Complexgegevens

Complexnummer
526481

Omschrijving

Inleiding

In het tot omstreeks 1900 moeilijk begaanbare terrein van de Peel is in 1939-1940 door het Nederlandse leger een deel van de Peel-Raamstelling aangelegd. Deze stelling bestaat te Nederweert uit diverse kazematten, welke grotendeels zijn gelegen aan de Zuid-Willemsvaart. Daarnaast zijn er op enkele plaatsen kazematten gebouwd op circa 500 meter achter de hoofdstelling, bedoeld om te vijand te kunnen verrassen in het geval van een mogelijke doorbraak. In concreto betreft het 5 S-KAZEMATTEN, 2 B-KAZEMATTEN, 5 PEELDIVISIEKAZEMATTEN en 1 RIVIERKAZEMAT. Hiermee kent de gemeente de grootste diversiteit aan kazematten van alle gemeenten in de Peel-Raamstelling. Daarnaast zijn er te Nederweert nog 2 SCHUTTERSPUTJES, is er een extra DUIKER onder het Kanaal Wessem-Nederweert aangebracht en is de CAPACITEIT VAN DE OVERLAAT VAN SLUIS 15 vergroot.

Voorts bestaat de Peel-Raamstelling te Nederweert nog uit de Peelgebieden van de Grote Peel (ten noordoosten van het kanalenknooppunt), en de veenontginingskanalen Zuid-Willemsvaart, Kanaal Wessem-Nederweert en de Noordervaart. Langs de Noordervaart waren versterkingen aanwezig; deze zijn echter alle opgeruimd. Hetzelfde geldt voor de aspergeversperringen in de zuidelijke kanaaldijk.

De Peel-Raamstelling is een in het kader van de Strategische Beveiliging aangelegde linie, die, ver buiten de Vesting Holland, een eventuele Duitse opmars door Noord-Brabant naar België en Frankrijk moest afstoppen, en, na 1940, vertragen. Hoofdelement van de negentig kilometer lange stelling is de noordelijk van de spoorlijn Eindhoven-Venlo gelegen veertig kilometer lange, doorlopende anti-tankgracht, ter plaatse van Venray gevormd door het Defensie- of Peelkanaal. Om doorschrijding van het kanaal tegen te gaan is de hoogte van de waterstand door zware betonnen stuwen annex verdeelwerken te beïnvloeden. Op de westelijke oever is een wal opgeworpen, waartegen en waarachter frontale en flankerende kazematten zijn gebouwd. In andere gebieden, zoals te Nederweert, heeft men voor de verdediging gebruik gemaakt van natuurlijke (en reeds bestaande) barrières als bovengenoemde kanalen en Peelgebieden. De voornaamste wegen door de stelling waren voorzien van een aspergeversperring tegen gevechtswagens.

In mei 1940 hebben zich te Nederweert geen noemenswaardige gevechtshandelingen voorgedaan. In 1944 is er echter zwaar gevochten in het Peelgebied. Dientengevolge zijn er nogal wat kazematten -hoofdzakelijk langs het Defensiekanaal ter hoogte van IJsselstein- die duidelijke sporen van gevechtshandelingen vertonen. Ook is er soms schade ontstaan door naoorlogse beschietingen en pogingen tot opruiming. Ten gunste van de aanleg van een inspectiepad is plaatselijk de wal langs het Defensiekanaal gedeeltelijk dan wel geheel afgegraven. Verder zijn de nodige traditore kazematten (ofwel "achterliggende" kazematten, bedoeld ter flankering van de stelling) tijdens ruilverkavelingen gesloopt, dan wel onder het maaiveld verdwenen. Te Nederweert echter zijn relatief veel van deze "achterhoedekazematten" gespaard gebleven. Dit had te maken met de hun ligging midden in het bebouwde en bewoonde gebied: veel kazematten zijn na de oorlog dienst gaan doen als schuurtje, rommelhok of prieeltje. De goede camouflering in de vorm van pannendakjes heeft er ook aan toe bijgedragen dat geen mensen er geen aanstoot aan zijn gaan nemen, maar de kazematten gewoon in gebruik hebben genomen.

