Complexgegevens

Complexnummer
523690

Omschrijving

COMPLEX OMSCHRIJVING

Inleiding

Het fabriekscomplex van Diepenbrock en Reigers te Ulft (DRU), met een oppervlakte van ca. 14 ha., is een historisch gegroeid fabrieksterrein. Het is gesitueerd aan de westelijke zijde van de IJssel en wordt aan de west- en zuidzijde begrensd door het dorp Ulft. De situering van het DRU-complex is nauw verbonden met de ruimtelijke, historische en sociale ontwikkeling van het dorp Ulft.

Het bedrijf kan beschouwd worden als een van de eerste ijzergieterijen langs de Oude Ijssel. Het op grote schaal voorkomende ijzeroer in de Oude IJsselstreek heeft aanleiding gegeven voor het ontstaan van diverse ijzermolens in dit gebied. In 1754 vond de stichting plaats van een eerste ijzerhut in de heerlijkheid Bergh na verleende goedkeuring van graaf Johan Baptist. In datzelfde jaar werd de Ulftse ijzerhut door de graaf van Bergh in gebruik genomen. Maar deze ijzerhut werd enkele jaren later, in 1774, verkocht aan twee families: Diepenbrock en Reigers, die het ijzergieten voortzetten. Vandaar de naam DRU: Diepenbrock en Reigers Ulft.

Van het in Ulft gewonnen gietijzer werden voornamelijk 'fijne' waren gemaakt, zoals platen, potten, pannen, ketels en kachels. Na verloop van tijd werden ook ijzeren ramen en dakgoten vervaardigd. Rond het midden van de 19de eeuw ontwikkelde DRU zich door toevoeging van het emailleerproces tot een metaalfabriek met een groot afzetgebied. Gedurende vele jaren produceerde DRU allerhande gietijzeren huishoudelijke artikelen. Rond de eeuwwisseling maakte DRU onder F.B. Deurvorst (1874-1927) een enorme bloei door. DRU was een merknaam in ieder huishouden in Nederland voor potten, pannen, kolenkachels, badkuipen en wastafels. In de jaren zestig, toen het aardgas in Slochteren gevonden werd, schakelde DRU van kolen- op gaskachels over met de productie van gashaarden en convectoren. Daarnaast werd diversificatie gezocht op het gebied van industriële toelevering ten behoeve van de automobiel-, reprografische- en de melk-/bierkoeltankindustrie.

F.B. Deurvorst breidde de fabriek uit, verving oude gebouwen en liet een directeursvilla bouwen. De markante 'Villa Zeno' is inmiddels afgebroken.

Na de jaren 1895, waarin bijna alles onder de slopershamer verdween dat aan de oude hut herinnerde, zijn de plannen getekend die het begin vormden van het huidige DRU-complex. In de 20e eeuw hebben vele uitbreidingen plaatsgevonden, die hebben geleid tot een omvangrijk industrieel complex met vele voorbeelden van oude fabrieksarchitectuur.

Tot de oudste nog bestaande gebouwen uit de 'Deurvorst-periode' behoren de 'oude' en de 'nieuwe' machinekamer, de 'oude' daterend uit 1898, de 'nieuwe' van enkele jaren later. In de vijftiger jaren werd de elektriciteit van elders betrokken en raakte de machinekamer buiten gebruik; later werd de stoommachine gesloopt. In 1902 werd het drie verdiepingen tellende pand (gebouw B) gebouwd, dat de modelmakerij, de eetzaal en de portierskamer bevatte; later werd de portiersloge aangebouwd.

Tegen de oostzijde van de modelmakerij werd in 1905 een nieuw vijf verdiepingen tellend magazijn (gebouw C) gebouwd voor de opslag van de talloze modellen waar DRU mee werkte. Stilistisch tonen beide gebouwen verwantschap met de neo-renaissance. Tegen de oostzijde van het magazijn uit 1905 werd tussen 1905 en 1910 een stamperij gebouwd met drie gelijke sheddaken (gebouw D).

In 1913 liet Deurvorst aan de andere kant van het toenmalige fabriekscomplex een nieuwe emailleerfabriek met daarbij behorende watertoren (gebouw A) bouwen. De architect was G. Beltman. Het architectenbureau Beltman uit Enschede, dat door vele generaties Beltman werd geleid, heeft een grote reputatie opgebouwd op het terrein van de industriële architectuur in Nederland. De watertoren moest aanvankelijk vooral water leveren dat nodig is bij de voorbereiding van het emailleren.

