Complexgegevens

Complexnummer
523359

Omschrijving

Inleiding

BURMANIAKAMP. KAZERNECOMPLEX bestaande uit voormalige MANSCHAPPENGEBOUWEN B-1, B-2, B-3, B-4, B-5, B-6 en B-7. Het kazernekamp is eind 1940 in opdracht van de Duitse bezetter in Traditionalistische Stijl gebouwd als onderkomen voor manschappen en bestaat uit een zevental lage gebouwen dat als een tuinwijkje in het groen is geplaatst.

In de zomer van 1938 werd het vliegveld Leeuwarden aan het Keegsdijkje, een westelijke zijweg van de Stienserweg, thans Mr. P.J. Troelstraweg, officieel geopend. Het was een door de plaatselijke en regionale overheid financieel ondersteund particulier initiatief. Het burgervliegveld mocht ook door militaire toestellen worden gebruikt, maar was geen luchtmachtbasis. Toen in 1939 de oorlogsdreiging toenam, nam het ministerie van defensie het terrein over. In mei 1940 trof de Duitse bezetter het vliegveld onbruikbaar gemaakt aan. Nog in dezelfde maand begonnen de werkzaamheden van herstel en uitbreiding. Aan het eind van dat jaar werd de bouw van het kamp ter kazernering van manschappen aan de oostzijde van de Mr. P.J. Troelstraweg, schuin tegenover de toegang van het vliegveld, aangepakt. Ondanks veelvuldige luchtaanvallen van geallieerden is het vliegveld gedurende het grootste deel van de Tweede Wereldoorlog een basis voor Duitse jagers gebleven: Fliegerhorst Leeuwarden. Na de oorlog is de bugerluchtvaart er een paar jaar met succes hervat, maar het succes taande met het herstel van de infrastructuur over land. Vanaf 1948 kreeg het vliegveld een militaire functie met burger medegebruik. Het kazernekamp dat de oorlog zonder schade heeft overleefd, bekend als `Burmania-kamp', is tot begin jaren-negentig in gebruik gebleven als onderkomen van manschappen. In de naoorlogse periode is het meermalen op ondergeschikte punten aangepast, maar dat is nauwelijks ten koste gegaan van de oorspronkelijke karakteristieken. Het kamp is thans in gebruik als asielzoekerscentrum.

Omschrijving

Het Burmania-kamp is een verzameling van zeven gebouwen van uiteenlopende vorm op een ondiep en langgerekt, tamelijk dicht begroeid terrein. De gebouwen zijn hoofdzakelijk noord-zuid georiënteerd. De hoofdentree bevindt zich iets ten noorden van het midden van het terrein aan de Troelstraweg. Haaks op de korte, west-oost gerichte toegangsweg loopt over het oostelijke terreingedeelte een lange straat waardoor de meeste barakken en overige gebouwen worden ontsloten. Direct links aan de toegangsweg staat een wachtgebouwtje onder een lessenaarsdak van vrij jonge datum. De uit 1940 daterende kern van de bebouwing wordt gevormd door zeven manschappenverblijven, waarvan twee de toegangsweg flankeren en door hun T-vormige plattegronden en geledingen de associatie van poortgebouwen oproepen. De barakken liggen met de lengteas parallel aan de Troelstraweg. Buiten de bescherming vallen: een ketelhuis uit 1954 en een reeks garageboxen uit recentere jaren aan respectievelijk de oostelijke en zuidelijke marge van het gebied. Twee kleine, ondergrondse bunkers zijn aan het begin van de jaren negentig opgeruimd.

Door de bouwwijze in een enkele laag met flauw hellende kappen met overstek en het materiaalgebruik en voorts door de dichte beplanting, voegt het kazernedorp zich onopvallend in de omgeving. Door de geïntergreerde aanpak van bebouwing en groen werd een camouflage-doel bereikt. Deze op camouflage gebaseerde rurale aanpak is een algemeen kenmerk van de bezettingsarchitectuur voor militaire doeleinden. Ondanks de haast die bij de bouw werd betracht, drukt de architectuur een aandachtige ambachtelijkheid uit, ongetwijfeld onder invloed van het traditionalisme van de Stuttgarter Schule. Daardoor zijn verschillen met de regionale bouwtraditie aanwijsbaar. Het ter hoogte van de vensterpartijen in de buitenmuren puur een decoratief doel dienend vakwerk-motief zorgt met de kleuren van het metselwerk en de dakpannen voor een architectonisch beeld dat qua vorm en materiaalgebruik overeenkomt met de bouw op de Noordduitse laagvlakte.

Van de zeven oorspronkelijke gebouwen staan drie op een eenvoudige rechthoekige en twee op een winkelhaakvormige grondslag. De twee gebouwen bij de entree, de `poortgebouwen', hebben een T-vormige plattegrond. Door een uitbreiding van 1952 in aangepaste stijl zijn het zuidelijke van de poortgebouwen en de nabijgelegen barak met elkaar verbonden.

WAARDERING

Het Burmania-kamp is van groot algemeen historisch, stedenbouwkundig en architectuurhistorisch belang vanwege

- de tastbare en nauwelijks verstoorde geschiedenis van de bezettingstijd 1940-'45 die het kamp uitdrukt;

- de kenmerkende architectuur, onder meer met vakwerkwanden, die overeenkomt met de architectuur van de Noordduitse laagvlakte;

- de levendige ruimtelijke situering en geleding van zeven manschapsgebouwen die op camouflage-gronden als een tuinwijkje in een groene beplanting zijn geplaatst.