Complexgegevens

Complexnummer
529279

Omschrijving

Omschrijving van het complex

Ten noorden van het dorp Leur ligt de HISTORISCHE BUITENPLAATS LEUR, een door tuinen en bosgebied omringd huis dat in 1778 in opdracht van Christiaan W.H. baron van Balveren is gebouwd. Het complex ligt op de oude rivierduinen van de Maas. Het hoge deel is bebouwd en bebost, op de lage delen zijn de weilanden. Het huis staat precies op de rand van de zavelgrond en de broeklanden, op het laagste punt van het hoge deel.

In structuur en detail goed bewaard gebleven historisch buitenplaatscomplex LEUR bestaande uit een HOOFDGEBOUW (Huis te Leur) (1), HISTORISCHE TUIN- en PARKAANLEG (2), BOUWHUIS (3A) met SCHUUR (3B), HEKPOSTEN (4), DUIVENTIL (5), MOESTUINMUUR met HEKPOSTEN (6), KAS (7) en PRIEEL (8).

In 1748 kwam de heerlijkheid Leur door aankoop in bezit van de Gelderse edelman Gerrit Willem van Balveren. Hij was gehuwd met Jacoba van Bassenn. Dit echtpaar heeft waarschijnlijk niet op Leur gewoond. Dat werd anders na hun overlijden toen hun zoon Christiaan Willem Hendrik van Balveren heer van Leur werd (1752). Hij liet het tegenwoordige huis bouwen in 1778 en het park aanleggen en ging er daadwerkelijk wonen. De eigenaar overleed in 1789 en de plaats werd verhuurd aan zijn weduwe. In een huurovereenkomst van het eigendom uit 1791 wordt de buitenplaats als volgt omschreven: 'De Heere behuisinge met bouwhuis, Duyveslag, Vischvijvers, Allées, Starrenbosch en verdere Plantagie zoo als dezelve binnen deszelfs bepalingen bij en om het gez. Huis in de Hooge en vrije Heerlijkheid Leur geleegen zijn'. Het huis wordt in 1799 nader beschreven als: 'Het HUIS TE LEUR, voor weinige jaaren geheel nieuw opgebouwd, voorzien met verscheiden zoo boven- als beneden kamers, waarvan eenige behangen, ruime keuken, en verdere commoditeiten, voorts een bouw- of tuinmans-huis, met ruime stallingen voor paarden en beesten, koetshuis enz., een schoone tuin, beplant met allerlei vruchtboomen, boomgaard, vischryke vyver, aangenaame bosschen en wandelingen...'.

De opvolgende eigenaars Van Balveren hadden in de loop van de 19de eeuw verschillende plannen tot uitbreiding van het huis laten maken, die, met uitzondering van een kleine aanbouw aan de achterzijde in beperkte mate zijn verwezenlijkt. Wijzingen uit 1847 (voornamelijk schilderwerk) en in 1867 (na de overstroming van 1861) hebben hun stempel gedrukt op het uiterlijk en de inwendige afwerking van een aantal vertrekken. Tot 1920 heeft het geslacht Van Balveren Leur in bezit gehad. In dat jaar overleed de laatste manlijke telg uit dit geslacht, mr. Walraven Elias Johan. Zijn erfgenaam mr. Bernhard Frederik baron van Verschuer werd de nieuwe eigenaar. Leur is nog steeds in het bezit van de familie Van Verschuer.

In 1929 werd de hele kap van het huis vernieuwd, waarbij de zakgoot verdween. De zolderverdieping kreeg een aantal kamers, waartoe aan de achter- en zijkanten dakkapellen werden toegevoegd. Daarvoor was er sprake van een dakkapel per dakvlak.

Tegelijk met de bouw van het huis omstreeks 1780 werd rondom een aanleg gerealiseerd bestaande uit een (moes)tuin, een boomgaard, een visvijver en, verder van het huis gelegen, wandelbossen, waaronder een sterrenbos achter de grote vijver. Opmerkelijk is dat de oprijlaan vanuit het dorp vanaf de Leurseweg niet recht op het huis werd geprojecteerd maar vanuit een hoek erop aanloopt. Deze laat 18de-eeuwse situatie staat op de kadastrale minuut van 1820 verbeeld: het huis ligt met de voorzijde naar het zuidoosten gericht en heeft een weids, onbelemmerd uitzicht over de lager gelegen bouw- en weilanden. Achter het huis, aan de noordwest kant bevindt zich de moestuin en het tot koetshuis verbouwde bouwhuis en boswachterij. Aan de noordoost zijde ligt een langgerekte, vierlobbige vijver. Voor het huis is een rechthoekig voorterrein met toegang in het midden. De wandelbossen, voornamelijk aan de oost- en zuidoostkant, zijn met rechte en diagonale lanen ontsloten. Deze situatie is in feite tot op heden ongewijzigd, met dien verstande dat er in het midden van de 19de eeuw een landschappelijke invulling van een van de bosvakken heeft plaats gevonden door middel van gebogen met beuken beplante lanen tussen de hakhoutbossen. Ten oosten van de vijver kreeg het bestaande weiland een gebogen beëindiging door middel van een boomcoulisse. Ook de oprijlaan voor het huis kreeg een gebogen vorm. De ingang in het midden verviel. De halve maanvormige vijver dagtekent van omstreeks 1930. In de jaren zestig van de 20ste eeuw is rechts van het huis een tennisbaan aangelegd.

De omgrenzing van de historische buitenplaats volgt aan de west- en noordkant de Van Balverenlaan en de Puitsestraat, aan de oostkant de scheiding tussen bos en agrarisch gebied en aan de zuidkant de kadastrale grens tussen twee agrarische percelen.

Op de bijbehorende kaart staan de omgrenzing alsmede de nummers van de complexonderdelen aangegeven.

Waardering van het complex

De historische buitenplaats Leur is van algemeen cultuur, architectuur- en tuinhistorisch belang:

- wegens de ouderdom;

- wegens de ontwikkelingsgeschiedenis;

- wegens de 18de-eeuwse architectuur van het hoofdgebouw, Huis te Leur;

- wegens de aanwezigheid van 18de- en 19de-eeuwse elementen in de parkaanleg;

- wegens de samenhang tussen de gebouwen en het omringende park.