Complexgegevens

Complexnummer
515057

Omschrijving

Inleiding

Het MUSEUM 'Rijksmuseum van Natuurlijke Historie' is tussen 1900 en 1911 gebouwd naar al van 1893 daterend, in 1895 aangepaste ontwerpen van Van Lokhorst, die deze maakte in overleg met museumdirecteur F.A. Jentink. Het in twee bouwfasen gerealiseerde, uit drie delen bestaande museumcomplex diende als onderkomen voor de natuurhistorische collectie van de Rijksuniversiteit Leiden. De tweede fase van de bouw is mogelijk mede ontworpen door J.A. Vrijmen, assistent en opvolger van Van Lokhorst. Als rijksbouwkundige voor de gebouwen van Onderwijs ontwierp Van Lokhorst rond 1900 meerdere gebouwen voor de rijksuniversiteit Leiden.

Het is gebouwd in een voor het oeuvre van Van Lokhorst karakteristieke, aan de Neo-Gotiek en Neo-Renaissance verwante, "vaderlandse" bouwstijl. Langs de Raamsteeg ligt het in twee fasen gerealiseerde DIENSTGEBOUW, waarin onder meer laboratoria, werkkamers voor het wetenschappelijk personeel, een bibliotheek en een collegezaal waren ondergebracht.

Het links hiervan aangebouwde SPIRITUSMAGAZIJN was bestemd voor de collectie "organismen op sterk water". In het Van der Werfpark ligt het grote magazijn, het zogeheten DROGE MAGAZIJN, dat deel uitmaakte van de tweede fase van de bouw van het museum. Het magazijn was voorzien van kluizen, waarin de collecties van opgezette dieren en opgezette dieren waren ondergebracht.

Een in het oorspronkelijke plan opgenomen expositieruimte - die ook moest worden gebouwd in het Van der Werfpark - is nooit gerealiseerd.

Een zogenaamde custoswoning, rechts van het dienstgebouw maakt eveneens deel uit van het museumcomplex, waarvan de bouw is uitgevoerd door aannemer Louis Raaymakers uit Wouw (N.Br.).

Omschrijving

Uit drie bakstenen vleugels samengesteld museumgebouw met dienstwoning. De vleugels bevatten respectievelijk het dienstgebouw (het risaliet en de vleugels aan weerszijden) met onder meer de bibliotheek en een collegezaal, het "natte" ofwel spiritusmagazijn voor de organismen op sterk water (het blinde linker deel van de linker vleugel) en de achter het dienstgebouw gesitueerde "droge" magazijnen voor de opgezete dieren en de collecties skeletten. De oorspronkelijke en de toegevoegde bouwdelen van de tweede bouwfase (het rechter deel van het dienstgebouw met het ingangsrisaliet) hebben vergelijkbare fysieke kenmerken.

Waardering

Het complex is van algemeen belang vanwege de cultuurhistorische waarde als bijzondere uitdrukking van een culturele ontwikkeling, vanwege de plaats die het inneemt in de typologische ontwikkeling van museumgebouwen in het algemeen en die in Leiden in het bijzonder, en vanwege de oorspronkelijke, nauw met de stad Leiden verbonden functie.

Het complex is tevens van algemeen belang vanwege de architectuurhistorische waarde wegens de kwaliteiten van het ontwerp, vanwege het materiaalgebruik en de ornamentiek, als een belangrijk specimen uit het oeuvre van een vooraanstaand architect en vanwege de specifike samenhang tussen in- en exterieur.

Het complex heeft stedebouwkundige en ensemblewaarde vanwege de met de geschiedenis van Leiden verbonden situering en vanwege de zeer nauwe relatie tussen de diverse bouwdelen.

Het complex is tevens waardevol vanwege de herkenbaarheid en de gaafheid van exterieur en delen van het interieur.