Complexgegevens

Complexnummer
422277

Omschrijving

BUITENPLAATS FRANKENDAEL.

De geschiedenis van de buitenplaats Frankendael in de Watergraafsmeer gaat terug tot 1695, toen Isaac Balde een uit ca. 1660 daterende hofstede kocht en ter plaatse, naar de mode uit die tijd, het huidige paviljoenvormige huis met centraal gelegen ingangspartij en zijvleugels (waarin koetshuizen) liet bouwen.

Rondom het huis liet hij een parkaanleg realiseren, waarvan het grondplan bestond uit een rechthoekig omgrachte plaats, die door boomsingels werd omgeven. Deze omgrachte plaats bestaat nog steeds, evenals de singel met bomen (linden in enkel verband; huidige linden 19e-eeuws of ouder) aan de NO- en NW-zijde en een gedeelte van het singeltrace aan de ZO-zijde ervan. In 1770 werd aan de gracht aan de NO-zijde van de huisplaats in de as van het huis een beeldengroep met stroomgoden (Amphitrite, Neptunus en Arion) en schelpvormig bassin van Ignatius van Logteren (in 1714 vervaardigd voor de thans verdwenen buitenplaats Driemond bij Weesp) geplaatst. De twee beelden op sokkel ter weerszijden van deze groep - voorstellende Ceres en Bacchus - dateren uit ongeveer dezelfde tijd, evenals de hardstenen kop van een jongen bij de Bacchus-sculptuur en het beeld van koning David met harp ten zuidwesten van het huis; deze laatste twee beelden zijn wellicht oorspronkelijk van elders afkomstig en naderhand op Frankendael geplaatst.

Ouder dan het stichtingsjaar van de buitenplaats Frankendael zijn de huidige NO- en ZO-grens van de buitenplaats, respectievelijk de Middenweg en de Grote Tochtsloot; deze dateren uit de jaren '30 van de 17e eeuw, toen de Watergraafsmeer werd aangelegd. In 1783 liet de toenmalige eigenaar van Frankendael, de gefortuneerde consul-generaal van Portugaal in de Republiek, handelaar en collectioneur van oude Hollandse meesters Jan Gildemeester (1744-1799) aan de NW-singel een monumentale houten toegangspoort in Lodewijk XVI-stijl bouwen. Na de dood van Gildemeester in 1800 werd Frankendael door de nieuwe eigenaar Anthony Dull in noordwestelijke richting aanzienlijk uitgebreid. Hij realiseerde wellicht de groenzone met eiken en kastanjes in onregelmatig verband tussen de Middenweg en het verlengde van de noordoostelijke gracht, zo deze niet door Cornelis Proot, die vanaf 1835 eigenaar van Frankendael was en er een theetuin exploiteerde, of later in de 19e eeuw werd aangelegd. Deze groenzone reikt tot een dwarsstraat (ter hoogte van het kadastrale perceel Watergraafsmeer nr. A3582) waar deze zone met de gracht in zuidwestelijke richting omgaat en eindigt bij de knik van de gracht in noordwestelijke richting. Anthony Dull of Cornelis Proot liet op Frankendael een park met boom- en heestergroepen, open ruimten en taluds in landschapsstijl aanleggen, waarvan de aanleg ten noordoosten geheel en ten zuidwesten gedeeltelijk bewaard zijn gebleven en waarvan een fragment ten westen van de huisplaats nog steeds bestaat. Dit fragment, waarvan een hermitage aan een waterpartij in landschapsstijl het hoogtepunt vormt, is omringd door kwekerijen en is als zodanig geisoleerd ten aanzien van het overige deel van de historische aanleg van Frankendael komen te liggen.

Deze kwekerijen dateren uit de 20e eeuw en zijn door de huidige eigenaresse (Gemeente Amsterdam) sedert 1882 als stadskwekerij in gebruik. De inrichting van deze kwekerijen zijn voor de historische aanleg van Frankendael van ondergeschikte betekenis, maar als groenzone binnen en als groenbuffer langs deze aanleg en de aanleg ten zuidwesten van de huisplaats zijn zij van groot belang. Aan de NW-zijde wordt de historische aanleg van Frankendael begrensd door de ZO-zijde van het dwarspad, dat langs de NW-zijde van de genoemde fragmentarische aanleg in landschapsstijl met hermitage voert en waarvan de as aan de NO-zijde tot de genoemde groenzone langs de Middelweg reikt. Aan de ZW-zijde eindigt deze as op een sloot, die even ten zuidoosten van dit punt naar het zuidwesten vertakt. Deze vertakking eindigt dwars op een sloot, die uitmondt in de Grote Tochtsloot en waarvan de ZW-oever de grens van de historische aanleg aan deze zijde markeert.

De historische buitenplaats Frankendael heeft de volgende samenstellende onderdelen:1. HOOFDGEBOUW (Huis Frankendael), zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer: 422420;2. HISTORISCHE TUIN- EN PARKAANLEG, zie voor omschrijving bij complex- onderdeel met monumentnummer: 422421;3. TOEGANGSPOORT OP BAKSTENEN DAM, zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer: 422422;4. MARMEREN FONTEIN MET BEELDEN VAN NEPTUNUS, AMPHITRITE EN ARION, zie voor complex-onderdeel met monumentnummer: 422423;5.BEELD VAN CERES OP SOKKEL, zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer: 422424;6. BEELD VAN BACCHUS OP SOKKEL, zie zie voor omschrijving bij complex- onderdeel met monumentnummer: 422425;7. HARDSTENEN KOP VAN EEN JONGEN, zie voor omschrijving bij complex- onderdeel met monumentnummer: 422426;8. BEELD VAN KONING DAVID, zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer: 422427;9. HERMITAGE, zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer: 422428.

De historische buitenplaats Frankendael is in cultuurhistorisch opzicht van algemeen belang, vanwege:

-het paviljoenvormige hoofdgebouw met zijvleugels uit ca. 1700, dat een rijk uitgevoerd en compositorisch geslaagd voorbeeld is van een hoofdgebouw van een door een rijke Amsterdammer in deze tijd gestichte buitenplaats;

-de historische tuin- en parkaanleg met rechthoekig omgrachte en deels omsingelde huisplaats, die een goede indruk geeft van de formele ruimtelijke structuur van de aanleg van een buitenplaats rond 1700 in de Watergraafsmeer;

-de 18e-eeuwse tuinbeelden, die deels door Ignatius van Logteren zijn gehouwen en al vanouds op de buitenplaats aanwezig zijn;

-de houten monumentale Lodewijk XVI toegangspoort, die als zodanig een zeldzaam geworden motief in Nederlandse historische buitenplaatsen geworden is;

-de kleinschalige aanleg in landschapsstijl op de huisplaats en daarbuiten uit het begin van de 19e eeuw met een hermitage als ornamenteel folly-achtig hoogtepunt;

-haar hoedanigheid van inmiddels door de buitenwijken van Amsterdam omgeven laatste historische buitenplaats met bijbehorende samenstellende onderdelen in de Watergraafsmeer, die vroeger grote vermaardheid genoot vanwege de hier aanwezige rijkdom aan buitenplaatsen.