Complexgegevens

Complexnummer
529188

Omschrijving

Omschrijving van het complex

In structuur goed bewaard gebleven HISTORISCHE BUITENPLAATS RANDENBROEK, bestaande uit: HOOFDGEBOUW (1), HISTORISCHE PARKAANLEG (2), KOETSHUIS MET WONING (3), TUINMANSWONING (4), ORANJERIE (5), DUIFHUIS (6) en HEKKEN (7A-7C).

De naam Randenbroek wijst op een oorspronkelijk laaggelegen, drassig (broek)land. Het oorspronkelijke goed was veel omvangrijker dan nu en strekte zich vanaf de stadsrand van Amersfoort in zuidelijke richting uit vanaf de oostelijke oever van de Heiligenbergerbeek tot aan de Heiligenberg. Aan de oostkant grensde Randenbroek ooit aan de heerlijkheid Stoutenburg. Ten westen van de beek lagen de hoge zandgronden van de Utrechtse Heuvelrug met daarop de buitenplaatsen Nimmerdor en Dool-om-Berg.

Over het ontstaan van Randenbroek is weinig bekend. In de 14de eeuw was het bezit van de Utrechtse bisschoppen die het in leen uitgaven, aanvankelijk aan de heren van Amersfoort(?) en in de 14de eeuw aan of ten behoeve van de stad. De vroegste afbeelding van het goed dagtekent van 1562 toen Jan Beren de Grebber leenhouder was. Landmeter Pieter Coenensz heeft het landgoed 'genapt Ramsbroeck' opgemeten en in kaart gebracht. Op de kaart staat naast de slingerende beek een eenvoudig boerenhuis van een bouwlaag en een kap getekend met drie hooibergen daarachter. De naaste omgeving is met bomen beplant. Ten oosten van het huis zijn enkele hoge heuvels afgebeeld. De terreinen rond het huis zijn als bouw- en weiland aangegeven.

In 1626 wordt schilder en architect Jacob van Campen met Randenbroek beleend. Het oude huis brandde in 1629 uit ten gevolge van de bezetting van Amersfoort door keizerlijke troepen. Het huis was in 1630 weer bewoonbaar en werd permanent door Van Campen betrokken. In de jaren na 1635 werden huis en omgeving uitgebreid en verfraaid tot een lusthof. De eenvoudige boerenwoning werd getransformeerd tot een representatieve buitenplaats met een hoog middendeel met uitzicht op de 'blomhof' en lagere zijvleugels, waarvan de westelijke vleugel overigens pas in de 18de eeuw tot stand kwam. Tegenover het grote huis aan het binnenplein, stond een tweede, wat kleiner gebouw dat met een stenen muur en poort verbonden was met het hoofdgebouw. Rondom legde Van Campen tuinen en een park aan, voorzien van een modieuze 'berg' met uitzichten en een speelhuisje, een bloementuin, visvijvers en fonteinen; voorts boomgaarden en een 'wijngaertberch, voorsien met meer als 40 soorten der beste en raerste druyven'.

Bij de verkoop van het goed in 1739 wordt meer over de opstallen dan over de aanleg geschreven: 'Een zeer plaisante hofstede off buytenplaats, genaamt Randenbroek, groot 9 mergen 315 roeden, met sijn heerehuysinge, stallinge, tuynmanswooninge ende verdere opstal, mitsgaders soodanige plantagie [beplant met] eyke, ype, beuke en andere boomgewassen...'.

