de achttiende eeuw opgetrokken met hergebruik van zeventiende-eeuwse gebintdelen. De kap is boven in de zijvlakken nog van de oorspronkelijke sporen voorzien en is gedekt met riet.

De gevels van het schuurdeel zijn opgetrokken met Friese geeltjes (IJsselformaat) in kruisverband zonder het gebruik van klezoren op de hoeken. Het oorspronkelijke gesneden voegwerk is nog gedeeltelijk aanwezig. De schuur is rondom van een geschilderde zwarte plint voorzien.

De meeste kozijnen in de schuurgevels zijn oorspronkelijk, dat wil zeggen dat deze zijn aangebracht tijdens de verstening. Bij het maken of aanbrengen van de vensters en deurkozijnen is veel hergebruikt materiaal toegepast; dit hergebruik van oude kozijnen in het bedrijfsgedeelte is typisch voor boeren bouwpraktijk. Zo zijn de geornamenteerde consoles aan de staldeuren aan de voor- en achterzijde waarschijnlijk afkomstig van laatnegentiende-eeuwse schouwen. Belangrijker is de ouderdom van sommige venstertjes, waarvan tenminste één hoogstwaarschijnlijk zeventiende-eeuws is. Alle oorspronkelijke venstertjes in het staldeel zijn voorheen luikvensters geweest, maar hebben waarschijnlijk in de vroege twintigste eeuw ruiten met roedeverdeling gekregen. De rechter zijgevel heeft twee van dergelijke vensters; de achtergevel heeft van links naar rechts eerst een verstelde dubbele deeldeur, dan twee voormalige luikvensters en dan een staldeur met consoles. Naast de staldeur staat op de traditionele plek een houten aanbouw met gemak.

Niet oorspronkelijk zijn de ramen aan de linker zijde van de schuur: In de linker zijgevel zijn in de late negentiende eeuw vijf extra gietijzeren segmentboogvormige stalramen aangebracht en in de linker voorzijde van de schuur is in de twintigste eeuw een extra slaapkamerraam met bovenlicht aangebracht.

Het interieur van het voorhuis is rond 1900 en in de twintigste eeuw ingrijpend verbouwd geweest, waardoor de oorspronkelijke indeling verdwenen is. De indeling is als volgt: het grootste vertrek van het voorhuis is de voorkamer -thans vier balkvakken diep- welke mogelijk oorspronkelijk kleiner is geweest. Achter de voorkamer is een slaapkamertje gelegen ter plaatse van de verdwenen gang en onderkelderde bedsteewand. In de kubbing zijn een gang en keuken ondergebracht. Middels een toog in de dragende binnenmuur heeft deze keuken extra ruimte en geeft toegang tot de naastgelegen slaapkamer en het achterhuis. Het achterhuis van de woning is een twintigste-eeuwse enkellaagse inbouwing in het schuurdeel. Deze achterbouw vertegenwoordigt geen monumentale waarden en bevat een portaaltje, een slaapkamer welke een raam heeft op het oosten, een douche en een wc.

Ondanks dat de woningplattegrond ingrijpend gewijzigd is, bevat het voorhuisinterieur oorspronkelijke elementen en bouwsporen die eventueel achter betimmering bewaard zijn gebleven. Van interieurhistorische waarde is onder andere de schouw in de voorkamer met de originele -voor 1733 enigszins ouderwetse- zwaar geprofileerde omlijsting. De rookvang is later van geprofileerde schrootjes voorzien. Het tegelwerk op de achterwand is authentiek en is voornamelijk gezet met springertjes van het type 'Jacht in cirkel; hoekmotief: spin' (1680-circa 1790) (A04.01.10) zoals beschreven in "De Nederlandse tegel: decors en benamingen 1570-1930". Op enkele plaatsen is deze later aangeheeld met tegeltjes van een ander type. Aan weerszijden onder de hoeken van de schouwomlijsting is de tegelwand voorzien van twee verticale banden van paarse tegels van het type 'centraal decor zonder omlijsting langs twee diagonalen' (1700-1900) (A01.12.62). De tegelwand zet zich door aan weerskanten van de schouw. Waarschijnlijk is achter de schrotenbetimmering onder de voorramen de oorspronkelijk doorgezette betegeling aanwezig. Deze betimmering is van ondergeschikt belang doch functioneert als een klimaatbuffer tussen de muur en de aanwezige moderne convectoren.

Het schuurgedeelte van het boerderijtje heeft twee hooivakken met aan de rechterzijde een langsdeel en aan de linkerzijde een koestand met mestgang. In dit uitzonderlijk gave stalinterieur zijn op de hoge koestand nog de oorspronkelijke houten scheidingswandjes aanwezig. Bijzonder is ook de traditionele vliegenwerende blauwwitte kleurstelling. In combinatie met de originele bestrating, muurdammen en het vrije zicht op de oorspronkelijke kapconstructie en kap, maakt dit stalinterieur tot een uitzonderlijk gaaf ensemble, waaraan de historische bedrijfsvoering nog zeer goed afleesbaar is.

Waardering

Het KOP-ROMPBOERDERIJTJE is van nationaal belang, cultuurhistorisch en bouwhistorisch belang en is beschermingswaardig op basis van:

- de uitzonderlijke gaafheid van het stalinterieur, welke een zeer grote bedrijfscultuurhistorische en interieurhistorische waarde vertegenwoordigt;

- de typologische en bouwkundige gaafheid en zeldzaamheid van de boerderij;

- de interieurhistorische waarde van de voorkamer met de uit de bouwtijd daterende schouwpartij met geprofileerde omgaande lijst en betegeling;

- de ouderdom van de boerderij (circa 1733);

- de historische en functionele relatie tot het bakhuisje en de wagenschuur.

Dit monument maakt onderdeel uit van complexnummer 529966. Hier vindt u meer informatie over het complex en de bijbehorende monumenten.

Overige gegevens

Oorspronkelijke functies

Hoofdfunctie Hoofdcategorie Subcategorie Functie Verbijzondering Toelichting
Ja Boerderijen, molens en bedrijven Boerderij (M) Boerderij(M1)

Bouwactiviteiten

Werkzaamheid Van Tot Nauwkeurigheid Toelichting
vervaardiging
1733
1733
globaal

Bouwtypen

Hoofdcategorie Subcategorie Bouwtypen Toelichting
Boerderijen, molens en bedrijven Boerderij (M)

Bouwstijlen

Bouwstijl Zuiverheid Toelichting Rijksmonumentnummer
n.v.t.
niet van toepassing