Complexgegevens

Complexnummer
521313

Omschrijving

Inleiding

Het complex bestaande uit: De R.K. KERK Maria Middelares aller Genaden (complexonderdeel 1), het BEJAARDENTEHUIS met KLOOSTER "Marienhof" (complexonderdeel 2), de BEGRAAFPLAATS (complexonderdeel 3), een tweetal SCHOOLGEBOUWEN voor de R.K. Basisschool (complexonderdeel 7), de R.K. kleuterschool (complexonderdeel 8), een PATRONAATSGEBOUW (complexonderdeel 6), twee blokken met WOONHUIZEN langs de Deken van Ossstraat (complexonderdeel 4) en het Mariaplein (complexonderdeel 5). Het is gelegen op het voormalige fabrieksterrein van de machinefabriek Grasso, rondom het Mariaplein. Daarvoor was op dit terrein de boek- en steendrukkerij Bogaerts gevestigd. In 1930 werd dit fabriekscomplex, dat was gesitueerd tussen de Taalstraat en de Molenvenseweg, aangekocht door deken Van Oss, met het doel er een nieuw parochiecentrum te bouwen. In 1931 werd pastoor F. Houben door monseigneur A. Diepen tot bouwpastoor voor dit parochiecentrum benoemd. Het ontwerp voor de nieuwe bebouwing van het parochiecentrum werd geleverd door architect A.J. Kropholler. De bebouwing rondom het Mariaplein toont een Traditionalistische vormentaal en vormt een gesloten geheel, met een sterke stilistische samenhang. De gebouwen tonen een voor het werk van Kropholler typerende vormentaal: een zware baksteenconstructie, gecombineerd met natuursteen op constructief belangrijke plaatsen. De detaillering is overeenkomstig: bijvoorbeeld massieve houten deuren met zware ijzeren gehengen.

In 1933 werd begonnen met de bouw van de kerk, de woonhuizen langs de Deken van Ossstraat en het Mariaplein en het patronaatsgebouw. Bij de woonhuizen langs de Deken van Ossstraat en het patronaatsgebouw werd een gedeelte van het fabriekscomplex 'Grasso' in de nieuwbouw geïntegreerd. In 1934 wordt F. Houben opgevolgd door pastoor H. Eras, die de bouw van het parochiecentrum voortzette. In 1939 werd begonnen met de bouw van een klooster voor de zusters Franciscanessen uit Oirschot en een tweetal schoolgebouwen; een school voor lager onderwijs 'het Molenven' (1939-40) en een kleuterschool (1939-40). Na 1940 werd het parochiecentrum uitgebreid met een pastorie (1953) en een derde schoolgebouw -voor de St. Hubertusschool- (1953), eveneens naar ontwerp van Kropholler. Deze gebouwen vallen echter wegens hun te jonge leeftijd buiten de bescherming.

Omschrijving

Het complex is gelegen op het voormalige fabrieksterrein van machinefabriek Grasso, dat wordt begrensd door de Wilhelminalaan aan de noordzijde, de Taalstraat aan de oostzijde, de Frans Halsstraat aan de zuidzijde en de Molenvenseweg aan de westzijde. Het centrum van het complex wordt gevormd door het vierkante Mariaplein. Op de zuidoostelijke hoek van dit plein, waarop in het midden een plantsoen is aangelegd, vinden we de R.K. kerk Maria Middelares aller Genaden. De façade van deze kerk kijkt uit op het plein. Aan de westelijke zijde van het Mariaplein ligt het klooster en bejaardentehuis 'Marienhof', de noordelijke en oostelijke zijde van het plein wordt afgesloten door een tweetal blokken met woonhuizen. Direct rechts van het klooster/bejaardentehuis ligt rondom een rechthoekige tuin de L-vormige bebouwing van de kleuterschool. Rechts hiervan leidt vanaf de Victorialaan een smal pad naar de basisschool 'Het Molenven', die ingesloten ligt tussen de bebouwing langs de Wilhelminalaan en de Molenvenseweg. Aan de oostzijde wordt het plein ontsloten door de Deken van Ossstraat, waaraan, langs de noordzijde het patronaatsgebouw en een achttal woonhuizen is gelegen.

Waardering

Het complex is van algemeen belang en bezit cultuurhistorische waarde als uitdrukking van sociaaleconomische en geestelijke ontwikkelingen. Het illustreert de wijze waarop de R.K. kerk tussen de twee wereldoorlogen in de samenleving integreerde. Het complex is van architectuurhistorisch belang als voorbeeld van een samenhangend complex in een traditionalistische stijl. Voorts is het complex van groot belang door de plaats die het binnen het oeuvre van de architect A.J. Kropholler inneemt en vanwege de diversiteit van de ontwerpopgave. Het complex bezit ensemblewaarde wegens de bijzondere wijze van inrichting en de ruimtelijke en stilistische samenhang tussen de diverse onderdelen. Het complex is van belang vanwege de architectonische gaafheid. Tot slot is het complex van belang vanwege de architectuurhistorische en typologische zeldzaamheid.