In december 1814 wordt de buitenplaats weer verkocht. In de verkoopnotitie vermeldt de notaris dezelfde opstallen als in 1738, vermeerderd met 'eene voor weinige jaaren Nieuw-Gemetzelde Spatieuze Koepel, en eene houten koepel'. Voorts is er sprake van 'Engelsche Thuynen, Moest-Thuynen, Boomgaarden (...) Broeierijen, Vyvers, Gragten en GoudvischKom, en een Bosch...'. Er waren vier kopers, onder wie tuinarchitect Hendrik van Lunteren (1780-1848). Direct daarna wordt de formele structuur van het park gewijzigd in een landschappelijke. Van 1814 dateren een situatiekaart en twee ontwerpen voor een landschapspark van zijn hand die Van Lunteren voor de vorige eigenaar Beels had vervaardigd. In 1814 was de formele aanleg met blomhof, rechte lanen en uitzichtsberg uit de 17de eeuw en een langgerekte waterpartij ten zuiden van het huis uit de 18de eeuw in grote lijnen nog intact. De meeste veranderingen zullen vóór 1822 hun beslag gekregen hebben. Van Lunteren had namelijk met drie anderen de buitenplaats in 1822 weer van de hand gedaan. Vanaf 1815 was men druk doende de parkaanleg te vernieuwen, waarbij wandelwegen en vijvers werden aangelegd en bomen gekapt. De plannen van Van Lunteren zullen als leidraad zijn gebruikt. De grote T-vormige waterpartij ten zuiden van het huis is toen overigens niet vergraven. Op een situatiekaart van 1920 is de formele structuur van de vijver nog aanwezig.

De verkopen volgden elkaar snel op. In 1833 werd Randenbroek opnieuw geveild. Uit de bijbehorende notitie blijkt dat het huis kort daarvoor vernieuwd was en op dat moment bestond uit vijf beneden en zeven bovenkamers, een keuken, kelders, dienstbode-, dessert- en provisiekamers. Tot de buitenplaats hoorden voorts het park, een boomgaard, moestuin, vijver, de tuinmanswoning, het koetshuis en een duiven- en hoendertoren.

In 1873 werd aan de voorzijde van het huis aan de kant van de beek een stuk aangebouwd (eerste steen met G.J.A.v.H. - 30 juni 1873: Godert Jan Adolph van Hardenbroek). Dit is bij een restauratie in 1958 weer ongedaan gemaakt.

In 1916 werd een deel van de Heiligenbergerbeek langs Randenbroek recht getrokken. De oude arm werd opgevuld en bij het terrein van Randenbroek gevoegd. De tuin werd in de jaren twintig ter plaatse door tuinarchitect Koopman enigszins aangepast. Waarschijnlijk is de vergraving van de grote vijver van zijn hand.

In 1954 kocht de gemeente het gedeelte van de buitenplaats Randenbroek bestaande uit vier gebouwen (huis, koetshuis, tuinmanswoning en oranjerie), bos en park. Het zuidelijke niet beboste deel was al eerder door het St. Elisabeth's Gast- en Ziekenhuis aangekocht om daar een nieuw ziekenhuis te bouwen. Het park is openbaar toegankelijk. Door verwaarlozing van het park is het doel van de rondwandeling om de plaats, een afwisseling van open en gesloten beelden, een begeleidende laanbeplanting, en onbelemmerde doorzichten, minder goed meer te ervaren.

De buitenplaats Randenbroek ligt ten zuidoosten van het stadscentrum van Amersfoort. Het complex wordt begrensd door de Heiligenbergerbeek aan de westkant, de Bisschopsweg aan de noordkant, de Ringweg-Randenbroek aan zuidzijde en de Heiligenbergerweg aan de oostzijde.

De omgrenzing van het complex alsmede de situering van de complexonderdelen staan op de bijbehorende kaart aangegeven.

Waardering van het complex

De HISTORISCHE BUITENPLAATS RANDENBROEK is van algemeen cultuur- en tuinhistorisch belang:

- wegens de goed bewaarde structuur van de buitenplaats met bijbehorende onderdelen;

- wegens de ouderdom;

- wegens de ontwikkelingsgeschiedenis;

- wegens het belang voor de regio als een van de historische buitenplaatsen buiten de stad Amersfoort;

- wegens de aanleg in landschapsstijl naar ontwerp van Hendrik van Lunteren.