Complexgegevens

Complexnummer
405935

Omschrijving

BUITENPLAATS DE BREUL. Aan de Driebergseweg te Zeist gelegen historische buitenplaats, die oorspronkelijk deel uitmaakte van een gelijknamig landgoed waarvan de oudste schriftelijke bronnen teruggaan tot het begin van de 15e eeuw. De buitenplaats is in het tweede of derde decennium van de 19e eeuw aangelegd in opdracht van de rijke Utrechtse bankier Jan Kol (1789-1848), die De Breul in 1811 verwierf. Hij liet in de ZW-hoek van het terrein een huis in classicistische stijl bouwen, wellicht naar ontwerp van J.D. Zocher jr. (1791-1870). Dit huis heeft in de 19e en 20e eeuw een aantal verbouwingen ondergaan. De laatste grote verbouwing vond in de jaren 1926-1928 plaats naar ontwerpen van de Hilversumse architect J.W. Hanrath.

De parkaanleg is gelijktijdig met de bouw van het huis geconcipieerd. Op de oudste afbeelding van de Breul - een litho, die in de zevende aflevering van M. Mourot's 'Buitenplaatsen tusschen de stad Utrecht en de Grebbe' uit 1829 is gepubliceerd - is het huis op een heuvel gesitueerd, die is opgeworpen met de aarde uit de gedeeltelijk ervoor gelegen uitgegraven vijverpartij in landschapsstijl. Deze situatie bepaalt tot op heden het vooraanzicht van de buitenplaats.

De buitenplaats is toegankelijk via een oprit, waarvan het verloop vanaf twee bakstenen hekpijlers aan de Driebergseweg - de ZW-grens van de buitenplaats - de gebogen vorm van de genoemde vijverpartij volgt en deze aan de noordzijde van de heuvel, waarop het huis staat, over een op een antiek romeins aquaduct geinspireerde tweebogige brug kruist.

De parkaanleg, die waarschijnlijk door Jan David Zocher jr. (1791-1870) is ontworpen, bestaat uit een sierpark in het zuidoosten van De Breul en een park met slingerpaden en hakhout ten oosten, noordoosten en noorden hiervan en wordt aan de ZO-zijde door de Breullaan, noordoostzijde de Arnhemse Bovenweg, zuidwestzijde door de Driebergseweg en aan de noordwestzijde door het terrein van de Katholieke Scholengemeenschap De Breul begrensd. Het hoofdmotief van het sierpark is een langwerpige vijverpartij, die zich vanaf de ZW-hoek van het park in ruime curven in noordoostelijke richting uitstrekt. Het wandelparcours dat rondom en in de omgeving van deze vijverpartij is uitgezet, verloopt in ruime bogen geleidelijk van hoog naar laag en vice versa over een sterk maar vloeiend geaccidenteerd terrein. In het deel van het park dat aan het sierpark grenst, zijn vanouds het koetshuis en de ijskelder gesitueerd. In dit gedeelte waren enkele open ruimten en slingerlanen aangelegd, waar tegenwoordig nog restanten van bewaard zijn gebleven.

In tegenstelling tot het sierpark heeft dit deel nooit een heuvelachtig karakter gehad. De parkaanleg van het noordwestelijke parkgedeelte is versnipperd door de bouw van diverse opstallen en door de aanleg van grasvelden en een parkeerplaats door de St. Willibrordus stichting (van 1946 tot in 1989 eigenaresse van De Breul). Ook is deze aanleg een stuk verkleind, doordat aan de NW-zijde een deel van het terrein in gebruik is door de Katholieke Scholengemeenschap De Breul.

Het bestand aan bomen in beide parkgedeelten is in 1913 voor een deel vernieuwd naar plannen van de tuinarchitect Leonard A. Springer (1855-1940), die bij deze gelegenheid ook het verloop van de paden hier en daar heeft gewijzigd.

De historische buitenplaats De Breul heeft de volgende, samenstellende onderdelen:1: Hoofdgebouw (Huis De Breul), zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer: 405944;2: Historische tuin- en parkaanleg, zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer: 405945;3: Koetshuis, zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer: 405946;4: IJskelder, zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer: 405947;5: Brug, zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer: 405948;6: Stenen hekpijlers (in zuidhoek), zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer: 405950;7: Stenen hekpijlers (in westhoek), zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer: 405973.

De historische buitenplaats is in cultuurhistorisch opzicht van algemeen belang, vanwege:

- het hoofdgebouw, dat een goed voorbeeld is van een door de bekende architect J.W. Hanrath in de jaren 1926-1928 tot een op de engelse landhuis-architectuur geinspireerd monumentaal landhuis verbouwd 19e-eeuws hoofdgebouw van een historische buitenplaats, waarbij de classicistische trekken van het oorspronkelijke huis herkenbaar zijn gebleven, en waarbij ook de compositorische relatie van het huis met de omringende historische tuin- en parkaanleg niet geschonden is;

- de historische tuin- en parkaanleg in landschapsstijl uit de eerste helft van de 19e eeuw, die in compositorisch opzicht tot én der meest geslaagde uit deze tijd in Nederland gerekend kan worden.