Complexgegevens

Complexnummer
522862

Omschrijving

HISTORISCHE BUITENPLAATS BROEKHUIZEN

Omschrijving van het complex:

In structuur en deels in detail gaaf bewaarde buitenplaats met HOOFDGEBOUW (1), HISTORISCHE TUIN- EN PARKAANLEG (2), TWEE TUINBEELDEN (3), ORANJERIE MET BEELDEN (4), TUINMUUR (5), KOETSHUIS (6), BRUG (7), INRIJHEK (8), BOERDERIJ MIDDELWEG (9), VOORMALIG ZWEMBAD (10), TOMBE VAN NELLESTEYN (11), HUIS DARTHEIDE (12), VOORMALIG RECHTHUIS (13), BOERDERIJ SCHEVICHOVEN met SCHAAPSKOOI, HOOIBERG en DUIVENTOREN (14), BOERDERIJ (15).

De historische buitenplaats Broekhuizen ligt ten zuidwesten van de dorpskern van Leersum in het overgangsgebied van de droge zandgronden van de Utrechtse Heuvelrug naar de lagere natte kleigronden in het stroomgebied van de Langbroekerwetering en de Kromme Rijn. Het Huis Broekhuizen is een monumentaal wit gepleisterd classicistisch landhuis met een indrukwekkende entree, gevormd door een hoog bordes, trappenvlucht en zuilenportiek met kolossale Ionische orde. Achtereenvolgens werkten de architecten J. Berkman en B.W.H. Ziesenis aan het gebouw. In 1906 werd het huis door brand verwoest, maar vrijwel meteen in dezelfde vorm door architect J.C. Wentink herbouwd. Zowel het uitwendige als de inwendige afwerking zijn goed bewaard gebleven.

Het huis vormt het middelpunt van een park in landschapsstijl, dat in het westen en noorden geleidelijk overgaat in het bosrijke landschap van de Utrechtse Heuvelrug, met als hoogtepunt en eindpunt in het noordoosten de Donderberg met de tombe van Nellesteyn. Aan de zuidkant gaat het park over in de landbouw- en weidegronden van het rivierengebied. De oostelijke begrenzing wordt deels gevormd door de schuin weglopende limietscheiding tussen de voormalige jurisdicties van Darthuizen en Leersum. Voorts maakt de boerderij Schevichoven met bouwland deel uit van de compositie. Aan de westkant zet het park zich, over de Broekhuizerlaan, door als 'buitenpark' en gaat vloeiend over in bos-, wei- en landbouwgronden.

De eerste vermelding van het huis dateert van rond 1400. Uit 1646-1647 dateert de oudste afbeelding, vervaardigd door Roelant Roghman en laat een hoog hoofdgebouw zien omringd door een onregelmatige groep bijgebouwen omsloten door een gracht. Van enige parkaanleg is dan nog geen sprake. Het huis was georiënteerd op de Langbroekerwetering getuige een kaart van 1696 door Bernard de Roy, die een laan toont vanaf het huis naar de Gooyerdijk. In de loop van de achttiende eeuw wordt de lange rechte laan in noordwaartse richting (naar de Utrechtse heuvelrug, een belangrijk jachtgebied) aangelegd, zoals op de kaart van ingenieur Van der Meer uit 1800 staat aangegeven.

Huis en park werden als één architectonisch concept ontworpen in opdracht van Cornelis Jan van Nellesteyn, die in 1792 eigenaar van het landgoed werd. Tussen 1794 en omstreeks 1820 waren achtereenvolgens J.G. Michaël en vader en zoon J.D. Zocher verantwoordelijk voor de aanleg van het park. In 1897 en 1908 heeft ook tuinarchitect Hugo Poortman op de buitenplaats gewerkt. De buxusparterres bij het huis en voor de oranjerie zijn van diens hand. De compositie van de oorspronkelijke parkaanleg is met name rond het huis gaaf bewaard gebleven en wordt gekenmerkt door vier in de as van het huis achter elkaar gelegen, door boomgroepen gemarkeerde open ruimten. Daar waar de boomgroepen elkaar het dichtst naderen vormen zij coulissen die de verschillende zichtlijnen begeleiden. Aan de zuidwestzijde van het huis voert het zicht over een grote vijverpartij met twee eilandjes richting het Langbroekerweteringgebied. Een zichtlijn aan de voorzijde van het huis is in noordwaartse richting gericht op de voormalige wildbaan, de hertenkamp en de formele laan met toegangshek. Vanaf het huis in noordwestelijke richting, langs het koetshuis werd een zichtlijn geschapen over het water. In noordoostelijke richting gaat de zichtlijn over de gronden van Schevichoven richting Donderberg met de tombe van Nellesteyn. De Bonnekaart van 1918 geeft een goede weergave van dit magistrale gezicht over het terrein van Schevickhoven en het weiland ten noorden van de Middelweg in de richting van de tombe. Voor dit gezicht, dat ook zichtbaar is op de Topografische en Militaire kaart uit 1847, werd de omwalling rondom het door een boszoom omgeven weiland ten noorden van de Middelweg voor een stuk vrijgehouden, zoals tot op heden waarneembaar is. Ter hoogte van de grens tussen Schevickhoven en Broekhuizen belemmert opschot thans dit doorzicht vanaf het huis over genoemd weiland ten noorden van de Middelweg in de richting van de tombe. Vanaf Schevickhoven is dit doorzicht over het weiland gaaf bewaard gebleven. Een slingerende, met beuken beplante laan vormt de fysieke schakel tussen park en graftombe. Deze laan, die de noordwestgrens van het genoemde weiland ten noorden van de Middelweg markeert, is behoudens een kleine cesuur, geheel bewaard gebleven. Deze cesuur bevindt zich ter plekke van het erf van restaurant Darthuizen en van de woonhuizen Rijksstraatweg nrs. 317 en 319. Deze cesuur is er de oorzaak van dat het beschermde complex uit twee delen bestaat, die beide echter door de chronologie van de wandeling en de doorzichten in de richting van de tombe een aaneengesloten aanleg vormen. Vanaf de Rijksstraatweg in de richting van de tombe is de slingerlaan met klinkers bestraat. De grens van de aanleg ten noorden van de tombe wordt gevormd door de rechte lijn tussen noordzijde van de twee paden, die vanaf het westen en oosten naar de tombe voeren.

