Complexgegevens

Complexnummer
508923

Omschrijving

Inleiding

Het complex van in totaal 30 ARBEIDERSWONINGEN aan de Burg. Eschauzierstraat uit 1909-1920 betekende destijds voor Terschelling-West een aanzienlijke dorpsuitbreiding, direct ten westen van de vuurtoren de Brandaris. De woningen zijn gebouwd in opdracht van de in 1908 opgerichte bouwvereniging 'Pierre Louis'. Initiatiefnemer en financieel weldoener was A.C.A. Eschauzier, die een kleinzoon was van burgemeester Eschauzier en die onder andere ook de gasfabriek op Terschelling mede-financierde. De ontwerper is niet bekend. De woningen vormen een -voor de waddeneilanden en heel Friesland- vroeg en relatief grootschalig complex in de sociale woningbouw van na de Woningwet van 1901.

Voor de aanleg van de straat en de woningen moest het duin gedeeltelijk worden afgegraven. De Burg. Eschauzierstraat loopt in westelijke richting, enigszins omhoog vanaf de Brandarisstraat en met een knik naar het zuiden, uitkomend op de Trompstraat en de Burg. Mentszstraat. De straat is aan beide zijden bebouwd. De oostelijke begrenzing wordt gevormd door een pad dat achter de achtertuinen van de woningen loopt; aan de westkant loopt de Zwarteweg, die het gebied scheidt van de duinrand. De opzet van straat en bebouwing volgt de principes van een tuinwijk: een gebogen stratenverloop, voor- en achtertuinen met hekwerken als erfafscheiding, beplanting binnen de voortuinen, en een ontwerp en plaatsing van woningen en topgevels dat een perspectivisch effect in het straatbeeld beoogt. Het gaaswerk tussen betonnen pijlers voor en achter de huizen is in 1930 geplaatst, ter vervanging van houten hekken. Van de bomen die oorspronkelijk binnen de voortuinen stonden, resteren er nog enkele. De klinkerbestrating op zowel stoep als rijbaan versterkt de eenheid van straat en bebouwing.

De 30 woningen zijn in twee fasen gerealiseerd: in 1909 zijn 19 woningen gebouwd in het meest noordelijke deel van de straat en in 1920, na een mislukte aanbesteding in 1916, volgden er nog 10. Voorafgaand hieraan is waarschijnlijk 1 dubbele woning gebouwd, bij wijze van experiment: nr. 47-49, in een meer traditionele hoofdvorm, maar wel met dezelfde detaillering. De woningen uit 1909 en 1920 zijn in drie types te verdelen: dubbele woningen met 1 centrale topgevel (type A); dubbele woningen met twee topgevels (type B), en rijtjes van vier woningen, met topgevels op de uiteinden (type C). De hoekwoning met de huisnummers 16-18 is een variatie op type B. De iets oudere woning met de huisnummers 47-49 is van een afwijkend hoofdtype. In 1909 zijn vier dubbele woningen van type A gebouwd en 5 van type B; in 1915 zijn twee rijtjes van type C en een dubbele woning type B gerealiseerd. De twee bouwfasen zijn niet herkenbaar in de architectonische detaillering; wel is tussen de twee fasen aan elke straatzijde een -afwijkende- vrijstaande woning gebouwd. In 1912 en 1913 kreeg een aantal woningen een schuurtje bijgeplaatst; nog later, waarschijnlijk in de jaren '40 heeft een renovatie plaatsgevonden, waarbij de aangebouwde houten schuurtjes en de privaattonnen zijn vervangen door stenen schuurtjes waarin een watercloset; ook is de roedeverdeling van de vensters, in vierruits met drieruits bovenlichten, gewijzigd. Van deze renovatie zijn geen stukken in het gemeente- of bouwverenigingsarchief. De originele waterput is bij het merendeel van de woningen nog aanwezig.

De aangebouwde en losstaande schuren en enkele nieuwe dakkapellen aan de achterzijde, zijn niet van monumentale waarde en vallen buiten de bescherming van rijkswege. De twee vrijstaande woningen met de huisnummers 21 en 10 maken geen deel uit van het woningbouwcomplex en vallen eveneens buiten de bescherming van rijkswege.

De betonnen pijlers met gaaswerk uit 1930, langs voor- en achtertuinen, hebben op zichzelf geen monumentale waarde, maar hun aanwezigheid is wel van vitaal belang voor de inrichting van de buitenruimte.

Omschrijving

De arbeiderswoningen van het complex aan de Burg. Eschauzierstraat zijn gebouwd in een eenvoudige Overgangsstijl. De woningen hebben een symmetrische gevelindeling: bij de types A, B en C is dit benadrukt door vooruitspringende topgevels. De woningen zijn onderkelderd en gebouwd in bruine bakstenen op een geverfde betonnen plint, in ,,n bouwlaag met een zolderverdieping. De achtergevels en deels de zijgevels zijn opgetrokken uit gele bakstenen. De samengestelde (zadel- en schild-) daken zijn gedekt met rode Hollandse pannen; hoge, gemetselde schoorstenen onderaan het dakschild; eenvoudige houten gootlijsten; bij een aantal woningen nog gebakken pirons op de nokhoeken. De topgevels die de types A, B en C symmetrisch indelen hebben een beschoten dakoverstek met windveer, beschieting in de top en een makelaar. De H-vensters en deuren staan onder betonnen gepleisterde/geverfde lateien; onder de vensters betonnen lekdorpels. Een gemetselde stoep ligt voor de houten voordeur, die een kleine ruit heeft en een -meestal drieruits- bovenlicht. De woningen hebben blinde zijgevels. Alle woningen hebben een kleine voortuin met een laag hek als erfafscheiding en een grotere achtertuin met merendeels nog de originele waterput en een gemetseld kolenhok. Ook hier een erfafscheiding middels een hek.

Van de meeste huizen is de originele PLATTEGROND nog redelijk gaaf, met een woon- en slaapkamer op de begane grond; de keuken gesitueerd aan de achter-zijde, evenals een portaal met houten trap naar de zolderverdieping, waar over het algemeen extra slaapvertrekken zijn. Sommige huizen bezitten nog de originele paneeldeuren; voor het overige geen interieuronderdelen van monumentale waarde.

Waardering

Het complex aan de Burg. Eschauzierstraat te Terschelling-West, bestaande uit 30 ARBEIDERSWONINGEN uit 1909 en 1920, is van algemeen cultuurhistorisch, architectuurhistorisch en stedenbouwkundig belang:

- vanwege de betekenis en zeldzaamheid van het complex als vroege en voor de Waddeneilanden relatief grootschalige sociale woningbouw op grond van de Woningwet van 1901,

- als typologisch voorbeeld van sociale woningbouwprojecten in een Overgangsstijl aan het begin van de twintigste eeuw,

- vanwege de redelijke mate van architectonische kwaliteit en gaafheid van de exterieurs van de woningen,

- vanwege de hoge mate van herkenbaarheid en gaafheid van het ruimtelijk concept van de tuinwijk, op eenvoudige schaal maar harmonisch uitgewerkt,

- vanwege de grote betekenis van het complex als relatief grote dorpsuitbreiding, voor de structuur van West-Terschelling.