Boerderij van het Brabantse langgeveltype, tweede kwart 19e eeuw. Stal op het einde der 19e eeuw verlengd. Het woongedeelte heeft een kleine aanbouw met een tuitgevel.

Brabantse langgevelboerderij uit de eerste helft van de 19e eeuw. Met riet en pannen gedekt wolfdak, vlechtingen in de rechter zijgevel en in het woongedeelte vensters met luiken en zesruitsschuiframen.

Tol- of wevershuisje, gedateerd in de rechter zijgevel op een muuranker: 1785. Gepleisterd pandje onder hoog, met riet en pannen gedekt schilddak. Vensters met zesruitsschuiframen en luiken.

Boerderij van het Kempische langgeveltype.

Poldermolen de Olifant, monnikmolen in 1867 hier geplaatst. Bouwjaar 1856.

Woonhuis. Z.g. dijkwoning, gedeeltelijk in en tegen de dijk gebouwd. Karakteristiek voorbeeld van een langzamerhand verdwijnend type woning.

Tolhuis, tegenover het veer. Rechthoekig huisje met schilddak en middenschoorsteen. Aan de dijkzijde voordeur en dakkapel met vleugelstukken. Schuifvensters met luiken behangen. XVIII-XIX.

Windkorenmolen. Achtkantige bovenkruier met stelling. Bouwjaar 1856. Stenen onder- en tussenstuk. Achtkantig bovenstuk met riet gedekt, evenals kap.