Ook zijn na 1940 de bruggen over het kanaal vervangen, terwijl de voornaamste wegen over het Defensiekanaal voorzien zijn van betonnen bruggen, dan wel wordt het kanaal via duikers onder de weg door geleid. Verder is plaatselijk het schootsveld bebouwd.

De grootste aantasting van de stelling is echter na de Tweede Wereldoorlog de aanleg van de militaire luchtbasis 'De Peel' geweest. Tengevolge hiervan wordt de stelling even ten zuiden van de Ripseweg bij Venray ruw onderbroken door de hekken van het vliegveld. Het kanaal is terplaatse ten behoeve van de aanleg van de landingsbaan gedempt. Grote aantastingen van de stelling zijn er ook geweest te Weert en Nederweert, hoofdzakelijk de kazematten die in frontlinie langs het kanaal hebben gestaan. Veel van deze kazematten zijn ten prooi gevallen aan woningbouw (sloop), bedrijfsvestiging (sloop) en in sommige gevallen ook tuinverfraaiing ('verbouwing' tot schuurtjes en dergelijke). Ondanks dergelijke wijzigingen is de Peel-Raamstelling tengevolge van de ligging in het dunbevolkte buitengebied goed tot zeer goed bewaard gebleven en kan men hier een zeer goede indruk krijgen van een Nederlandse verdedigingslinie uit de jaren '30 van de 20ste eeuw.

Omschrijving De gemeente Nederweert kent de grootste diversiteit aan kazematten. Alle types zijn in de gemeente aanwezig, met uitzondering van de G-KAZEMAT; deze kazematten zijn reeds in de Tweede Wereldoorlog vanwege hun gietstalen koepel ontmanteld en/of opgeblazen. Voor een omschrijving van de stelling is het ook zaak de samenstellende onderdelen eens wat meer te belichten. Hiertoe volgt een nadere omschrijving van de verschillende typen kazematten, in relatie tot de ligging ten opzichte van andere kazematten.

De in de stelling meest voorkomende en meest gebouwde kazemat is de S-KAZEMAT, in Nederweert hoofdzakelijk aanwezig in het deel van de Zuid-Willemsvaart ten noorden van het kanalenknooppunt. De S-kazematten langs dit deel van de linie hebben grotendeels de Tweede Wereldoorlog en vooral de tijd daarna ongeschonden weten te doorstaan vanwege de zeer geïsoleerde ligging in het steile talud tussen (de westoever van) het kanaal en de berm van de Rijksweg. Hierdoor stonden ze niemand in de weg en bleken ze -enkele uitzonderingen daargelaten- veilig voor naoorlogse opruimingen en uitbreidingen van wegen, woonwijken of industrieterreinen. Op dit traject zijn de kazematten op regelmatige afstand -om de 200 à 300 meter- van elkaar geplaatst. Het ontwerp van deze kazematten is van het Bureau Stellingbouw van de Nederlandse genie en dateert uit april 1939. In Nederweert werden de kazematten gebouwd door Albouw, een aannemer uit Breda. De bouw van de kazematten werd door het winterse weer fors vertraagd, oplevering vond plaats februari-maart 1940.

