Complexgegevens

Complexnummer
524665

Omschrijving

Inleiding

In de buurtschap Egypte, ten oosten van de oude dorpskom van Tegelen, zijn op een terrein ten noorden van de Kaldenkerkerweg in een bosrijke omgeving drie VIADUCTEN annex TUNNELS (onderdelen 1,2 en 3) gelegen, waarover en waaronder een netwerk van smalspoorlijnen en paden was aangelegd ten behoeve van de afvoer van gedolven klei uit nabijgelegen groeven naar diverse kleifabrieken. Een onverharde ACCESWEG verbindt de drie viaducten met elkaar; drie meer of minder haaks hierop georiënteerde ACCESPADEN kruisen dit tracé¿ce onderlangs. De drie viaducten annex tunnels zijn in hun huidige verschijningsvorm aangelegd tussen 1900 en 1925, naar grote waarschijnlijkheid in opdracht van de kleifabrikanten Russel-Canoy en de Gebroeders Teeuwen, die beiden bedrijf hielden aan de nabijgelegen Kaldenkerkerweg. De drie viaducten werden opgetrokken in Ambachtelijk-traditionele bouwtrant. Ze verkeren thans in slechte staat; diverse onderdelen zijn in afwijkende stijl vervangen. Het smalspoor zelf is thans geheel verdwenen; de artificiële accesweg en accespaden resteren als duidelijk zichtbare sporen in het landschap.

De eerste mechanisatie in de Tegelse grofkeramische industrie had betrekking op het grondstoffentransport. Hiervoor werd een uitgebreid net smalspoorverbindingen tussen de kleigroeven en de fabrieken aangelegd, aanvankelijk grotendeels voor gezamenlijk gebruik. Dit smalspoor is voor de ontwikkeling van de keramische industrie in de periode vanaf 1900 tot kort na de Tweede Wereldoorlog van zeer grote betekenis geweest. De grondstofvoorziening was een van de belangrijkste zaken waar de leiding van de keramische bedrijven zich mee bezighield. Bedrijven die deze noodzaak niet tijdig onderkenden of niet bij machte waren hiervoor adequate voorzieningen te treffen, werden op termijn genoodzaakt de productie te staken. Aanvankelijk vond de kleiwinning grotendeels collectief plaats uit gemeentegronden, vanaf de jaren dertig van de 20ste eeuw zocht men voor de grondstoffenvoorziening naar delvingsplaatsen en kleigroeven buiten Tegelen. Het smalspoor was beschikbaar in spoorwijdten van 600, 700 en 900 mm. De tractie werd in de eerste jaren geleverd door paardenkracht. Vanaf ongeveer 1915 werd steeds vaker een locomotief ingezet.

Omschrijving

Het bosrijke terrein waarop de complexonderdelen zijn gelegen wordt in het noorden en westen begrensd door de weg Egypte, in het zuiden door belendende bedrijventerreinen van (voorheen) de Gebroeders Teeuwen en Russel-Canoy en in het oosten door een bosgebied waarin de voormalige kleigroeven gelegen zijn. Een nagenoeg noord-zuid georiënteerde ACCESWEG overspant de drie complexonderdelen. Over deze weg liep een eigen smalspoor van kleiwarenfabrikant Alfred Russel. Haaks op de twee meest zuidelijke VIADUCTEN (onderdelen 1 en 2) liggen twee ACCESPADEN, die aanvankelijk door diverse andere plaatselijke pannenbakkers werden gebruikt als klei-afvoerpaden per kar, en die via TUNNELS de accesweg van Russel kruisen. Haaks op het meest noordelijke VIADUCT loopt een vrijwel kaarsrecht ACCESPAD waarover de Gebroeders Teeuwen een eigen smalspoortramlijn exploiteerden. Ook dit kruist via een TUNNEL de accesweg van Russel.

Waardering

Het complex, bestaande uit drie SMALSPOORVIADUCTEN annex TUNNELS met overspannende ACCESWEG en drie ondergelegen, kruisende ACCESPADEN, is van algemeen belang. Het complex heeft grote cultuurhistorische waarden. Het is van belang als bijzondere uitdrukking van de sociaal-economische ontwikkelingen in de Noord-Limburgse grofkeramische industrie in het begin van de twintigste eeuw, waarvan Tegelen het centrum was. Vanwege het belang dat door deze industrie aan de grondstoffenvoorziening -en daarmee aan de transportmogelijkheden- werd gehecht is het complex tevens van belang als uitdrukking van een landschappelijke ontwikkeling. Daarnaast is het complex van belang vanwege het pionierskarakter. De aanleg van een smalspoornetwerk met alle bijbehorende artefacten was een innovatieve technische ontwikkeling die de eerste mechanisatie in de grofkeramische industrie illustreert. Het complex bezit ensemblewaarden vanwege de karakteristieke stedenbouwkundige situering tussen de voormalige, nabijgelegen kleigroeven en de kleiwarenfabrieken aan de Kaldenkerkerweg, die vooral in verband met de ontwikkelingen in de grofkeramische industrie aan het einde van de negentiende en het begin van de twintigste eeuw bebouwd raakte. Het complex vertegenwoordigt een grote industrieel-archeologische en typologische zeldzaamheidswaarde. Het is het enige in complexvorm bewaard gebleven voorbeeld van smalspoorviaducten/tunnels in Nederland.