Complexgegevens

Complexnummer
517426

Omschrijving

Inleiding

Het GEVANGENISCOMPLEX "OOSTEREILAND" bestaat uit een HOOFDGEBOUW, een uit het einde van de 19de eeuw daterend PORTIERSGEBOUW met TRANSFORMATORHUISJE gesitueerd ten noordoosten van het hoofdgebouw, en twee WACHTHUISJES welke vermoedelijk in het tweede kwart van de 20ste eeuw ten zuidwesten en zuidoosten van het hoofdgebouw werden gebouwd. Het complex is gebouwd op het tussen de Grashaven en de Buitenhaven gelegen Oostereiland. Dit kunstmatige eiland (85 x 295 m) ten zuiden van de Hoofdtoren wordt door een vaste houten brug met de stad verbonden. Tussen 1662 en 1668 werd het Oostereiland met opgebaggerde grond uit de havens aangelegd. De oudste bebouwing op het eiland dateert vermoedelijk uit dezelfde tijd en bestond uit "een ruijm en sterck packhuijs lanck 178 en breet 110½ voeten" (omschrijving uit 1687) dat vermoedelijk eigendom was van koopman Cornelis Schuit. Tussen 1692 en 1711 vestigde de Admiraliteit van West-Friesland en het Noorderkwartier haar magazijnen in dit U-vormige woon- en pakhuis, de huidige, in de tweede helft van de 19de eeuw verbouwde noord-, noordoost- en noordwestvleugel van het hoofdgebouw. Tot 1795 had de Admiraliteit op het Oostereiland haar werven en magazijnen. Na enkele jaren dienst gedaan te hebben als kazerne werd het vroegere admiraliteitsmagazijn in 1817-1818 verbouwd tot een gesticht voor in totaal 1400 bedelaars uit Holland, Utrecht, Friesland, Overijssel, Groningen en Gelderland. Hiertoe werd het bestaande U-vormige complex met een omgekeerde U-vorm verdubbeld tot ongeveer de huidige omvang. De zuidoostvleugel dateert in oorsprong uit deze tijd. In 1829 kreeg het bedelaarsgesticht een nieuwe functie als "Huis van Correctie voor de noordelijke provincieën van het rijk". Tussen 1870 en 1873 verrees naar ontwerp van J.F. Metzelaar aan de zuidkant van de binnenplaats een grote dubbele vleugel, het alcovengebouw, waar de gedetineerden tot dan toe gehuisvest op slaapzalen, 's nachts afzonderlijk konden worden ingesloten. Het gebouw telde 24 zalen met in elke zaal 26 ijzeren alcoven. Ten behoeve van de nieuwbouw werd de bestaande zuidvleugel gesloopt. Vermoedelijk zijn rond deze tijd ook de 17de-eeuwse noordvleugel en de gehele westvleugel, waarvan de zuidelijke helft dateerde uit het eerste kwart van de 19de eeuw, ingrijpend vernieuwd en verbouwd. Tengevolge van de nieuwe gestichtenwet van 1884 werd het Huis van Correctie te Hoorn in 1886 opgeheven en werd het gebouwencomplex bestemd tot Rijkswerkinrichting, wat nauwelijks bouwkundige consequenties had. In 1933 werd de Rijkswerkinrichting opgeheven, waarna het gebouwencomplex enkele jaren onderdak bood aan diverse Hoornse verenigingen. Na de oorlog deed het complex dienst als interneringskamp en sinds de jaren '60 is het in gebruik als penitentiaire inrichting voor kortgestraften.

De zuidoostelijke vleugel uit de vroege 19de eeuw is halverwege de jaren '80 gerenoveerd, waarbij de gevels grotendeels opnieuw werden opgetrokken en voorzien van nieuwe vensters en deuren en de kap werd vernieuwd. De overige vleugels van het hoofdgebouw verkeren uitwendig nog grotendeels in de 19de-eeuwse staat. Wel zijn de daken vernieuwd waarbij veel dakkapellen en schoorstenen verdwenen. Inwendig is het hoofdgebouw grotendeels gemoderniseerd. Zo zijn alle alcoven verwijderd. De noordoostvleugel, het huidige administratiegebouw, heeft nog een originele 17de-eeuwse kap.

Omschrijving

Het op de noordelijke helft van het Oostereiland gesitueerde hoofdgebouw bestaat uit zes vleugels opgetrokken rondom een grote, nagenoeg rechthoekige binnenplaats (35 x 80 m), waarvan de lengte-as noord-zuid loopt. De op vierkant grondplan gebouwde zuidvleugel (het alcovengebouw) is boven de begane grond samengesteld uit twee oostwest gerichte evenwijdige vleugels die door een terugliggend tussenlid in het midden met elkaar verbonden worden. De vijf minder hoge overige vleugels, twee aan beide langszijden van de binnenplaats en één aan de noordzijde, zijn gebouwd op rechthoekig grondplan en tellen een of twee bouwlagen. Alle vleugels hebben met rode OVH-pannen gedekte zadeldaken.

De twee wachthuisjes ten zuidwesten en zuidoosten van het hoofdgebouw en het portiersgebouw met transformatorhuisje ten noordoosten van het hoofdgebouw, zijn alle één bouwlaag hoog en voorzien van een tentdak (het middendeel van het portiersgebouw heeft een plat dak).

Waardering

Het complex Oostereiland is van algemeen belang wegens cultuurhistorische en architectuurhistorische waarde als een in de loop der eeuwen historisch gegroeid gebouwencomplex, waarvan de huidige vorm grotendeels dateert uit de tweede helft van de 19de eeuw en grotendeels gaaf bewaard is gebleven. Het complex is van belang vanwege de functie van gevangenis vanaf het begin van de negentiende eeuw, waardoor het complex tevens zeldzaamheidswaarde bezit. Het complex heeft situationele waarde vanwege de beeldbepalende ligging op het Oostereiland en ensemblewaarde in relatie tot de oude historische binnenstad van Hoorn en het IJsselmeer.