Complexgegevens

Complexnummer
516724

Omschrijving

Inleiding

BEGRAAFPLAATS-COMPLEX, bestaande uit de in 1864 aangelegde joodse begraafplaats en de in 1873-1875 in opdracht van de gemeente Arnhem aangelegde begraafplaats "Moscowa" met een rooms-katholieke en een algemene afdeling. Het complex beslaat een uitgestrekt driehoekig terrein dat wordt begrensd door de Schelmseweg, Apeldoornseweg en Weg langs de begraafplaatsen.

Beschermd zijn:

1. de ROOMS-KATHOLIEKE AFDELING van de begraafplaats "Moscowa" (mon.nr. 516725);

2. de ALGEMENE AFDELING van de begraafplaats "Moscowa" (mon. nr. 516726);

3. de JOODSE BEGRAAFPLAATS (mon. nr. 516727);

4. de AULA met BOVENWONING van de joodse begraafplaats (mon. nr. 516728);

5. de OMMURING met TOEGANGSHEK van de joodse begraafplaats (mon. nr. 516729).

Buiten de bescherming vallen de uitbreidingen van de algemene afdeling (1934) en de rooms-katholieke afdeling, beide ten westen van de Weg langs de begraafplaatsen. Ook alle overige gebouwen op de begraafplaatsen vallen niet onder de bescherming.

Op grond van het Souverein Besluit uit 1825 van Koning Willem I, inhoudende een verbod op het begraven in kerken en binnen de bebouwde kom van steden en dorpen met meer dan 1000 inwoners, werd in Arnhem op één van de oude bastions de zogenaamde "Coehoornbegraafplaats" aangelegd. Van deze begraafplaats, die tot 1862 in gebruik was, resteert niets meer. Dat geldt ook voor de in 1862 in gebruik genomen gemeentelijke begraafplaats "Onder de Linden" aan de Hommelseweg. Toen ook deze begraafplaats al snel te klein bleek, werd in 1873-1875 wederom een nieuwe begraafplaats voor alle gezindten aangelegd, ditmaal op een uitgestrekt terrein in het uiterste noorden van de gemeente Arnhem. Deze nieuwe begraafplaats, die in noordelijke richting aansloot op de ca. 10 jaar eerder aangelegde joodse begraafplaats, kreeg al snel de naam "MOSCOWA". Deze naam is ontleend aan de aldaar gesitueerde en uit 1847 daterende hofstede Moskowa, welke door H.J.C.J. Baron van Heeckeren van Enghuizen was gesticht. In januari 1876 werd de begraafplaats "Moscowa" in gebruik genomen. Deze begraafplaats had destijds een omvang van ruim 8 hectare en kon in de toekomst uitgebreid worden tot ca. 22 hectare. Voor het beheer van de begraafplaats "Moscowa" is in opdracht van de gemeente Arnhem het plan Moscowa. Visie op het groenbeheer (1994) opgesteld.

Aanleg, beplanting en grafmonumenten. Het enigszins glooiende terrein op ca. 80 meter boven AP werd tijdens de aanleg voorzien van een tien meter brede ontsluitingsweg van de Apeldoornseweg naar de Schelmseweg: de Weg langs de begraafplaatsen met laanbeplanting aan de westelijke zijde.

Aan het begin van deze weg, op de hoek met de Apeldoornseweg, bevond zich sedert 1864 de JOODSE BEGRAAFPLAATS: een ommuurd, langgerekt driehoekig terrein met aan weerszijden van een middenpad rijen staande hardstenen zerken. Het bij de entree in de zuidelijke punt gesitueerde DIENSTGEBOUW dateert uit 1888. De joodse begraafplaats is aan de noordzijde eenmaal uitgebreid. Van een aanleg in tuinhistorische zin is hier geen sprake.

De in noordelijke richting hierop aansluitende begraafplaats "Moscowa" bestaat achtereenvolgens uit een ROOMS-KATHOLIEKE AFDELING en een ALGEMENE AFDELING. Beide direct ten oosten van de Weg langs de begraafplaatsen gelegen afdelingen waren in de oorspronkelijke opzet van elkaar gescheiden door een haaks op deze weg geprojecteerde allee van vijftien meter breed. De entreegebouwen uit 1875 naar ontwerp in sobere neoclassicistische-stijl van de toenmalige Arnhemse stadsarchitect A. VAN CUYLENBURGH JR. (1866-1886) zijn gesloopt, evenals alle andere oorspronkelijke bijgebouwen op de begraafplaats "Moscowa".

