Complexgegevens

Complexnummer
529880

Omschrijving

MAASTUNNELCOMPLEX. De Maastunnel onder de Nieuwe Maas tussen de Parkkade en Oud-Charlois werd met de bijbehorende onderdelen gebouwd in 1937-1942 in opdracht van de Rotterdamse gemeenteraad, die hiertoe op 13 mei 1933 het principebesluit nam. Het architectonisch ontwerp in expressionistische trant werd geleverd door de architect van Gemeentewerken, ir. A.J. van der Steur. Het gehele projectstond onder technische begeleiding van ir. J.P. van Bruggen, chef Tunnelafdeling van de Gemeentelijke Technische Dienst, bijgestaan door ing. M. Lassen Nielsen. Speciaal voor de bouw van de tunnel werd de N.V. Maastunnel opgericht, waarin een aantal grote aannemersbedrijven werden ondergebracht: de Nederlandsche Aannemingmaatschappij en Christiani & Nielsen uit Den Haag, Van Hattum & Blankevoort uit Beverwijk en de N.V. Internationale Gewapend Betonbouw uit Breda. Bij de aanleg van deze betonnen verkeerstunnel onder water - de eerste in zijn soort in Nederland - is gebruik gemaakt van de destijds revolutionaire zinkmethode, waarbij de negen tunnelelementen van elk 6 meter vooraf werden vervaardigd en na afzinking onder water met elkaar werden verbonden.

Het complex omvat de volgende onderdelen: 1. het TOEGANGSGEBOUW aan de noordoever (Parkkade); 2. het TOEGANGSGEBOUW aan de zuidoever (Charloissehoofd); 3. het VENTILATIEGEBOUW aan de noordoever (Parkkade); 4. het VENTILATIEGEBOUW aan de zuidoever (Charloissehoofd); 5. de RIVIERTUNNEL, bestaande uit twee autotunnels en een fiets- en een voetgangerstunnel tussen de Parkkade en Oud-Charlois; 6. de TUNNELTRAVERSE aan beide oevers, over Maastunnelplein, Doklaan, 's-Gravendijkwal, Henegouwerlaan en Statenweg; 7. het noordelijke GARAGEGEBOUW (Baden Powelllaan); 8. het zuidelijke GARAGEGEBOUW (Doklaan).

Omschrijving van het complex

De gebouwen en de tunnel van het MAASTUNNELCOMPLEX, gebouwd met een gewapend betonconstructie, worden gekenmerkt door een zakelijk-expressionistische vormgeving afgestemd op de functie. De riviertunnel heeft een rechthoekige doorsnede met twee afzonderlijke kokers voor het autoverkeer en aan de oostzijde boven elkaar twee kokers voor voetgangers en rijwielverkeer (waartoe de roltrappen zijn aangebracht). De betonconstructie is aan de buitenzijde met staalplaten bekleed, de tunnelkokers zijn inwendig met rechthoekige crèmekleurige tegels bekleed. De aanritten naar de tunnel, gezamenlijk vier rijstroken bevattend, zijn eveneens met een betonfundering uitgevoerd en verdiept gelegen in het Maastunneltracé waarover bij de hoofdkruisingen viaducten zijn aangebracht. De traverse geeft directe aansluiting op de rijkswegen naar Den Haag en Dordrecht. Aan weerszijden van de rivier staat een toegangsgebouw met roltrappen en een ventilatiegebouw die vrijwel identiek zijn aan elkaar vormgegeven. Ook de garagegebouwen aan weerszijden van de autotunnel kennen een vergelijkbare vormgeving. De gebouwen zijn voorzien van lambriseringen van oranjebruine Grestegels, wit gepleisterde gevelvlakken, groenkoperen platte, schild- en koepeldaken, stalen deuren en vensterkozijnen met kleine roedenverdeling en 'patrijspoorten'. De zakelijke doch zorgvuldig gedetailleerde interieurs zijn nog grotendeels oorspronkelijk.

Waardering van het complex

Het MAASTUNNELCOMPLEX met bijbehorende onderdelen als de eerste onderwatertunnel voor auto-, fiets- en voetgangersverkeer in Nederland is van algemeen belang vanwege grote cultuur- en architectuurhistorische waarde, alsook van stedenbouwkundige en bouwtechnisch-innovatieve waarde. Binnen het oeuvre van architect Van der Steur neemt het Maastunnelcomplex bovendien een belangrijke positie in.