De gewapend betonnen kazematten van het type S zijn eenvoudige en in vergelijking met de andere type kazematten goedkope gevechtsopstellingen. Deze kazematten, vanwege de vele uit het beton stekende maskeringshaken ook wel "stekelvarken" of "spinnekop" genaamd, boden door de driezijdig afgeschuinde frontzijde met drie schietgaten gelegenheid om met een lichte mitrailleur zowel frontaal als flankerend vuur in drie richtingen te geven. Het schootsveld vanuit de schietgaten overlapte elkaar gedeeltelijk en bedroeg 190 graden. Door de aard van de kazemat was deze uitermate geschikt om langs een lineair element als de Zuid-Willemsvaart geplaatst te worden en overschrijding daarvan te verhinderen. Het nadeel van de grote schietgaten aan de frontzijde, die, ondanks de beschermende twee centimeter dikke stalen blinden, een niet te moeilijk doel zouden zijn voor vlakbaanvuur, werd op de koop toegenomen. Een ander nadeel van de kazemat was de relatief geringe frontdekking van tachtig centimeter dikte.

Om de kazematten te maskeren werden verschillende technieken toegepast. In mei 1940 was de maskering van veel kazematten echter nog niet gereed. Te Nederweert zijn er geen kazematten met nog zichtbare sporen van camouflageschilderingen. In de keelzijde is een lage toegangsdeur aangebracht. Nog in de Tweede Wereldoorlog zijn echter alle schietblinden en deuren naar Duitsland afgevoerd. In de meeste gevallen zijn thans de schietgaten en deuropeningen dichtgemetseld. De kazematten zijn gefundeerd op een betonnen werkvloer. Overigens geldt voor alle kazematten dat de verder resterende metalen elementen aan en in het ex- en interieur van de kazematten van belang zijn, zoals de schietblindenen deuromlijsting met scharnieren (een enkele keer nog compleet met deur), de resterende bevestigingshaken aan de keelzijde van de kazematten voor de -nooit aangebrachte- telefoonverbinding en de veelal aan de keelzijde nog aanwezige buizen voor luchtverversing.

Bij het kanalenknooppunt van Nederweert zèlf staat nog 1 RIVIERKAZEMAT. Deze kazematten werden uitsluitend gebouwd bij rivieren op strategische plekken aan de rivier. De rivierkazemat van Nederweert is de laatst overgebleven van de vijf die aanvankelijk in Limburg -alle bij ditzelfde kanalenknooppunt- gebouwd zijn. Ze werden gebouwd in 1936 en naderhand opgenomen in de Peel-Raamstelling. Rivierkazematten waren vanwege de opvallende positie bij bruggen moeilijk te camoufleren en betrekkelijk eenvoudig te treffen. Het was echter wel een modern type kazemat, uitgerust met twee zware mitrailleurs en een licht kanon. De basis van deze kazemat was (eveneens) gelegen in het Voorschrift Inrichtingen Stellingen (VIS). Maar modern, want de rivierkazemat is mee-geëvolueerd met het VIS, aangepast aan de moderne krijgskunde. Zo werden rivierkazematten uitgerust met een pantserplaat in de schietgaten en werden de muurdiktes aangepast.

Aan het deel van de Zuid-Willemsvaart ten zuiden van het kanalenknooppunt staan op korte afstand van elkaar ook 2 B-KAZEMATTEN. De kazematten langs dit deel van de linie zijn -op één uitzondering na- niet direct aan het kanaal zijn gelegen, maar aan de andere zijde van de Rijksweg (welke te Weert en Nederweert vlak langs het kanaal loopt). Deze kazematten staan dus meer "in het zicht" en van deze groep kazematten zijn er derhalve ook meer verdwenen.

