Registergegevens

Monumentgegevens

Monumentnummer
511807
Complexnummer
511805 - Sterkenburg
Inschrijving register
Kadaster deel/nr
82685/16
Internationaal kenteken
Ja
Kadastrale aanduiding
Driebergen-Rijsenburg D 462
Driebergen-Rijsenburg D 735
Driebergen-Rijsenburg D 848
Driebergen-Rijsenburg D 845
Driebergen-Rijsenburg D 830
Driebergen-Rijsenburg D 696
Driebergen-Rijsenburg D 805
Driebergen-Rijsenburg D 831
Driebergen-Rijsenburg D 849
Driebergen-Rijsenburg D 851
Driebergen-Rijsenburg D 695
Driebergen-Rijsenburg D 847
Driebergen-Rijsenburg D 850
Driebergen-Rijsenburg D 833
Driebergen-Rijsenburg D 832
Driebergen-Rijsenburg D 789
Driebergen-Rijsenburg D 846
Langbroekerdijk 10, 3972 ND te Driebergen-Rijsenburg
Langbroekerdijk 10 A, 3972 ND te Driebergen-Rijsenburg
Langbroekerdijk 12, 3972 ND te Driebergen-Rijsenburg
Langbroekerdijk 14, 3972 ND te Driebergen-Rijsenburg

Omschrijving

Onderdeel 2

HISTORISCHE TUIN- EN PARKAANLEG.

De eerste aanleg van de HISTORISCHE TUIN- EN PARKAANLEG rondom kasteel Sterkenburg gaat vermoedelijk terug tot ca. 1626. De aanleg bestond uit zeven dwars op het middeleeuwse slagenlandschap geplaatste vakken van 100/110 meter breed en 400 meter lang. Zes vakken lagen ten zuiden van de Langbroekerwetering en het zevende ten noorden van de Wetering. Rond de vakken lagen lanen en brede sloten. Het vak direct ten zuiden van de Langbroekerwetering bevatte oprijlanen, het omgrachte kasteel met voorburcht en westelijk een vijver, het volgende zuidelijke vak, vier rechthoekige tuinen met in het centrum een vierkante tuin. De tuinen werden ten oosten afgescheiden door een nog bestaande beukenberceau met daarachter een doolhof. Het gebied van vier volgende vakken was bebost. In 1647 vindt er de moord op de kasteelheer plaats in het 'bosch van Sterkenburg'; deze optekening is de vroegst bekende vermelding van een aanleg bij Sterkenburg. Het bijzondere van deze aanleg is dat alle wijzigingen zich steeds binnen deze vroeg 17de-eeuwse structuur van zeven vakken heeft voltrokken. Landmeter Justus van Broekhuijsen vervaardigde in 1718 een kaart van het landgoed Sterkenburg dat dan nog deze renaissance-aanleg heeft. De oorspronkelijke rechthoekige voorburcht, thans het wagenplein, was eerst zowel aan de oost- en zuidzijde bebouwd. Onder leiding van steenhouwer/ bouwmeester J. Verkerk werd Sterkenburg tussen 1754-1767 verbouwd. Door afbraak, verbouw en bouw ontstond een voorburcht met links en rechts geplaatste stallen en een naar de tuin openliggende zuidzijde. Thans staat aan de westzijde het enige restant van deze 17de-/18de-eeuwse stallen in de vorm van het huidige koetshuis, terwijl van de oostelijke stallen de fundamenten nog resten. Achter het koetshuis tegen de moestuinmuur was een wagenloods die gedeeltelijk nog aanwezig is. Op het plan van de voorburcht door J. Verkerk komt ook het thans nog bestaande toegangshek van de bloementuin voor en van de oorspronkelijk daar achter gelegen brug bevinden de fundamenten zich onder het maaiveld. De brug overspande het grand-canal dat westelijk twee eilanden als beëindiging had en veel verder oostelijk een veelhoekig rustiek prieel. Op een kaart uit ca. 1790, waarvan een 19de-eeuwse copie in het huisarchief van Sterkenburg wordt bewaard, zijn deze stallen afgebeeld evenals een As die zich via het hek en over de brug uitstrekt in zuidelijke richting. Het noordelijke deel van de As bevindt zich in het vak boven de Langbroekerwetering. De kilometers lange oprijlaan, die tot aan Huize Den Treek te Leusden reikte, (de Sterkenburgerlaan) eindigde in het bos op een rotonde van eiken en werd via een laan in westelijke richting zo verbonden met de As. Op deze structuur gericht stond een tuingebouw dat later voor de nabij gelegen tennisbaan gebruikt werd. Van de rotonde rest heden nog een (thans dode) eik die als solitair in het weiland staat. In het noordelijke vak boven de Langbroekerwetering werd het nog steeds bestaande noordelijk deel van de As verbonden met de laan via een thans nog aanwezige smalle eikenlaan. In de nabijheid van de Sterkenburgerlaan werden in 1771 twee 17de-eeuwse boerderijen voorzien van vrijwel identieke voorgevels zodat een symmetrisch(e) inrichting en beeld aan de beide laanzijden werd gerealiseerd, die paste bij de laat formele aanleg van het park. De oostelijk gelegen boerderij werd tevens verbouwd tot drie arbeiderswoningen waarachter een loods ontstond met timmerwerkplaats, smederij en brandspuit. Behalve de geometrische en formele structuur in de aanleg, werden enkele 'gevarieerde' elementen opgenomen -zoals slingerpaden in het van oorsprong vroeg 17de-eeuwse doolhof- die op een voorzichtige aanvang van een aanleg in landschapsstijl wijzen. Een litho van M. Mourot uit 1829 toont de vroeg landschappelijke aanleg nabij de poort en oprijlaan, waarbij ook de vroeg 17de-eeuwse (nog aanwezige) hardstenen schamppalen afgebeeld zijn. Op een ontwerp van de hand van Hendrik van Lunteren uit 1830, wordt een beeld gegeven van een vroeg landschappelijke aanleg na de afbraak van de poort. Dit ontwerp is waarschijnlijk grotendeels tot uitvoer gekomen en omstreeks 1835 zullen de wijzigingen grotendeels zijn afgerond. Op de Topografisch Militaire kaart van 1847/1850 wordt de oprijlaan halfrond afgebeeld en is de gracht in landschapsstijl vergraven. Omstreeks het midden van de 19de-eeuw krijgt de vroeg 18de-eeuwse, naar het zuiden gelegen zichtas zwenkende zijden, waardoor de illusie wordt gecreëerd dat royale houtwallen worden afgewisseld door brede weilanden, die echter in werkelijkheid slechts smalle stroken grasland zijn. Tevens werd de vijver ten noordwesten van het huis verbreed en het kanaal bij de wilgenlaan richting Broekweg voorzien van een nog bestaande neo-gotische brug. De waterloop ten zuiden van het kasteel die langs de huidige oranjerie loopt en ten zuidwesten richting de zichtas in een sloot afwatert, werd vergraven tot slingerbeek. Nabij de voornoemde sloot lag westelijk in het bos een met houten schuttingen omgeven tweede moestuin, nabij het atelier rest nog een brug van deze 19de-eeuwse aanleg. Ook het doolhof kreeg binnen de bewaard gebleven geometrische hoofdstructuur slingerpaden. Op het terrein werden tevens solitairen en heesters geplant. Thans bevindt zich ten zuiden, noorden en oosten van het omgrachte kasteeleiland een groot weiland met enkele solitairen. Van de brug nabij het tuinmanshuis, die toegang tot dit weiland gaf zijn de landhoofden nog aanwezig. Het weiland wordt omgeven door een buitengracht waarvan de Langbroekerwetering nu een natuurlijk onderdeel uitmaakt. Beide grachten worden aan de weilandzijde vrijwel geheel omzoomd door eiken. In het zuidwesten kenmerkt de aanleg zich door de open landschappelijke structuur met weilanden die omgeven worden door bos, waarin de voornoemde zichtas naar de Kromme Rijn. Meer noordelijk ligt de moestuin die deels omgeven wordt door 18de- en 19de-eeuwse moestuinmuren met kas, koude-bak, ijzeren spalierhek en restanten van een druivenkas en gereedschapsloods. Noordelijk, achter de moestuinmuur liggen de resten van een veeschuur. In de noordwesthoek van de aanleg ligt een in oorsprong laat 18de-eeuwse boomgaard die thans wordt omzoomd door moerascypressen en daardoor een wat besloten karakter heeft gekregen. In het park waren verschillende zgn. tentjes geplaatst, kleine houten priëelen met lessenaarsdaken. Oostelijk ligt de wei met de duiventoren uit 1862 waarvan de greppels deels de richting van de middeleeuwse ontginingsstructuur volgen en zuidelijk een dwars hierop geplaatste greppel het 17de-eeuwse tracee van een oprijlaan toont. De landschappelijke structuur van het park is rondom de in 1979 gerestaureerde oranjerie, door een nieuwe aanleg met borders en gazons en het om redenen van privacy dichtzetten van erfscheidingen (en het hierdoor onderbreken van de zichtas) van karakter veranderd.

