Complexgegevens

Complexnummer
512236

Omschrijving

Inleiding Fabriekscomplex met in fasen opgetrokken FABRIEKSHALLEN (ondermeer 1852, 1863 en 1927), KANTOOR uit 1913 en een KETELHUIS uit 1912. Delen van de drie gebouwen zijn ontworpen in een Nederlandse variant van de Art Nouveau bouwstijl.

De Nederlandsche Handel Maatschappij en Thomas Ainsworth zijn de grondleggers van de textielindustrie in Nijverdal. Omdat men in Twente vertrouwd was met de textielnijverheid en omdat er in de omgeving van Hellendoorn werkeloosheid en armoede heerste, kwamen zij met een plan om daar katoentjes voor Nederlands Indië te laten vervaardigen. Mede ook vanwege de ligging aan de Regge werd in verband met de aanvoer van steenkool gekozen voor de locatie van de huidige Koninklijke Stoomweverij in Nijverdal. Ainsworth bouwde er in 1836 een onderkomen voor een kettingstekerij, vlasspinnerij en een modelweverij. Toen Ainsworth in 1841 overleed, namen de gebroeders G. en H. Salomonson het bedrijf over. Ze braken het gebouw af en voltooiden in 1852 de Stoom Weeffabriek, die in hetzelfde jaar nog werd omgedoopt tot Koninklijke Stoomweverij. In 1863 werd de fabriek uitgebreid tot twee maal de oorspronkelijke grootte. Een tegeltableau in de lange gevel aan de Salomonsonstraat vermeldt het jaartal 1927, het bouwjaar van een latere uitbreiding van de fabriekshallen. Ook enkele onderdelen in de lange gevel van de fabriekshallen aan de Grotestraat herinneren aan het verleden. Links in de gevel in de Grotestraat is een zandstenen plaquette aangebracht met het opschrift: "De Commissaris des Konings in de Provincie Over-IJssel Jonkheer Mr. C. Backer heeft Op den 4e Junij 1852 den eersten Steen gelegd aan deze Stoomweeffabrijk van G.& H. Salomonson". Zes traveeën rechts daarvan staat een bronzen buste van Koning Willem III uit 1893 van Huner in een nis binnen een omlijsting van gele baksteen. Daaronder een granieten plaquette met de jaartallen 1836 en 1936 en de inscriptie: "In 1836 slaan handel en nijverheid de handen ineen en wordt te Nijverdal door samenwerking van de Nederlandsche Handelsmaatschappij en Thomas Ainsworth de grondslag gelegd voor de verdere ontwikkeling van Twenthes textielindustrie, Nijverdal augustus 1936". Sinds 1958 maakt het complex deel uit van het concern Nijverdal-Ten Cate.

De fabriekshallen worden omsloten door de Grotestraat, de doorgaande weg door Nijverdal, de Salomonsonstraat en het Hoge Dijkje. De zaagtand van de sheddaken die de fabriekshallen oorspronkelijk geheel overdekten (thans grotendeels vervangen door moderne sheddaken en platte daken), grenst aan de Salomonsonstraat. In de fabriekshallen is het interieur grotendeels gewijzigd en resteren een aantal kolommen en vakwerkspanten. Een deel van de hallen is gewijzigd in 1970-1990 en werd in deze periode voorzien van nieuwe daken en gedeeltelijk van nieuwe buitengevels en binnenmuren. Vanwege de te geringe ouderdom vallen derhalve buiten de bescherming de fabriekshallen met de gebouwnummers 5B, 6, 7, 8, 9, 11, 15, 16A, 16B, 16C, 17 en 22. De doorlopende gevel aan de Grotestraat, met daarboven één shed, is op zichzelf van monumentaal belang. De niet van rijkswege beschermde fabriekshallen zijn op de bij deze omschrijving behorende kaart V-08 (01-02-1994), gewijzigd op 31 januari 2002, onderscheiden ten opzichte van de beschermde bouwdelen van het fabriekscomplex. Ook het ketelhuis is hierop aangegeven.

Het kantoor wordt aan drie kanten ingeklemd tussen de fabriekshallen en aanbouwen, zodat alleen de voorgevel (oost) duidelijk zichtbaar is. Het ketelhuis staat ten zuid-oosten van de fabriekshallen aan het Hoge Dijkje. Van het ketelhuis wordt het hoge deel thans gebruikt voor feesten, toneel en dergelijke. In het lage deel zijn kantoren ondergebracht en is het interieur gewijzigd.

Waardering Het fabriekscomplex, bestaande uit fabriekshallen, kantoor en ketelhuis, is van algemeen cultuur-, architectuurhistorisch en stedenbouwkundig belang vanwege:

- de sociale en economische betekenis van Thomas Ainsworth en de gebr. Salomonson voor de ontwikkeling van de textielindustrie in Twente;

- de sociale en economische betekenis van de textielfabriek;

- het feit dat de textielfabriek het ontstaan en ontwikkeling van Nijverdal positief heeft beïnvloed;

- de Art Nouveau bouwstijl van delen van het complex;

- de karakteristieke en functionele vormgeving van delen van de fabriekshallen, die deels nog voorzien zijn van sheddaken;

- de ruimtelijke en functionele samenhang van kantoor, fabriekshallen en ketelhuis;

- de beeldbepalende ligging van het complex;

- de relatieve gaafheid van onderdelen van het complex;

- de zeldzaamheid van sheddaken in Nederlandse industriecomplexen.