Complexgegevens

Complexnummer
529796

Omschrijving

Omschrijving van het complex

Complex van een vijftal militaire woningen op het kamp ZEVEN PROVINCIËN, onderdeel van Vliegveld Deelen, en bestaande uit:

TERREIN met AANLEG

Gebouw 1 - MILITAIRE WONING

Gebouw 3 - MILITAIRE WONING

Gebouw 4 - MILITAIRE WONING

Gebouw 5 - MILITAIRE WONING

Gebouw 6 - MILITAIRE WONING

Van december 1941 tot en met maart 1942 werd gewerkt aan de totstandkoming van een zevental gebouwen, onder meer bestemd voor de legering van piloten en (administratief) personeel. Het complex werd 'Zeven Provinciën' genoemd naar het aantal gebouwen en het was in zoverre uniek dat het vrijwel zonder camouflage van opgaand groen, in twee korte parallelle stroken van tamelijk losjes ten opzichte elkaar geplaatste panden was uitgevoerd. Zeven Provinciën werd binnen de toenmalige rechthoekige boslanenstructuur in het 19e-eeuwse ontginningsgebied ten noorden van de Koningsweg gerealiseerd, iets achter boerderij Heiderijk, langs de begroeide randen van één van de toentertijd vrij schaarse weiden in dit gebied. De gebouwen - er bestaan er nu nog vijf - kregen een rechthoekige plattegrond, bestaan uit één bouwlaag en worden gedekt door zadeldaken. Deze als 'Regelbauten' tot stand gekomen panden verschillen slechts in detail van elkaar en vertonen enige gelijkenis met de gangbare plaatselijke bouwvormen, maar de behoudende vormgeving gaat samen met kelders en plafonds waarin gewapend beton is toegepast, met circa 50 cm dik muurwerk ('Feltmäßig verstärkt') en met 2 centimeter dikke scherfvrije plaatijzeren luiken. De actieve toepassing van camouflage bleef beperkt voor wat betreft grootschalige middelen - of liever: er werd mogelijk op de groei gerekend - maar op kleinere schaal zijn er wel mogelijkheden uitgewerkt. Betekenisvol zijn in dezen de uniforme met pannen gedekte zadeldaken, de verschillende gevelindelingen en ook de plaatstalen luiken, die slechts aan één zijde van beschildering in lijstmotief zijn voorzien; de andere kant, die in gesloten toestand naar buiten is gekeerd, is gewoonlijk effen groen. Verder kon door het relatief schaarse opgaande groen slechts door de weinig uniforme situering van de gebouwen een vorm van 'ad hoc bouwen' worden voorgewend, iets wat blijkens een vogelvluchtopname van april 1945 overigens aardig was gelukt. Na de oorlog zijn de gebouwen opnieuw benut en zijn ook de zolders van sommige gebouwen ingericht. Hiertoe zijn onder meer de voorzieningen verbeterd, zijn soms de plafonds verlaagd, is een gedeelte van ramen, deuren en houten trappen vernieuwd of gewijzigd en is de technische infrastructuur vervangen. De ruimtelijke indeling - behalve die van de meeste zolders - bleef meestal intact, al hebben hier en daar wel toevoegingen plaatsgevonden. Verder zijn twee gebouwen verdwenen en zijn er in het relatief recente verleden drie nieuw opgetrokken, waarvan één een langgerekt gebouw is langs de oostzijde van het terrein. De laatste jaren hebben meer en meer gebouwen hun operationele, militaire bestemming verloren en in enkele gevallen - met name bij gebouw 1 - heeft dit tot snelle degradatie ervan geleid.

Naast de hierna afzonderlijk beschreven gebouwen omvat Zeven Provinciën verder onder meer het nieuwe legeringsgebouw 2 (tussen de nummers 1 en 3), het lange tweelaagse legeringsgebouw aan de oostzijde (no. 8) en een rechthoekig verbindingsweg rondom het centrale open veld. Tot slot van deze niet uitputtende opsomming telt het terrein vele betonnen omheiningpalen met recent prikkeldraad of andere vormen van afrastering.