Waardering

HISTORISCHE TUIN- EN PARKAANLEG behorende tot de historische buitenplaats Sterkenburg, van algemeen belang: - als representatief voorbeeld van een deels in structuur en deels in detail gaaf bewaard gebleven tuin- en parkaanleg in landschapsstijl, vermoedelijk naar ontwerp van Hendrik van Lunteren, binnen een nog in hoofdlijnen bestaande 17de- en 18de-eeuwse formele aanleg; - vanwege de fraaie zichtas die zich ten zuidwesten en ten noordoosten van het kasteel uitstrekt; - vanwege het belang van de aanleg voor de geschiedenis van de tuin- en landschapsarchitectuur; - vanwege de functioneel-ruimtelijke samenhang met de andere onderdelen van de buitenplaats; - vanwege de ruimtelijke samenhang met het omgevende landschap.

Dit monument maakt onderdeel uit van complexnummer 511805. Hier vindt u meer informatie over het complex en de bijbehorende monumenten.

Overige gegevens

Oorspronkelijke functies

Hoofdfunctie Hoofdcategorie Subcategorie Functie Verbijzondering Toelichting
Ja Kastelen, landhuizen en parken Tuin, park en plantsoen Historische aanleg

Bouwactiviteiten

Werkzaamheid Van Tot Nauwkeurigheid Toelichting
vervaardiging
1626
1626
exact

Bouwstijlen

Bouwstijl Zuiverheid Toelichting Rijksmonumentnummer
Landschapsstijl
stijlzuiver