Complexgegevens

Complexnummer
506110

Omschrijving

COMPLEXOMSCHRIJVING

BUITENPLAATS VAESHARTELT. Ten noordoosten van Maastricht gelegen historische buitenplaats met uit 1739 en de eerste helft van de 19de eeuw daterend L-vormig groot buitenhuis; een tuinmuur verbindt het huis met de eveneens L-vormige en vermoedelijk ook uit 1739 daterende bedrijfsgebouwen waardoor de beslotenheid en de plattegrond van een Limburgse kasteelhoeve is ontstaan. Voorts behoren tot het complex een ten zuiden van het kasteel gelegen 18de eeuwse boerderij (de "witte boerderij"; gesloopt), een ten oosten gelegen inrijpoort uit het midden van de 19de eeuw en de daarbij gelegen portierswoning uit 1906, alsmede een in landschapsstijl aangelegd park, dat is ingepast binnen een oudere aanleg van enkele bomenlanen en een Sterrebos.

De naam Vaeshartelt is vermoedelijk afgeleid van de 14de eeuwse eigenaar Servaas van Mulcken, die een deel van het bos van Hartelt bezat; vanaf het einde van de 14de eeuw is er sprake van Vaeshartelt, d.i. Hartelt van Vaes; na de Maastrichtse familie van Mulcken erfde het geslacht Cortenbach de buitenplaats, en na meer dan twee eeuwen in eigendom van die familie te zijn geweest, behoorde de buitenplaats korte tijd toe aan de Nassau's, en vervolgens aan de familie Van der Veecken en vanaf 1735 aan Rudolf Sturler, kolonel van het regiment van de Zwitserse garde, dat toen in Maastricht in garnizoen lag; deze liet de oostvleugel bouwen of verbouwen. Vaeshartelt werd in 1803 het eigendom van Jacques Pierre Nolens en hij gaf vermoedelijk opdracht de noordvleugel te bouwen.

Toen Koning Willem II (1792-1849) in 1841 de provincie Limburg bezocht, ontmoette hij ook Petrus Regout, de oprichter van de Kristal, Glas- en Aardewerkfabrieken "de Sphinx"; de Koning gaf de wens te kennen dat hij een buiten in de omgeving van Maastricht wilde bezitten; in december 1841 kocht P. Regout als gemachtigde van de koning Vaeshartelt van de erfgenamen van Francis Felix, graaf de Grimaudet de Rochebouet. Volgens de overlevering verbleef Koning Willem II slechts tweemaal veertien dagen op Vaeshartelt; de ingangspartij in de oostvleugel werd voorzien van een sluitsteen met een kroon en de inscriptie W II en 1841, het jaartal van de aankoop; de poort werd uitgevoerd in natuursteen met daarop een fronton en klok.

Na het overlijden van de Koning kocht P.Regout in 1851 Vaeshartelt; vele werken aan het huis en park liet hij uitvoeren: aan de zuidzijde van de noordvleugel kwam een rooksalon (zgn. Fumoir) tot stand; het park en de grote vijver werden aangelegd in 1853; overigens gaf hij ook de bouwopdracht voor Klein Vaeshartelt, een villa op enige afstand van (Groot) Vaeshartelt,

en de nog bestaande buitenplaatsen Petite Suisse en Grande Suisse; deze drie huizen bewoonde hij niet zelf doch hij verhuurde ze. Petrus Regout overleed in 1878; zijn zoon Johan Hubert Gustaaf liet de koepelvormige bekroning boven de ingangspartij aanbrengen door de Brusselse architect Baer.

In 1954 werd Vaeshartelt eigendom van de gemeente Maastricht, die het in 1956 weer doorverkocht.

De buitenplaats Vaeshartelt is gesitueerd ten noordoosten van Maastricht, thans onmiddellijk ten westen van de spoorlijn Maastricht- Sittard, en maakt als zodanig deel uit van een landgoederenzone tussen Meerssen en Maastricht, waarvan het ontstaan voor een groot deel werd gerealiseerd door Petrus Regout.