De bodem van Zeven Provinciën en omgeving bestaat uit zand en maakt deel uit van een relatief vlak deel in de door gletscherijs opgestuwde zuidelijke Veluwe. Zeven Provinciën ligt aan de noordzijde van de langs de zuidzijde van de Kemperberg globaal oost-west lopende rechte Koningsweg, die in rudimentaire vorm zou dateren uit het laatste kwart van de 17e eeuw - de tijd dat stadhouder Willem III koning van Engeland was. De Koningsweg is nog steeds als een belangrijke verbinding en als een ruimtelijk structurerend element aanwezig, mede doordat hij als ontginnings- en nederzettingsbasis fungeerde. Oostelijk van de Kemperberg werden vanaf het midden van de 19e eeuw aan weerszijden van de Koningsweg, met name op gronden van de locale adel en / of grootgrondbezitters, ontginningslandgoederen gesticht met daarop (pacht)boerderijen, waaronder ook Wildhoeve en Heiderijk. In de praktijk bleek het boeren op de schrale Veluwegronden niet gemakkelijk en al spoedig werd de bosbouw dominant en bleven slechts op vrij beperkte schaal akkers en weiden in het gebied in gebruik, en dan met name in de nabijheid van de boerderijen. Als nevenverschijnsel van de bosbouw verscheen een net van onverharde, elkaar overwegend rechthoekig kruisende boslanen in het gebied ten noorden van de Koningsweg, een ontwikkeling die goed te volgen is op topografische kaarten uit de jaren 1870-1930. In de tweede helft van 1941 lieten de Duitse bezetters hun oog vallen op een deel van de open terreinen en in de periode december 1941 tot en met maart 1942 lieten ze achter de boerderij Heiderijk een zevental onderkomens bouwen - vier voor piloten (n), twee voor administratief personeel en een 'Heim' (z). Het aanwezige lanenstelsel en de erbinnen liggende bospartijen en percelen agrarische gronden werd hierbij 'gerespecteerd' - of liever: vanuit strategische motieven gehandhaafd. Vermoedelijk werd de rond het open terrein lopende wegverbinding nog in dezelfde winter verhard met 'typisch Nederlands' baksteenklinkerwerk (nu asfaltbeton), terwijl de paadjes naar en rond de gebouwen op het terrein met 30 x 30 cm betontegels werden belegd. Verder werd het rechthoekige terrein geheel door in beton en draad uitgevoerde paal- en hekwerken omsloten. Vermoedelijk uit oogpunt van camouflage is een duidelijke, uit de Duitse tijd stammende, versteende appèlplaats niet aanwezig, maar het ligt voor de hand dat het centrale groene terrein als zodanig gefunctioneerd zal hebben. Bij de inrichting van Zeven Provinciën werd doelbewust gebruik gemaakt van de bestaande veldstructuur en werden de gebouwen langs de noord- en zuidranden van het terrein gepositioneerd, en wel zodanig dat de noordelijk langs de panden lopende - en gezien hun hoogte anno 1945 - reeds voor de oorlog aanwezige lanen (met auto's) zo veel mogelijk uit het voor waarneming en fotografie noodzakelijke zonlicht werden gehouden. Ondanks het feit dat de gebouwen ordelijk werden gepositioneerd maakte hun concrete situering echter toch een ad hoc indruk. Ze werden op verschillende afstanden van de lanen geplaatst, met de daknok in verschillende richtingen en ook was er verschil in plattegrond en volume. Er werden tuintjes en tuinmuurtjes aangelegd, en de gebouwen werden zodanig uitgevoerd dat het geheel ook door hun dakvorm, beschilderde luiken en 'burgerlijke' detaillering voor een jong complexje onschuldige inheemse woningen kon doorgaan in plaats van een 'opmerkelijk' gesitueerde militaire nederzetting. Zeven Provinciën is gevrijwaard gebleven van luchtaanvallen, dus mogelijk heeft deze strategie - wellicht met het voordeel van de twijfel - succes gehad. De latere sloop en toevoeging van gebouwen betekende alsnog een aantasting van het complex, maar niet het einde van het beoogde ruimtelijk patroon en het ensemblekarakter ervan.

Waardering van het complex

Complex van vijf militaire woningen, van algemeen belang als relatief gaaf onderdeel van een uit de Tweede Wereldoorlog door de Duitse bezetter opgezet groot militair vliegveld, vanwege: architectuurhistorische, stedenbouwkundige, historisch-geografische, krijgs- en cultuurhistorische en complex- en ensemblewaarden, die onder meer kunnen blijken uit de op locale vormen geïnspireerde traditionalistische bouwtrant, uit de voor de bouwtijd kenmerkende onderdelen en details, uit de in het concept verwerkte en reeds eerder in het artefactiële landschap aanwezige elementen, uit de aan de vooraf bestaande structuur aangepaste en tot in detail doorgevoerde camouflage, uit de samenhang van en met het totale militaire vliegveldconcept en de ruimtelijke hoofdlijnen en onderdelen van het kampement, en uit de onderlinge verwantschap van de hierbij toegepaste vormen.