Ten noorden en ten oosten van het huis liggen een koetshuis, een oranjerie en een voormalige boerderij. Het oorspronkelijke, laat 18de-eeuwse koetshuis werd in 1897 door een nieuw vervangen, gebouwd naar ontwerp van J.J. en M.A.van Nieukerken en is in 2000 gerestaureerd en geschikt gemaakt voor kantoordoeleinden. De oranjerie lijkt zich op een heuvel te verheffen, maar in werkelijkheid is de heuvel opgeworpen tegen de benedenverdieping van het gebouw tot aan het vloerniveau van de eerste verdieping. Afgezien van de oranjerie was het gebouw oorspronkelijk ook in gebruik als biljartkamer. De middenkamer met uitzicht over het gazon was bovendien gedecoreerd met vijf grote doeken met afbeeldingen uit toneelstukken van Voltaire. Tussen 1978 en 1979 is de oranjerie gerestaureerd en ingericht als kantoorruimte, waarbij in de blinde achtergevel de oorspronkelijke vensters weer werden aangebracht. Ten zuidoosten van het huis, achter de oranjerie, liggen de voormalige boerderij en de deels ommuurde moestuin. Voor het huis staan twee marmeren sfinxen uit de bouwtijd van het huis. Twee tot de oorspronkelijke parkinventaris en parkcompositie behorende marmeren empire vazen zijn verwijderd en staan thans opgesteld in de tuin van het Vredespaleis te 's-Gravenhage. Het hertenverblijf dat zich in de hertenkamp voor het huis bevond is in de jaren tachtig van de 20ste eeuw afgebrand. Achter het huis in het park bevinden zich de restanten van een oud betonnen zwembad en de restanten van een tennisbaan. Direct ten westen van het hoofdgebouw lag een houten (wiebel)brug, die thans niet meer aanwezig is. Ook het kinderhuisje nabij het kasteel en de schietbaan naast de moestuinmuur zijn verdwenen.

Oorspronkelijk was er, zoals gezegd, vanaf Broekhuizen een gezicht op de graftombe van de familie Van Nellesteyn op de Donderberg ten noordoosten van het huis. Ondanks een bij de notaris vastgelegd servituut van uitzicht waarin werd bepaald dat de gemeente het vrije zicht op deze tombe "van den voet tot den top", zowel vanaf Broekhuizen als vanaf de nabijgelegen boerderij Schevichhoven, zou waarborgen, is het gezicht in de loop der jaren grotendeels dichtgegroeid.

In 1817 liet C.J. van Nellesteyn aan de straatweg voor zichzelf en zijn tweede vrouw een huis bouwen en een tuin met terrein van vermaak aanleggen, dat hij Nieuw Broekhuizen noemde. Na de verkoop van het grote huis aan zijn zoon in 1824, zou Cornelis Jan van Nellesteyn daar zijn intrek nemen. Tot 1873 zou Nieuw Broekhuizen deel van het totaal uitmaken. In 1873 werd het verkocht. Daarna kreeg het huis de naam Dartheide.

De in oorsprong vroeg 16de-eeuwse herberg aan de Darthuizerweg 3 bood van oudsher onderdak aan het gerecht van Darthuizen. De heer van Broekhuizen was tevens ambachtsheer van Darthuizen. Het rechthuis hoorde tot zijn bezit. De opkamer boven de boogkelder in het rechtergedeelte diende als rechtkamer. Een gelagkamer annex paardenstal bevond zich in het linkergedeelte van het gebouw. Het rechthuis werd in 1835 in opdracht van Van Nellesteyn, heer van Broekhuizen en Darthuizen, ingrijpend verbouwd. Het gebouw werd naar achteren uitgebreid, kreeg een pleisterlaag, de gevel werd regelmatig ingedeeld en een verdieping werd toegevoegd, waarbij het oude kaphout opnieuw is toegepast. Ter herinnering aan dat feit werd in de gevel een steen aangebracht met de tekst: 'W. en C.J. van Nellesteyn den 24 Aug. 1835'. De gevelsteen is inmiddels verdwenen. In 1857 werd Darthuizen definitief bij de gemeente Leersum gevoegd (tussen 1798 en 1802 was dat ook al eens geschied). Daarmee kwam een einde aan de functie van rechthuis. De naam 'Kapel' die thans aan het huis is gegeven duidt op het feit dat tegenover het rechthuis tot in de 18de eeuw de kapel van Darthuizen stond. Na de afbraak is de naam op het rechthuis overgegaan.

