Complexgegevens

Complexnummer
510232

Omschrijving

Inleiding complex

De buitenplaats Hoog Beek en Royen, bestaand uit een nagenoeg rechthoekig terrein en begrensd door de Driebergeseweg, de Laan van Beek en Royen, de Arnhemse Bovenweg en de kadastrale percelen 392, 1045 en 1046 (tot en met de moestuinmuur) in het zuiden, is vanaf 1825 aangelegd door J.D. Zocher in opdracht van de bankier Albert Voombergh (1793-1851), in 1821 gehuwd met jkv. Agnes Henriette van Loon (1800-1879). Op 21 juli 1825 kocht Voombergh van de Evangelisch Lutherse gemeente te Berbice twee percelen uit de erfenis van Johannes van Laer. Voombergh's eerste aanschaf betrof een strook grond ten zuiden langs de Kippenlaan, toen een openbare weg evenwijdig aan de Laan van Beek en Royen. Vanaf 1825 liet hij, aldus zijn dagboek, `une petite maison de campagne' bouwen en een landschapspark met slingervijver aanleggen: `Nous avons bati et rebati la maison de Hoog Beek en Royen, arrangé une jolie campagne, agrandie par acquisition ultérieure de bois, d'allées et de champs et nous nous y plaisons en été'. Huis en slingervijver vinden we reeds op de `Topographische Kaart van het dorp Zeyst' uit 1827. Het aanvankelijke slechts één verdieping hoge, U-vormige huis staat afgebeeld op een litho uit 1829 van T. Soeterik en Mourot en op een prent van A. Wijnands uit 1836. In 1830 koopt Voombergh de strook grond langs de Laan van Beek en Royen tussen Nooitgedacht en de Kippenlaan en betrekt het bij zijn park. De toen openbare Kippenlaan wordt dan een privé-wandellaan, de Laan van Beek en Royen krijgt een beperkt openbare funktie, slechts bestemd voor voetgangers. Er komt een koetshuis rechts naast het huis. Een woning aan de overzijde van de Driebergseweg wordt tot oranjerie getransformeerd. Voor het koetshuis wordt een speelhuisje gezet. Aangenomen wordt dat Zocher sr. de ontwerper is geweest van het park en het gebouw, gezien een vroeg te dateren totaalontwerp. Naast de uitbreiding van zijn bezittingen (totaal 400 ha) houdt Voombergh zich intensief bezig met de verfraaiing van zijn buiten: bomen laat hij uit Boskoop komen en een volière met goudfazanten wordt gebouwd. In 1836 krijgt het huis een extra verdieping naar ontwerp van de architect N.J. Kamperdijk. Twee open veranda's verschijnen aan de voorgevel en achtergevel, afgebeeld op een gravure van P.J. Lutgers uit 1869. Na Voomberghs dood in 1851 bewoont zijn oudste dochter, Philippina Constantia Isabella (1827-1905), het huis. Zij was gehuwd met jhr. mr. Jan Willem van Loon (1816-1876). In 1886 verwerft zij de naast gelegen buitenplaats Sparrenheuvel (14 ha) en verbindt de lanen met elkaar. In 1905 erft haar oudste dochter Agnes Henriëtte Constance (1850-1933) het buiten, dat zij met haar zus Louise (1852-1940) bewoond. In 1906 laat zij het koetshuis verbouwen tot koetsierswoning. In 1941 komt de buitenplaats in het bezit van het Utrechts Landschap. Sinds 1954 is de gemeente Zeist eigenaar van Hoog Beek en Royen, die het huis in 1956 als ambtswoning voor de burgemeester laat restaureren. De veranda's worden dan afgebroken. In 1977 wordt de vijver voorzien van een kunstmatige bodem en het park als openbaar wandelgebied ingericht. De vijver liep aanvankelijk door tot aan de buitenplaats Sparrenheuvel. Het huis verhuurt de gemeente in 1979 aan een privé-school. Nadien verkoopt de gemeente het hoofdgebouw, dat thans als kantoor in gebruik is.

Omschrijving complex

De buitenplaats Hoog Beek en Royen beslaat een nagenoeg rechthoekig terrein en wordt begrensd door de Driebergseweg, de Laan van Beek en Royen, de Arnhemse Bovenweg en de kadastrale percelen 1153 en Het complex bestaat uit de volgende complexonderdelen: 1. het witbepleisterde, verhoogd gelegen landhuis, dat met de voorgevel naar de Driebergseweg is gericht, bekend als rijksmonument onder nummer 40374 (ZT-162) 2. de historische parkaanleg met gebogen lanenpatroon, slingervijver en moestuinmuur (ZT-162d) 3. Het aan de Driebergseweg 1a gelegen speelhuisje, gesitueerd voor het koetshuis (ZT-162a) 4. Het direct ten zuiden van het hoofdgebouw gelegen witbepleisterde koetshuis (ZT-162c). De aan de overzijde van de Driebergseweg (nr. 2a) gelegen, oorspronkelijk bij Hoog Beek en Royen behorende oranjerie werd gebouwd als tuinmanswoning. Dit rijksmonument is niet bij het complex betrokken gezien de scheiding door de weg.

Waardering complex

De historische buitenplaats is in cultuurhistorisch en architectuurhistorisch opzicht van algemeen belang vanwege:

- de complete en in nagenoeg oorspronkelijke staat verkerende parkaanleg in landschapsstijl uit de eerste helft van de 19de eeuw;

- het witgepleisterde, verhoogd gelegen hoofdgebouw met neoclassicistische invloeden, het naast gelegen idem koetshuis en het bijzondere voor het koetshuis gesitueerde speelhuisje, allen daterend uit de periode 1830-1840; De buitenplaaats is voorts van ensemblewaarde in relatie met de nabij gelegen Zeister buitenplaatsen aan de Driebergseweg (waaronder Sparrenheuvel, Molenbosch en De Breul) en als waardevol onderdeel van de Stichtse Lustwarande.