Complexgegevens

Complexnummer
527615

Omschrijving

Omschrijving complex

Inleiding

Het landgoed De Hoevens is al rond 700 bekend als bezitting van Willibrordus en in 739 overgedragen aan de abdij van Echternach. In de 16de eeuw worden drie hoeven van het goed, de Middelhoef of Grote Hoef, de Leeuwerikeneik en de Nieuwelandsche Hoef, genoemd als bezittingen van de abdij van Tongerlo. In 1918 wordt het goed aangekocht door de textielfabriek J.A. Blomjous uit Tilburg, ten behoeve van de jacht door de gebroeders Joseph en Henri Blomjous. Toen is onder de uit De Peel afkomstige bedrijfsleider Jan Manders sr. een begin gemaakt met de ontginning en de aanleg van lanen van eiken, beuken en linden. In 1922 is aan de bestaande BOERDERIJ de Grote Hoef in Ambachtelijk-Tradionele stijl een JACHTKAMER aangebouwd (onderdeel I). Deze jachtkamer werd in 1920 ontworpen door de Tilburgse architect Jan van der Valk in een mengeling van Traditionalistische vormen en een regionale variant van de Amsterdamse School. Achter de boerderij bevinden zich een BAKHUIS en een KARSCHOP (onderdeel III resp. IV). Aan de overzijde van de weg staat een in 1998-1999 gerestaureerde Vlaamse SCHUUR (onderdeel V) en in de directe nabijheid een omstreeks 2001 gerestaureerde Vlaamse SCHUUR (onderdeel II).

Omschrijving

De boerderij heeft een aangebouwde jachtkamer, erachter liggen een karschop en een bakhuis. Tegenover de boerderij bevindt zich een Vlaamse schuur en wat ter zijde van de Goorstraat gelegen een tweede Vlaamse schuur. Het complex is het middelpunt van een landgoed. Op het erf bevinden zich vele oude linden.

Waardering

Het complex op het landgoed De Hoevens is met de omringende tuin van algemeen belang. Het geheel heeft cultuurhistorische waarde als specimen van de ontwikkeling van de agrarische geschiedenis van Brabant vanaf de vroege middeleeuwen tot in de vroege 20ste eeuw; het toont de invloed van de industrialisatie op het landschap rondom de steden; het is tevens van belang als voorbeeld van de jongste typologische ontwikkeling van de boerderij met herenkamer. Het heeft architectuurhistorische waarde vanwege de bouwgeschiedenis, die de ontwikkeling van boerderij tot jachthuis weerspiegelt; het is tevens van belang als voorbeeld van de vermenging van traditionalistische en regionale Amsterdamse School-motieven in het werk van de Tilburgse architect J. van der Valk. Het heeft ensemblewaarden vanwege de samenhang tussen bebouwing en cultuurlandschap. Het geheel is gaaf bewaard gebleven en als voorbeeld van de invloed van de industriële elite op de agrarische ontwikkeling betrekkelijk zeldzaam.