Een verdiepingloos pand onder zadeldak, het gedeelte dat het woonhuis omvat heeft een gewijzigde dakhelling; het aangebouwde schuurgedeelte heeft een steilere dakhelling, wellicht de oorspronkelijke; woonhuisgevel gepleisterd...

Dwarshuis. Voordeur met bovenlicht. Schuifvensters.

Dwarshuis. Gootlijst met tanding. Voordeur met acht-ruits bovenlicht. Schuifvensters.

Tweebeukig pand. Voordeur in dwarsgevel. Zij-tuitgevel met vlechtingen. Schuifvensters. Staafankers in de borstwering. Vrijstaand stenen wagenschuur. Achter de woning een stenen zomerhuis.

Dwarshuis, gedeeltelijk onderkelderd. Schuifvensters. Rechts aangebouwd nieuwe schuur onder mansarde kap. Andere toevoegsels.

Dwarshuis (vernieuwd) zadeldak gevel tussen tuitgevels. Schuifvensters.

Klein woninkje. Schuifvensters. Waterput.

Verdiepingloos pand onder zadeldak, belegd met oud-hollandse pannen, gedeeltelijk vernieuwd, inwendig gewijzigd; zesruits schuifvensters; aanbouw onder lessenaarsdak tegen een van de smalle zijden.