Naar ontwerp van architect G. Beltman werden ook in 1919 het Centrale Magazijn gebouwd, dat onderdeel uitmaakt van het samengestelde gebouw E - dat is ontstaan door diverse bij- en aanbouwen rond een pakhuis/magazijn dat al vóór 1870 werd gebouwd - en de in 1920 gebouwde badkuipenemailleerfabriek.

In dezelfde neo-renaissance stijlmotieven als het magazijn uit 1905 werd in de periode 1903-1909 een dienstengebouw (gebouw H) gebouwd, waarin het loonbureau waren gehuisvest, een werkplaats en het brandspuitlokaal.

De fabrieksstraat Olde Hutstraat is een kenmerkend onderdeel van het DRU-terrein. De fabrieksstraat vormt een goed voorbeeld van planologie in relatie tot het productieproces en de infrastructurele eisen. Er is hier sprake van een relatief goed bewaarde, ten dele gesloten gevelwand. Kenmerkend is ook de uit onder meer stelcon (beton) platen bestaande bestrating.

Het gebouwencomplex aan de oostzijde, waarvan gebouw F en gebouw G deel uitmaken is in verschillende fasen gebouwd in een periode van 1895 tot na 1938. De gebouwen F en G zijn de oudste onderdelen. Gebouw G was vroeger een gedeelte van de in 1972/1973 stopgezette gieterij 1 uit 1895. Aan de noordzijde van de gieterij werd in dezelfde periode gebouw F gebouwd, waarin het exhausterlokaal / poetsafdeling was ondergebracht en de droog- en fijnslijperij en keurkamer.

De gebouwen A - emailleerfabriek met watertoren (1913) B - modelmakerij (1902) C - magazijn (1905) D - stamperij (1905-1910) zijn niet alleen waardevol vanuit cultuur- en architectuurhistorisch oogpunt, maar ook vanwege stedenbouwkundige aspecten, zoals markeringspunten van het fabrieksterrein en voor de herkenbaarheid van de fabrieksstraat Olde Hutstraat. Ook de gebouwen F - exhausterlokaal/poetsafdeling en slijperij (1895) G - gieterij (1895) H - dienstengebouw (1903-1909) zijn van groot belang voor het in stand houden van het karakter van de fabrieksstraat. Het samengestelde gebouw E - ontstaan door aan- en bijbouwen rond een pakhuis van vóór 1870 (1895-1920) is vanuit stedenbouwkundig oogpunt van belang en bepaalt de pleinfunctie van het F.B. Deurvorstplein.

Complexwaardering

Het fabriekscomplex van Diepenbrock en Reigers te Ulft is een historisch gegroeid fabrieksterrein en is

- Van architectuurhistorische waarde vanwege het karakteristieke beeld van een fabrieksterrein uit de late 19de eeuw en de eerste helft van de 20ste eeuw. Het complex is een van eerste nog gaaf bewaarde gieterijen aan de Oude IJssel. Het complex geeft een kwalitatief goed en redelijk gaaf overzicht van de industriële bouwkunst; met zijn fabriekshallen, enkele kleinere gebouwen en de watertoren. Er zijn in de fabrieksgebouwen, waarvan sommige met neo-renaissance stijlmotieven, diverse constructiemethoden en materialen toegepast die kenmerkend zijn voor de hiervoor genoemde periode, zoals gietijzer en betonbouw. De diverse gebouwenonderdelen: hoogbouw, sheddaken, spant- en boogconstructies in beton of ijzer uitgevoerd, geven een staalkaart van de industriële archeologie. Het gebouw met de watertoren en vermoedelijk de gebouwen oostelijk gelegen van de ingang van de Hutteweg zijn ontworpen door het architectenbureau Beltman uit Enschede.

- Van stedenbouwkundige waarde vanwege de situering, die nauw verbonden is met de ruimtelijke ontwikkeling van het dorp Ulft. Binnen het complex zelf is met name de fabrieksstraat Olde Hutstraat van belang als een goed voorbeeld van planologie in relatie tot het productieproces en de infrastructurele eisen.

- Van cultuurhistorische waarde als representatief compleet voorbeeld van een ijzergietergieterij waarvan de diverse functionele onderdelen nog grotendeels aanwezig zijn en vanwege het feit dat de DRU in zijn bijna 250-jarig bestaan is uitgegroeid van een regionaal belangrijke ijzerhut tot een bedrijf met (inter)nationale uitstraling en daarmee een groot stempel heeft gedrukt op de historische en sociale ontwikkeling van het dorp Ulft.