Complexgegevens

Complexnummer
508023

Omschrijving

Complexinleiding

COMPLEX "HERENHUIZEN Johan van Oldebarneveltlaan-Doornstraat te 's-Gravenhage", bestaande uit twee onderdelen, waarvan het zuidelijke woningblok negen eengezinswoningen en het noordelijke blok vier eengezinswoningen bevat; beide zijn gebouwd in zakelijk-expressionistische trant in 1920-1921, naar ontwerp uit 1920 van de Zandvoortse architecten J. Duiker en B. Bijvoet in opdracht van aannemer/projectontwikkelaar J.D. van der Houwen.

Het complex vormt het eerste werk van Duiker en Bijvoet i n 's-Gravenhage, tevens een prijsvraag-opdracht. Daarnaast vormt het complex één van de eerste voorbeelden waarin de principes van "licht, lucht en ruimte" van het Nieuwe Boiuwen" consequent zijn toegepast bij een overigens traditionele bouwmethode.

Zowel het exterieur als het interieur tonen deze overgang: het exterieur wordt gekenmerkt door strakke, in baksteen opgetrokken gevels, zonder overstekende waterslagen, risalerende lekdorpels, bovendorpels of daklijsten. Door middel van luifels en balkons wordt een vanzelfsprekende overgang van exterieur naar interieur bewerkstelligd. Het interieur bevat een vernieuwend grondplan waarbij de vertrekken rondom een centraal geplaatste hal met trappenhuis zijn geplaatst (behalve bij de woningen met entree aan de Doornstraat, die een excentrisch geplaatst trappenhuis hebben) in plaats van gangen.

Het complex is gelegen aan weerszijden van de Johan van Oldebarneveltlaan. De Johan van Oldebarneveltlaan, beginnend in het Haagse Statenkwartier, krijgt door middel van het complex herenhuizen een ruimtelijke beëindiging bij de Scheveningse Doornstraat. Vanwege het gebogen stratenbeloop hebben de woningen aan de zuidzijde van de laan een schegvormig grondplan. Alle woningen hebben goed bezonde buitenruimten: de woningen aan de Johan van Oldebarneveltlaan hebben een voor- en achtertuin, de twee woningen met entree aan de Doornstraat hebben alleen een achtertuin.

Het complex is onderverdeeld in twee woonblokken: één van negen woningen (gelegen aan de zuidzijde van de Johan van Oldebarneveltlaan) en één van vier woningen (gelegen aan de noordzijde van deze laan). De woningen aan de zuidzijde van de Johan van Oldebarneveltlaan (huisnummers 98 t/m 114) zijn iets kleiner en eenvoudiger dan de woningen aan de noordzijde van de Johan van Oldebarneveltlaan (huisnummers 121, 123 (inclusief de garage aan de Doornstraat 60) en de tussenliggende woningen die hun entree aan de zijde van de Doornstraat hebben, Doornstraat 64 (inclusief garage aan de Doornstraat 62), 66).

N.B. De woningen aan de Johan van Oldebarneveltlaan zijn vrijwel alle in meer of mindere mate aangetast door interne en/of externe verbouwingen; de woningen met de huisnummers 106 en 121 zijn het gaafst. Van de Doornstraat is huisnummer 66 grotendeels in zijn oorspronkelijke vorm en detaillering bewaard gebleven, huisnummer 64 is gemoderniseerd. Niettemin is de oorspronkelijke opzet nog grotendeels herkenbaar.

Complexomschrijving

Uit twee woningblokken bestaand complex van tezamen dertien woningen, waarvan er negen (het zuidelijke blok) een schegvorming -doch vrijwel rechthoekig- grondplan hebben en vier (het noordelijke blok) een uit rechthoeken samengesteld grondplan. De woningen zijn in oorsprong alle opgetrokken in rode baksteen (met gesinterde rollagen onder de dakrand en vensters) en worden gekenmerkt door doosvormige bouwvolumes (Johan van Oldebarneveltlaan 98-114) of in elkaar grijpende doosvormige bouwvolumes (overige adressen) met een hoogte van twee bouwlagen, afgesloten door een plat dak, van oorsprong bedekt dakleer en grind.

De woningen hebben van oorsprong rechthoekige, iets terugliggende houten vensters met onderverdelingen die geometrische patronen vormen (en invloeden van De Stijl tonen) en lekdorpels van gesinterde baksteen die met de voorzijde in hetzelfde vlak als het overige metselwerk liggen. De woningen zijn voorzien van entreeportalen of -portieken en hebben in hout uitgevoerde balkons. Markante detailleringen zijn de rechthoekige bakstenen schoorstenen, die in oorsprong een verticaal element vormen in de horizontaliserende bouwwerken (maar die thans -anno 1997- niet meer overal aanwezig zijn), en de toepassing van glas-in-lood voor de boven-, zij- en onderlichten van de vensters.

De interieurs van de woningen aan de Johan van Oldebarneveltlaan kenmerken zich door een grondplan, waarbij de vertrekken rondom een centraal (in het midden van het huis) geplaatste hal met trappenhuis zijn gegroepeerd. In het interieur bevonden zich van oorsprong eenvoudig gesneden houten trapbalustrades, paneeldeuren en in sommige gevallen ook tochtdeuren met glas-in-loodpanelen. Daarnaast waren in het interieur de deuren en ramen afgewerkt met strak geprofileerde deur- en vensterarchitraven c.q. deklijsten.

Complexwaardering

Het complex "herenhuizen Johan van Oldebarneveltlaan-Doornstraat te 's-Gravenhage" is van algemeen belang wegens cultuur- en architectuurhistorische en typologische waarde als in- en uitwendig goed herkenbaar voorbeeld van vroeg 20ste-eeuwse woningbouw die de overgang van traditionele bouwwijze na ar functionalistische ontwerptrant markeert. Het complex heeft ensemble- en situationele waarde als twee woningblokken die de ruimtelijke beëindiging vormen van de in het Haagse Statenkwartier beginnende Johan van Oldebarneveltlaan met de Scheveningse Doornstraat. Daarnaast is het complex van algemeen belang als karakteristiek vroeg onderdeel uit het oeuvre van de architecten J. Duiker en B. Bijvoet.