Complexgegevens

Complexnummer
524528

Omschrijving

Inleiding

BOERDERIJcomplex, genaamd 'Meijendel', bestaat uit een voormalige DUINBOERDERIJ, SCHUUR en een VEESTAL, die in Ambachtelijk-traditionele bouwtrant in de periode 1830-1840 tot stand zijn gekomen, naar aanleiding van het bekroonde ontwerp uit 1816 en nader uitgewerkt in 1823, van de 'Maatschappij ter bevordering van den Landbouw', van D.T. Gevers van Endegeest. Het uit 1823 stammende plan (uitgegeven in 1826) behelsde een gedetailleerde uitwerking van de bestuurlijke en de waterstaatkundige aanpak van de ontginning van duinvlakten, waaronder die te Wassenaar. Delen van de bij Domeinen in bezit zijnde duingronden werden vanaf 1830 op initiatief (en onder leiding) van A.L.V.H. Gevers in cultuur gebracht; eerst op Klein-Meijendel en kort daarop ook op Meijendel. Het gesubsidieerde agrarische project was gericht op het voeren van een gemengd bedrijf, waarbij echter de nadruk lag op de schapenteelt. Het project verliep moeizaam, de subsidie werd stopgezet en in 1869 resteerde nog slechts het thans bestaande boerderijcomplex. Twee grote schaapskooien ten noordwesten van de veestal waren toen reeds verdwenen, evenals een hooiberg en een wagenschuur. Sinds 1925 is het duingebied van Meijendel ten behoeve van de waterwinning in handen van de gemeente Den Haag. Sinds 1874 vond er in de duinen reeds waterwinning plaats. Naast, en mede als gevolg van het teruglopend agrarisch bedrijf kreeg Meijendel een steeds belangrijker functie voor de recreatie. Nadat begin 20ste eeuw een koffiehuisje was ingericht bij de boerenwoning 'Klein Meijendel', werd erna ook bij Meijendel een theetuin geëxploiteerd. Omstreeks 1930 werd bij het boerderijcomplex een houten theeschenkerij gebouwd, welke omstreeks 1960 door nieuwbouw is vervangen. Deze theeschenkerij valt buiten de bescherming van rijkswege. In de schuur is tegenwoordig een bezoekerscentrum gevestigd.

Omschrijving

In het van nature bosrijke Meijendel ligt het boerderijcomplex aan de westzijde van de naamgevende duinvallei, waardoor het enigszins beschut ligt tegen de sterke zuidwestwinden. Door de groepering van de gebouwen is een pleinvormige, met vooral kastanjebomen en eiken beplant, erf ontstaan. Dit gaat over in een in zuidelijke richting doorlopende open weide, waarvan de oorspronkelijke begrenzing door loofbomen (eiken, abelen) en duinruggen deels nog herkenbaar is. De westelijke begrenzing van het erf wordt gevormd door de voormalige veestal (nu: manege), waarvan de nokrichting in noord-zuidrichting loopt. Ten zuiden ervan staat de arbeiderswoning/schuur met de nokrichting in het verlengde van de veestal. De zuidelijke begrenzing wordt gevormd door de haaks erop geplaatste boerenwoning, waarvan de hoofdentree aan erfzijde is. Ten zuidoosten ervan bevindt zich de iets schuin geplaatste theeschenkerij. Aan de oostzijde staat het erf (bij tegenwoordige parkeerplaats) in verbinding met een door windsingels omgeven duidelijk omsloten ruimte van een tweede weide nabij de boerderij.

N.B. de theeschenkerij is voor bescherming van ondergeschikt belang.

Waardering

Negentiende eeuws duinontginningscomplex Meijendel is van algemeen belang wegens cultuur-, architectuurhistorische en tuinhistorische waarde

- als zeldzaam en goed herkenbaar voorbeeld van agrarische duinontginning, ontstaan als experimenteel project naar aanleiding van een prijsvraag uit 1816 van de Maarschappij ter bevordering van den Landbouw.

- vanwege de ruimtelijke-historische en ensemblewaarde vanwege de nog goed herkenbare relatie met de directe omgeving waarin weides en windsingels gelegen zijn.

Het complex is vrij gaaf in hoofdvorm en materiaalgebruik en redelijk gaaf in detaillering.

Het complex is van algemeen belang vanwege de relatieve zeldzaamheid en het pionierskarakter dat er aan ten grondslag ligt.