Van Cuylenburgh ontwierp voor "Moscowa" een aanleg in een gemengde stijl met formele motieven en motieven ontleend aan de Engelse landschapsstijl, naar het voorbeeld van de begraafplaats Soestbergen in Utrecht (ontwerp J.D. Zocher; 1829-1830). De algemene afdeling heeft een hoofdstructuur die bestaat uit haaks op elkaar staande lanen. De grafperken in het noordelijk gedeelte hebben onregelmatige bolvormen. De paden in de perken zijn overwegend recht. Slingerende paden aan de randen verbinden de perken. Aan deze slingerende paden liggen de belangrijkste graven. De grafperken in het zuidelijk gedeelte zijn rechthoekig van vorm en hebben rechte paden. De romantisch landschappelijke aanleg wordt voorts benadrukt door een effectvolle rangschikking met doorzichten van groen blijvende sparren, dennen en cypressen, gecombineerd met treurbomen en statige bomen zoals beuk, linde of kastanje. De hoofdstructuur van de rooms-katholieke afdeling wordt sterk bepaald door een grote rotonde met een hiërarchische ordening van de graven in concentrische ringen. Op deze in een vierkant ingeschreven rotonde sluiten rechthoekige omhaagde perken aan (zgn. kamers). Binnen deze strak formele aanleg van de rooms-katholieke afdeling is de beplanting secundair: taxushagen en acacia's langs de hoofdpaden, achtergrond- en coulissenbegroeiing in het hart en aan de randen van de rotonde (geschoren heesters). Het is (nog) niet duidelijk of de aanleg van de rooms-katholieke afdeling is uitgevoerd naar het ontwerp van Van Cuylenburgh, omdat het r.k.-kerkbestuur reeds in het jaar van openstelling (1876) het terrein van deze afdeling aankocht.

De beste voorbeelden van historische grafmonumenten op de begraafplaats "Moscowa" (deels met bijbehorend geboomte en hekwerken) bevinden zich in de zojuist aangeduide laat 19de- en vroeg 20ste-eeuwse gedeelten van de algemene en rooms-katholieke afdelingen die direct grenzen aan de Weg langs de begraafplaatsen (zie objectomschrijvingen 4 en 5). Voor de bescherming van "Moscowa" van ondergeschikt belang zijn de twintigste eeuwse uitbreidingen van beide afdelingen in noordelijke, oostelijke en zuidelijke richting, die zich vrij onopvallend voegen bij de oudste gedeelten.

De beste voorbeelden van historische grafmonumenten op de joodse begraafplaats bevinden zich verspreid over het oorspronkelijke gedeelte aan weerszijden van het middenpad (zie objectomschrijving 1). Voor de bescherming van de joodse begraafplaats van ondergeschikt belang is de uitbreiding aan de noordzijde met graven die overwegend van na 1940 dateren.

Waardering

BEGRAAFPLAATS-COMPLEX, bestaande uit een ommuurde joodse begraafplaats (1864) met dienstgebouw (1888), en de begraafplaats "Moscowa" (1873-1875) met een rooms-katholieke en een algemene afdeling met bijbehorende aanleg in formele- en landschapsstijl, van algemeen cultuurhistorisch en tuinhistorisch belang:

- wegens de funerair-historische en lokale/regionale genealogische waarde van beide begraafplaatsen;

- wegens de kwaliteit van de in hoofdlijnen bewaard gebleven aanleg van "Moscowa" met landschappelijke elementen, formele invloeden en een grote variëteit in de beplanting naar ontwerp van de Arnhemse stadsarchitect A. van Cuylenburgh jr.;

- wegens het kenmerkende laat-negentiende en vroeg-twintigste eeuwse karakter van de oudste kernen van de begraafplaats "Moscowa";

- wegens het gevarieerde sortiment bomen en heesters van hoge ouderdom;

- wegens de herinnering die de joodse begraafplaats vormt aan de vooroorlogse joodse gemeente van Arnhem;

- wegens de eenvoudige aanleg en complete opzet van de joodse begraafplaats die karakteristiek is voor de sobere opvatting van de joden over een rustplaats voor doden;

- als onderdeel van de voor Arnhem karakteristieke groene vingers die vanuit het buitengebied de stad binnen dringen.