Het kasteel is centraal gelegen op de gelijknamige buitenplaats en is daarvan visueel tevens de kern; van de L-vormige bedrijfsgebouwen (koetshuis met stalgebouw) is een deel in 1994 vervangen door nieuwbouw, die niet onder de bescherming valt.

Het complex omvat tevens het landschapspark Vaeshartelt, tot stand gekomen vanaf de 18de eeuw en in 1853 naar een ontwerp van de Belgische tuinarchtect J. Gindra gewijzigd in een 19de eeuws landschapspark met grote langgerekte vijver, waarbij een compositorische eenheid is gevormd met de 18de eeuwse bomenlanen aan de oost-, west-, en zuidzijde, en het 18de eeuwse Sterrebos ten westen van het huis. In deze achttiende eeuwse patronen is Gindra's parkaanleg in 1853 weloverwogen ingepast.

Op de bij de omschrijving behorende kaart is de omgrenzing van het complex alsmede de aanduiding van de onderdelen aangegeven.

Waardering

De historische buitenplaats Vaeshartelt is in cultuurhistorisch opzicht van groot belang, vanwege

- het uit de 18de en 19de eeuw daterende L-vormige hoofdgebouw, dat goed bewaard is, en waarvan de vorm, de plattegrond en de gevels karakteristiek zijn voor de tijd van ontstaan; waarvan de interieurs van kunsthistorische waarde zijn en eveneens goed bewaard; het vermoedelijk uit dezelfde tijd daterende en door tuinmuren met het woongedeelte verbonden koetshuis met stal, dat tezamen met het hoofdgebouw een hof omsluit; welke bouwwerken typologisch belangrijk zijn, alsmede zeldzaam en authentiek, en visueel de kern van de buitenplaats vormen;

- de historische tuin- en parkaanleg in 19de eeuwse landschapsstijl, waarin oudere elementen zoals de 18de eeuwse bomenlanen en het 18de eeuwse Sterrebos harmonieus zijn ingepast; de gezichten vanuit het huis op het park zijn zeer waardevol; het landschapspark is van zeer grote cultuurhistorische waarde als uitdrukking van een culturele, sociaal-economische landschappelijke en typologische ontwikkeling met een groot innovatief karakter; de tuinarchitectuur van Vaeshartelt is van zeer grote waarde voor de geschiedenis van de Nederlandse tuinarchitectuur, is tevens van groot belang voor het oeuvre van tuinarchitect J. Gindra, en beschikt bovendien over zeer hoogwaardige esthetische kwaliteiten. De tuinaanleg van Vaeshartelt is een essentieel onderdeel van de buitenplaats, vanwege de situering is deze ook ten zeerste verbonden met de reeks landgoederen tussen Maastricht en Meerssen en daardoor van zeer bijzondere betekenis voor het aanzien van de streek. Zowel de 18de eeuwse aanleg als het 19de eeuwse landschapspark van Gindra zijn in redelijk tot hoge mate bewaard gebleven. Het geheel is van zeer groot belang in relatie tot de structurele en visuele gaafheid van de landschappelijke omgeving. De tuinaanleg van Vaeshartelt is in (tuin)architectuurhistorisch en typologisch opzicht uitermate zeldzaam.

- de oorspronkelijk 18de eeuwse boerderij annex woonhuis, die van cultuurhistorische waarde is

- de uit 1906 daterende poortwoning met architectuurhistorische waarde

- de uit het midden van de 19de eeuw daterende inrijpoort, welke van typologische waarde kan worden geacht

- de boerderij, het poortgebouw en de inrijpoort bezitten in combinatie met het hoofdgebouw tevens ensemblewaarde; de situering van deze onderdelen nabij de bomenlanen en het Sterrebos met de daarlangs voerende rondwandeling zijn tevens van waarde.