De belangrijkste schakel van de wandeling aan de westzijde van het 'buitenpark', is de slingerende eikenlaan, waarvan de aanleg tot aan het begin van de 19de eeuw teruggaat en die oorspronkelijk naar de Darthuizerberg voerde, zoals de Topografische en Militaire kaart uit 1847 en de Bonnekaart uit 1918 laten zien. Thans is deze wandeling bewaard gebleven tot de kwekerij aan de Bremweg en leidt in westelijke richting een stukje in de richting van de laan in het verlengde van de Traayweg, de westgrens van de historische buitenplaats. Het aan weerszijden met drie dubbel beuk beplante laangedeelte, dat vanaf de slingerende eikenlaan in westelijke richting vertakt, en haaks uitkomt op de laan langs de westgrens van de buitenplaats, werd vermoedelijk in de tweede helft van de 19de eeuw aangeplant. Dit laangedeelte is nog niet zichtbaar op de Topografische en Militaire kaart uit 1847 maar wel op de Bonnekaart uit 1918. De weilanden aan weerszijden van dit laangedeelte zijn voor de bescherming van ondergeschikt belang en zijn bij de bescherming betrokken vanwege hun waarde als groenzône binnen de aanleg.

De boerderij Schevichoven met de daarbij behorende duiventoren en landerijen behoorde eveneens tot het bezit van Van Nellesteyn. Het is een T-boerderij, samengesteld uit een vrijwel vierkante 17de-eeuwse stenen 'kamer' waar in later tijd een voorhuis aan is vastgebouwd. Het bedrijfsgedeelte is een aantal malen vernieuwd, voor de laatste maal in 1911, getuige een steentje in de achtergevel. Een stenen kamer van deze afmetingen, bestaande uit een kelder met tongewelf, een bel-etage met schouw en samengestelde balklaag en een ruime zolderverdieping, is uniek op de Heuvelrug. Het is niet ondenkbaar dat wij hier te maken hebben met een herenkamer. Het in de 15de eeuw al bekende bezit werd in 1662 door Aart Woutersz. van Schevichoven verkocht aan J. baron van Wassenaar, heer van Obdam, die het daarna verhuurde aan de vroegere eigenaar. Het is heel wel denkbaar dat Van Wassenaar de stenen kamer heeft laten bouwen. De bouwstijl van het tussen trapgevels gevatte gebouw onder zadeldak met (vernieuwde) kruis- en kloosterkozijnen in de gevels en een gebosseerde ingangspartij met driehoekig fronton, wijst op een ontstaansdatum in of rond het midden van de 17de eeuw. Hier zijn in de inwendige constructie 16de-eeuwse peerkraalconsoles verwerkt die secundair blijken te zijn toegepast.

Hoewel de duiventoren uit een groot formaat baksteen is opgetrokken, kan niet met zekerheid gezegd worden dat het bouwwerk uit de 17de eeuw dateert. Bij verkopingen van het goed wordt een duiventoren pas in de 19de eeuw vermeld.

Compositorisch maken boerderij, erf met bijgebouwen en het bouwland deel uit van de parkaanleg.

Op de bij de omschrijving behorende kaart is de omgrenzing van het complex, alsmede de aanduiding van de onderdelen aangegeven.

Waardering

De HISTORISCHE BUITENPLAATS BROEKHUIZEN is van algemeen cultuur-, architectuur- en tuinhistorische waarde:

- vanwege de ouderdom;

- vanwege de ontwikkelingsgeschiedenis;

- vanwege de gelijktijdige vervanging van het oude herenhuis door een monumentaal nieuw gebouw en het wijzigen van de bescheiden formele aanleg in een grootschalig park in landschapsstijl met behoud van de onderliggende structuur zoals een deel van de oude oprijlaan;

- vanwege de geslaagde camouflage van de schuin weglopende, zuid-oostelijke begrenzing van genoemd park (o.a. door de plaatsing van de oranjerie op een schijn-heuvel en een forse boomgroep ten noorden daarvan) en als tegenbeweging hiervan een ver in de omgeving doordringende gezichtsas naar het noordwesten en het noordoosten;

- als een uitstekend en zeldzaam voorbeeld van een historische buitenplaats, waarvan huis en park chronologisch een eenheid vormen;

- vanwege de bijzondere landschapsarchitectonische waarde van de parkaanleg in rijpe landschapsstijl;

- als belangrijke beeldbepalende buitenplaats op de Utrechtse Heuvelrug.