Complexgegevens

Complexnummer
522714

Omschrijving

Inleiding

Complex bestaande uit twee COMPLEXEN ARBEIDERSWONINGEN, gebouwd in 1911-1912 en 1914-1915, naar het ontwerp van E. Verschuyl in eclectische bouwtrant, waarbij Jugendstil-elementen en vakwerkdetails zijn gecombineerd. Het eerste complex van de Arbeidersbouwvereeniging Hilversum omvat 17 twee-onder-één-kap en 4 vier-onder-één-kap arbeiderswoningen welke zijn gesitueerd langs de Ericastraat, Cameliastraat en de Neuweg. Het is het eerste complex in Hilversum, gesubsidiëerd op grond van de Woningwet uit 1901. Het derde complex van de Arbeidersbouwvereeniging Hilversum omvat 2 vijf-onder-één-kap en 6 zes-onder-één-kap arbeiderswoningen welke zijn gesitueerd langs de Egelantierstraat. Het geheel wordt gekenmerkt door een ruime opzet, zowel wat situering van de woningen betreft met voortuinen, ruime achtertuinen (waar men groente kon verbouwen en schapen houden) en brede paden ertussen, als wat het ontwerp van de woningen zelf betreft. De twee-onder-één-kap woningen type A zijn beeldbepalend gesitueerd en georiënteerd op de hoeken van de Neuweg-Ericastraat, Cameliastraat-Ericastraat en de Cameliastraat-Egelantierstraat. Daarnaast bevindt er zich nog één tussen de beide die op de hoek zijn gesitueerd aan de Cameliastraat en zeven in de Ericastraat type B, zodat aan deze straat in het midden 2 twee-onder-één-kap woningen zijn geplaatst. De vijf-onder-één-kap woningen bevinden zich aan de zuidwestzijde van de Egelantierstraat, waartussen 2 zes-onder-één-kap woningen. Aan de noordoostzijde van de Egelantierstraat staan 4 zes-onder-één-kapwoningen.

Omschrijving

Het eerste woningcomplex omvat in opzet symmetrische woningen van het type A, B en C. Type A, twee-onder-één-kap, is opgetrokken op een rechthoekige plattegrond met een aanbouw in het midden aan de achterzijde. De gevels zijn ter hoogte van het kalf van de vensters opgetrokken in rode baksteen en daarboven gepleisterd. Het zadeldak met wolfeind aan de zijkanten, oorspronkelijk bedekt met rode Hollandse pannen, heeft twee schoorstenen aan de voorzijde. De beide toegangen met tweedelige deuren zijn in een portiek geplaatst onder een segmentboog, afgewerkt met rode baksteen. Daarboven een topgevel onder overstekende steekkap met beschot. Type B, twee-onder-één-kap, is opgetrokken op een rechthoekige plattegrond met een aanbouw in het midden aan de achterzijde. De gevels zijn ter hoogte van het kalf van de vensters opgetrokken in rode baksteen en daarboven gepleisterd. Het zadeldak, oorspronkelijk bedekt met rode Hollandse pannen, heeft twee schoorstenen aan de voorzijde. De tweedelige deuren zijn in het midden geplaatst, waarboven een topgevel onder steekkap, terwijl aan weerszijden het dakvlak is doorgetrokken boven trapeziumvormige erkers. Type C, vier-onder-één-kap, is opgetrokken op een rechthoekige plattegrond met een aanbouw per twee in het midden aan de achterzijde. De gevels zijn ter hoogte van het kalf van de vensters opgetrokken in rode baksteen en daarboven gepleisterd. Het zadeldak met twee topgevels, één links en rechts, aan de voorzijde onder overstekende steekkap met beschot, oorspronkelijk bedekt met rode Hollandse pannen, heeft drie schoorstenen aan de voorzijde. De toegangsdeuren bevinden zich onder luifels. De achtergevels bevatten oorspronkelijk openslaande deuren naast de aanbouw. Oorspronkelijk hadden de dubbele bovenlichten, klapramen, en de draairamen van de vensters op de verdieping een roedenverdeling. De kleuren van de deuren zijn groen, wit en rood.

Het derde woningcomplex bevat in opzet symmetrische woningen in twee typen, opgetrokken op een rechthoekige plattegrond met aanbouwen aan de achterzijde. De gevels zijn ter hoogte van het kalf van de vensters opgetrokken in rode baksteen en daarboven gepleisterd. Het steilere zadeldak, oorspronkelijk bedekt met rode Hollandse pannen, heeft schoorstenen op de nok die evenwijdig aan de weg loopt. De onderdorpels, rollagen, hanenkammen boven de deuren, de sierlijst onder de daklijst en de ruitvormige decoratie in de topgevels zijn uitgevoerd in rode baksteen. Het type waarin vijf woningen en één maal zes heeft twee topgevels en op de hoeken een portiek met bakstenen hoekstijl en borstwering. Het type met zes woningen heeft drie topgevels en een toegang in de zijgevels. Toegangsdeuren onder luifels. De achtergevels bevatten oorspronkelijk openslaande deuren naast de aanbouw. Oorspronkelijk hadden de bovenlichten een smal klapraam, en de draairamen van de vensters op de verdieping een roedenverdeling. De kleuren van de deuren zijn groen, wit en rood.

Waardering

Het complex arbeiderswoningen, omvattende het eerste en derde complex van de Arbeidersbouwvereeniging Hilversum is van algemeen belang wegens cultuur-, architectuur- en sociaalhistorische waarde, alsmede typologische waarde als gaaf bewaard gebleven voorbeeld van een complex arbeiderswoningen in ruime opzet, gebouwd in 1911-1912 en 1914-1915 in eclectische bouwtrant waarbij Jugendstil-elementen en vakwerkdetails zijn gecombineerd, naar het ontwerp van E. Verschuyl, vanwege de ouderdom, als zijnde het eerste complex (1911-1912), gesubsidieërd op grond van de Woningwet uit 1901 in Hilversum.