In ieder geval is de B-kazemat een ander relatief veel -maar toch al weer beduidend minder- voorkomend type, eveneens in april 1939 ontworpen door Bureau Stellingbouw van de Nederlandse genie. B-kazematten hebben een rechthoekige plattegrond en een sterke frontdekking van 1,20 meter gewapend beton en zijn daarmee duurdere gevechtsopstellingen dan de S-kazemat. Het schietgat staat altijd min of meer haaks op de frontlijn en wordt aan de frontzijde beschermd door een 'neus', een zware betondekking waardoor rechtstreekse treffers van het vuur van de vijand sterk werden bemoeilijkt. In de keelzijde bevond zich een stalen toegangsdeur, van een overeenkomstig type als in de S-kazemat. Nog in de Tweede Wereldoorlog zijn alle schietblinden en deuren naar Duitsland getransporteerd. In de meeste gevallen zijn thans de schietgaten en deuropeningen dichtgemetseld. Ook deze kazematten zijn gefundeerd op een betonnen werkvloer. Van belang is dat van de kazematten van het B-type relatief minder exemplaren bewaard zijn dan die van het S-type. Veelal is dit veroorzaakt door hun opstelling. Ze staan veelal niet direct aan een frontlinie doch op korte afstand hiervan, zoals in het open veld; hierdoor bleken ze vaak sta-in-de-weg zijn voor de moderne akkerbouw, huizenbouw of andere ruimtegebruikers. In Nederweert stonden ze veelal wèl langs de directe frontlinie (Zuid-Willemsvaart). Dit heeft te maken met het feit dat op plekken waar eigenlijk een G-kazemat op z'n plaats zou zijn, gekozen is voor een goedkopere optie, de B-kazemat. Andere B-kazematten zijn in Limburg te vinden te Weert en Meijel.

Nederweert telt ook 5 PEELDIVISIEKAZEMATTEN. Een is er gelegen aan de Zuid-Willemsvaart, nabij de kruising van de A2 Eindhoven-Maastricht met de Rijksweg-Zuid langs het kanaal. De andere drie zijn gelegen in de eerder genoemde achterhoedestelling, een stelling op respectievelijk 1500 meter ten westen van het kanaal bij Rijksweg-Noord, en 2250 meter ten noorden van de Zuid-Willemsvaart bij Rijksweg-Zuid. De P-kazemat is een afwijkend type -typologisch gezien het meest interessant- omdat ze gebouwd zijn door de Peeldivisie. Dit peeldetachement is in 1937 opgericht voor de bezetting van het nieuwe zuidelijke front. Deze kazematten zijn niet gebouwd volgens de voorschriften van het Nederlandse Bureau Stellingbouw, maar zijn eigenmachtig gebouwd met lokale aannemers en zijn dus enigszins provisorisch van aard. Dit blijkt ook uit de in vergelijking met de voorgaande kazematten geringe betondekking: slechts 50 centimeter. Er werd overgegaan omdat het Bureau Stellingbouw pas vanaf maart 1940 is begonnen met de bouw van kazematten in het zuidelijk deel van de Peel-Raamstelling, bij Weert en Nederweert. Bij de bouw van kazematten beriep men zich (deels) op het Voorschrift Inrichtingen Stellingen uit 1928, een in 1928 geschreven handleiding met de Eerste Wereldoorlog in gedachten. De bunkers die letterlijk volgens dit VIS-principe zijn gebouwd zijn door de komst van precisiegeschut in onbruik geraakt, maar dat is er tussen 1928 en 1938 in Nederland maar één geweest. Men had er dus weinig ervaring mee. Er werd vanuit de Peeldivisie ook herhaaldelijk gevraagd om fondsen deze kazematten te bouwen. Daarbij vereiste het ook de nodige expertise want de constructie was behoorlijk complex. Fondsen bleven echter uit en toen is men maar zelf (al dan niet met het boekje ernaast) gaan bouwen, met als resultaat eenvoudigere types. Kazematten gebouwd door de Peeldivisie zijn onder te verdelen in vier types:

