Inleiding

Warme KAS (complexonderdeel 6) vermoedelijk bedoeld als bloemenkas met aan de westzijde twee grote platte BAKKEN, gebouwd omstreeks 1928 in de nutstuin ten zuiden van het jachtslot. De kas is opgebouwd in een combinatie van hout en ijzer en werd verwarmd door middel van een stookketel. Kraantjes in de aangrenzende verdiepte tuin wijzen op een afwateringsysteem vanuit de kas. De kas bevindt zich in goede staat. Het ketelhuis met ketel is bewaard gebleven.

Beschrijving

Warme KAS op rechthoekige grondslag met aan de lange noordzijde een gedeeltelijk in de aarde gegraven ketelhuis. Ten noorden ervan liggen losse bijbehorende PLANTENBAKKEN met omrandingen in rode verblendsteen. De kas heeft een in rode verblendsteen in halfsteensverband gemetselde voetmuur. Hierop bevindt zich een glazen opbouw in zadeldakvorm opgebouwd uit houten stijlen, sporen en gordingen dichtgezet met glas. Onder deze houten constructie bevindt zich een in ijzeren profielen uitgevoerde draagconstructie bestaande uit een op de voetmuur gezet kniespant met gebogen schoren. De spanten worden verbonden door ijzeren gordingen waarop de houten sporen rusten. In beide dakvlakken bevinden zich tegen de nok te openen ventilatieramen. Aan de voetmuurtjes bevinden zich op regelmatige afstand van elkaar bevestigingshaken voor de thans verdwenen zonwerking. De ZUIDGEVEL en WESTGEVEL zijn blind. De OOSTGEVEL heeft een ingang door middel van rechtafgesloten dubbele houten opgeklampte deuren met elk een drieruits glaspaneel. Het ketelhuis bevindt zich tegen de NOORDGEVEL en heeft een gemetseld rookkanaal. De onderste helft van de schoorsteen is in rode strengperssteen gemetseld. De rechthoekige aanbouw verheft zich iets boven het maaiveld en heeft een platte afdekking. In het plat twee rechthoekige lucht- of lichtopeningen. Het INTERIEUR van de kas is in twee ruimten verdeeld, met op de scheiding een houten kozijn en lage deelmuur, met doorgangen voor de looppaden. De looppaden in de kas tussen de bloembakken zijn belegd met witte kleine vierkante tegeltjes. Langs de wanden bevinden zich doorlopende werktafels, met kweekbakken in witte strengperssteen. In het midden van de ruimten bevinden zich twee grote werktafels in zelfde trant. De bakken hebben afgeronde hoeken en de bovenzijde van de in halfsteens verband gemetselde bakken is afgewerkt met een rollaag. In de wanden van de werktafels bevinden zich openingen met houten kozijntjes. Hierachter lopen onder de kweekbakken verwarmingsbuizen. De aanbouw aan de noordzijde is toegankelijk via een buitentrapje en bestaat uit de eigenlijke ketelruimte met oude stookketel, en een tweede stook- of bergruimte.

Waardering

De omstreeks 1928 gebouwde KAS bij het Jachtslot Mookerheide bezit cultuurhistorische waarde omdat het een bijzondere uitdrukking is van een typologische en technische ontwikkeling in de architectuur en bouwwijze van kassen. De kas is bovendien een uiting van een historisch- functioneel ontwikkeling omdat dergelijke kassen in deze tijd bij uitstek een onderdeel zijn van moestuinen op historische buitenplaatsen. De kas heeft architectuurhistorische waarde als gaaf en goed voorbeeld van een kas uit de eerste helft van de twintigste eeuw, vanwege de constructiewijze en de toegepaste kenmerkende rode verblendsteen. De kas heeft bovendien een volledig gaaf bewaard interieur met werktafels in witte strengperssteen en een bewaarde verwarmingsinstallatie en afwateringsysteem en geldt als zeldzaam. De kas heeft ensemblewaarde als functioneel onderdeel van de nutstuin van het landgoed Mookerheide. De kas vormt met de nabijgelegen verdiepte tuin, de leimuur en de perzikkas een belangrijke visuele en historische eenheid. De kas vertegenwoordigt op grond van deze waarden nationaal belang.