PAND onder dwars wolfdak. Schuifvensters; bovenlicht met roedenverdeling; restant van voordeuromlijsting. Inwendig oude deuren en schouw. XVIII.

Driebeukige vakwerkschuur.

Zeldzaam voorbeeld van eenbeukig vakwerkhuis, schilddak: halve kruisvensters met luiken. Nieuwe zijgevel en aanbouw aan de achterzijde.

Eenvoudig zaalkerkje uit 1748. In 1930 aan de oostzijde vergroot. In de kerk 18e eeuwse preekstoel met achterschot en klankbord; 18e eeuws kroontje.

Houten schaapskooi met riet gedekt.

Op het verhoogde kerkhof een klokkestoel met gezwenkte overnaadse kap.

Inleiding In 1919 in sobere baksteen-architectuur gerealiseerde ARBEIDERSWONING van het krimptype. In 1919 werd aan de onverharde Mûntsegroppe een rijtje van vijf identieke arbeiderswoningen gebouwd op ruime eigen percelen in...

Inleiding Het HOK dat behoort bij de arbeiderswoning is in 1919 gelijktijdig daarmee gebouwd. Het hok staat dwars achter het schuurgedeelte van de arbeiderswoning en diende als (klein)veestalling, berging en privaat. Bij de...