Peeldivisiekazematten met grondvlak van 21/2 bij 21/2 meter (P1). Dit type is van ongewapend beton. Kenmerkend is het flauwe zadeldak en het houtbeslag. De kazemat heeft drie mitrailleurschietgaten welke zijn gelegen op de verdieping van de kazemat. In Limburg zijn nog drie exemplaren. Deze kazematten zijn zonder verdere richtlijnen (bijvoorbeeld VIS) opgetrokken bouwsels, eigenlijk een soort fantasiebouwsels. De gebruikswaarde was ook uitermate nihil, onder meer vanwege geringe frontdikte en de onmogelijkheid mitrailleurs te hanteren. De houten bekisting van deze kazematten is nog aanwezig, dit werd handig geacht zodat er allerlei dingen aan het hout gespijkerd konden worden. In Nederweert is één exemplaar aanwezig. Peeldivisiekazematten met grondvlak van 4 bij 4 meter (P2). Ook dit type heeft een zadeldak en is van ongewapend beton. Dit zijn de geweerschutterskazematten. Hiervan zijn in Nederweert geen exemplaren aangetroffen. Dit formaat was vanwege de bediening te klein voor mitrailleurs. Peeldivisiekazemat met grondvlak van 5 bij 4 meter (P3). Deze kazematten hebben een plat dak. Er staan vijf exemplaren met twee of drie mitrailleurgaten in de tweede lijn, circa 500 meter achter het kanaal, bij Weert. Dit zijn bij uitstek de kazematten waarbij men getracht heeft de richtlijnen van het VIS na te volgen. In Nederweert zijn van dit type geen exemplaren aangetroffen.

Peeldivisiekazematten met grondvlak van 9 bij 5 meter (P4). Deze kazematten zijn eigenlijk dubbele, geschakelde kazematten en hadden hoogstwaarschijlijk een logistieke annex commandofunctie. In sommige gevallen is er ook een binnenmuur aanwezig. De enige vier exemplaren die in de stelling bekend zijn, staan -verdekt opgesteld in een achterhoedelinie- te Nederweert.

Naast kazematten bestaat de Peel-Raamstelling te Nederweert ook nog uit enkele andersoortige bouwwerken. Twee waterbouwkundige werken, een duiker onder het kanaal Wessem-Nederweert en een (vergrote) capaciteit van de overlaat, hadden als doel de waterstand van de Noordervaart op peil te houden en te reguleren, zodat er ook inundaties uitgevoerd konden worden. Tenslotte staan er in de weilanden langs de Rijksweg Noord nog twee schuttersputjes, kleine betonnen constructies van waaruit individuele soldaten vuur konden geven.

Waardering

Het complex is van algemeen belang. Het heeft cultuurhistorische waarde als bijzondere uitdrukking van een culturele en geografische ontwikkeling, namelijk de versterking en daaropvolgende verdediging van Nederland tijdens de Tweede wereldoorlog en is als zodanig een belangrijk document van de militaire geschiedenis. Het is architectuur- en bouwhistorisch van belang wegens het bijzondere materiaalgebruik en de toepassing van moderne materialen en technieken, met name in de verwerking van gewapend beton. Het is ook van belang voor de typologische ontwikkeling van diverse verdedigingsobjecten- en structuren inzake de nationale landsverdediging.

Het heeft ensemblewaarden als essentieel onderdeel van een groter geheel: enerzijds als onderdeel van de landsverdediging (het geheel aan stellingen aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog), en anderzijds als (structurerend) onderdeel van het Peelgebied dat als militair landschap cultuurhistorisch van belang is. De stelling is als samenhangend geheel van verdedigingswerken in belangrijke mate bepalend voor de aard en het gebruik van de ruimte, en heeft derhalve een bijzondere historisch-ruimtelijke relatie met wegen, wateren en bodemgesteldheid van het gebied. Deze verweving geeft het complex ook een grote belevingswaarde.

Verder moet gewezen worden op de gaafheid van het complex: de Peel-Raamstelling is nog nagenoeg compleet (aanwezigheid kazematten, anti-tankgracht, defensiewal, schootsvelden, accessen etc.). Daarbij is het als grootschalig militair complex en herinnering aan een grootscheeps uitgevoerde verdedigingsmaatregel in relatie met de Tweede Wereldoorlog in Limburg zeldzaam.