Complexgegevens

Complexnummer
511090

Omschrijving

Inleiding

De historische buitenplaats "Vaart en Duin" is in 1904 ontstaan door samenvoeging van de landgoederen Vaart en Duin en Duinzigt. De circa 9 hectare grote buitenplaats maakt deel uit van de Overveense landgoederenreeks van Belvédère, Vaart en Duin, Duinlust, Elswoutshoek, Elswout, Koningshof en Duinvliet en is direct ten westen van de Korte Zijlweg gelegen. De historische buitenplaats grenst ten noorden aan het landgoed Belvédère, ten westen aan het Brouwerskolkpark en ten zuiden aan de Duinlustweg. De historische buitenplaats "Vaart en Duin" omvat onder meer zeven afzonderlijk beschermde onderdelen: een HOOFDGEBOUW, TUINMANSWONING, STALGEBOUW MET KOETSIERSWONING en ORANGERIE, dit alles, met uitzondering van het stalgebouw met de koetsierswoning, gelegen in een deels landschappelijke PARKAANLEG MET BIJBEHORENDE ONDERDELEN als een padenstelsel, groenvoorzieningen, moestuin, waterpartij, brug, kassen en TWEE TOEGANGSHEKKEN. Ook bevinden er zich nog enkele 18de-eeuwse objecten op het terrein. Het stalgebouw met de koetsierswoning is tegenover het terrein gelegen, aan de oostzijde van de Korte Zijlweg. Het oude landgoed Vaart en Duin met de 18de-eeuwse landschappelijke parkaanleg was sinds 1805 in eigendom van mevrouw M.J. Hooft-Warin. Zij liet in 1836 de orangerie bouwen. In 1846 wordt mejuffrouw M.S.A. Borski - een dochter van Willem Borski, eigenaar van het landgoed Elswout - eigenaresse van zowel Vaart en Duin als Duinzigt. Mejuffrouw Borski laat in 1861 een tuinmanswoning op het voormalige landgoed Vaart en Duin bouwen. In 1870 na het overlijden van mejuffrouw M.S.A. Borski komen de beide landgoederen in eigendom bij mevrouw A.C.J. Staats Boonen-Borski, een zuster van mejuffrouw Borski. In 1879 overlijdt mevrouw A.C.J. Staats Boonen-Borski en komen de landgoederen in handen van een neef van haar, de heer C.D. van der Vliet. De heer C.D. van der Vliet gaat met zijn vrouw jonkvrouwe A.E.J. Goll van Franckenstein op Vaart en Duin wonen, terwijl zijn zoon G.J. van der Vliet met zijn vrouw E.A. Wickevoort Crommelin Duinzigt betrekt. In 1880 wordt er op Duinzigt ter vervanging van het oude buitenhuis een nieuw hoofdgebouw gebouwd naar ontwerp van de Haarlemse architect D.E.L. van den Arend. In 1903 wordt dit huis vergroot met een aanbouw, vermoedelijk naar ontwerp van de Haarlemse architect S. Roog. Rond 1890 verrijst er aan de overzijde van Vaart en Duin ten oosten van de Korte Zijlweg, een stalgebouw. De tegen het stalgebouw aanleunende koetsierswoning is vermoedelijk ouder (derde kwart 19de eeuw). In 1894 sterft C.D. van der Vliet en blijft zijn vrouw jonkvrouwe A.E.J. Goll van Franckenstein achter op Vaart en Duin. Als ook zij in 1904 sterft komen beide landgoederen in eigendom van de enige zoon, G.J. van der Vliet. Hij voegt beide landgoederen nu samen tot één, de historische buitenplaats Vaart en Duin, en laat het buitenhuis van het oude Vaart en Duin amoveren. Het in 1880 gebouwde buitenhuis van Duinzigt wordt nu het hoofdgebouw van het nieuwe Vaart en Duin. In 1916 wordt, in opdracht van Van der Vliet, door de landschapsarchitect L.A. Springer een tuinaanleg ontworpen voor het terrein rondom het hoofdgebouw. Deze tuinaanleg resteert nog grotendeels.

N.B. De particulier bewoonde historische buitenplaats Vaart en Duin met bijbehorende objecten en tuinaanleg is aan de hand van archief- en fotomateriaal beschreven, daar het terrein niet bezocht mocht worden.

Omschrijving

De objecten op de historische buitenplaats Vaart en Duin zijn door hun verscheidene bouwdata niet in een zelfde stijl gebouwd. Het aan de oostzijde van het terrein gelegen hoofdgebouw, in 1880 gebouwd naar ontwerp van de architect D.E.L. van den Arend, heeft invloeden van het eclecticisme. De uit 1861 daterende tuinmanswoning ligt aan de zuidzijde van het terrein, ten zuidwesten van het hoofdgebouw, en is gebouwd in neo-gotische trant. Het aan de oostzijde van de Korte Zijlweg buiten het terrein gelegen stalgebouw met koetsierswoning dateert van rond 1890. De koetsierswoning is vermoedelijk ouder (derde kwart 19de eeuw). De orangerie dateert uit 1836 en ligt evenals de tuinmanswoning in het zuidelijk deel van de buitenplaats, ten zuidwesten van het hoofdgebouw. De twee toegangshekken tot Vaart en Duin dateren vermoedelijk van rond 1916 en liggen aan de westzijde van de Korte Zijlweg. Het noordelijke toegangshek ligt schuin tegenover Korte Zijlweg 3 en het zuidelijke toegangshek ligt schuin tegenover het stalgebouw met koetsierswoning, Korte Zijlweg 17/19. De tuin- en parkaanleg van de historische buitenplaats Vaart en Duin met bijbehorende onderdelen is in verschillende perioden tot stand gekomen. De zuidzijde van het terrein herbergt nog resten van een in aanleg 18de-eeuwse landschappelijke parkaanleg. Aan de noordzijde van het terrein, rondom het hoofdgebouw, bevindt zich een tuin welke in 1916 naar ontwerp van L.A. Springer is aangelegd.

Waardering

De historische buitenplaats Vaart en Duin, bestaande uit de zeven afzonderlijk te beschermen onderdelen: hoofdgebouw, tuinmanswoning, orangerie, stalgebouw met koetsierswoning, twee toegangshekken alsmede de parkaanleg met bijbehorende onderdelen, is van algemeen belang uit cultuurhistorisch en architectuurhistorisch oogpunt. De tot de buitenplaats behorende bebouwing en parkaanleg hebben onderling een grote ensemble-waarde en de buietnplaats zelf heeft in groter verband een ensemble-waarde als onderdeel van de aaneengesloten Overveense landgoederenreeks. Daarnaast is de buitenplaats door zijn ligging direct aan de weg, in de bocht van de Korte Zijlweg/Duinlustweg, een beeldbepalend onderdeel in het dorp Overveen.