Complexgegevens

Complexnummer
515036

Omschrijving

Inleiding

Het Barent van NamensHOFJE werd in 1915 voltooid naar een ontwerp van gemeente-architect Willem Cornelis Mulder (1850-1920) in een Nieuw- Historiserende stijl. Hij maakte daarbij gebruik van Oud-Hollandse elementen zoals luiken, roeden, deuren met koperen kloppers en uitkragende goten en gootlijsten.

Het Barent van Namenshofje bestond al vanaf 1730. De handelaar Barent Van Namen had in 1728 in zijn testament vast laten leggen dat een deel van zijn kapitaal belegd zou worden in een hofje met woningen voor echtparen van vijftig en ouder. Vrouwen hoefden na het overlijden van hun man echter niet te vertrekken.

Het eerste hofje bestond uit een steeg met aan ieder kant zes huisjes. In 1788 voegden de regenten een poort aan de Hoefstraat toe. In 1915 besloot de toenmalige regent mr. G.W.J.J. (Carel) Pape dat het hofje niet langer voldeed.

Hij gaf W.C. Mulder de opdracht een ontwerp voor een nieuw hofje te maken.

Het oude hofje werd gesloopt, het nieuwe gebouwd. Alles op kosten van de heer Pape. Door het bleekveld en het terrein oostelijke van de woningen er bij te trekken, werd het bouwterrein vergroot. Bovendien werd door middel van diverse uitbouwen en door de woningen rond een plein te groeperen, een veel ruimere indruk gewekt van het complex.

Het poortje dat de toegang tot het hofje vormt, bevat nog onderdelen uit 1788.

Omschrijving

Het Barent van Namenshofje bestaat uit een poortje en dertien hofjeswoningen, waarvan één diende als regentenkamer. De woningen zijn rond een tuin gegroepeerd in blokjes van twee tot vier woningen. Tegenover de regentenkamer (zuid) staat een enkel woonhuis, nummer 8. Nummer 1 en 2 (zuid) zijn gespiegeld gelijk aan elkaar en nummer 3 en 4 (zuidoost) idem dito. Nummer 5, 6 en 7 (noordoost) zijn gekoppeld, evenals 9, 10, 11 en 12. Van deze twee rijtjes is de vormgeving identiek.

Het gehele complex ligt binnen het beschermd stadsgezicht en is opgesloten in het bouwblok binnen de Hoefstraat, de Doezastraat, de Raamsteeg en de St. Jacobsgracht. De toegangspoort bevindt zich aan de Hoefstraat. De zijgevels van de woningen zijn gedeeltelijk of geheel ingesloten door de omringende bebouwing. Aan de achterkant hebben de woningen ieder van oorsprong een keukenvenster, deur en klein toiletvenster aan een plaatsje. De regentenkamer en tegenoverliggende woning vormen hierop een uitzondering; hiervan sluit de blinde achtergevel direct aan op de omringende bebouwing. De binnentuin is onregelmatig gevormd. Ongeveer in het midden van het brede oostelijke deel staat een lantaarn.

Waardering

Het Barent van Namenshofje is van algemeen belang vanwege de cultuurhistorische waarde als een representatief voorbeeld van de hofjes die aan het eind van de 19e en begin van de 20e eeuw de vroegste vorm van sociale woningbouw vormen.

Het hofje is tevens van van algemeen belang vanwege de architectuurhistorische waarde wegens de Nieuw- Historiserende stijl met Oud-Hollandse elementen en als kenmerkend ontwerp in het veelzijdige oeuvre van W.C. Mulder.

Het complex is stedebouwkundig gezien van belang vanwege de visuele en functionele samenhang tussen de verschillende onderdelen.

De verschillende onderdelen van het hofje, inclusief het poortje aan de straatkant, zijn nog bijzonder gaaf.