Complexgegevens

Complexnummer
530738

Omschrijving

Omschrijving van het complex

Inleiding

De 'Koninklijke Rotterdamse Diergaarde Blijdorp' kwam tot stand tussen 1939-1941. De dierentuin werd aangelegd in de polder Blijdorp naar het ontwerp van ir. S. van Ravesteyn, die daarvoor in 1938 de opdracht kreeg. Van Ravesteyn ontwierp niet alleen de gebouwen maar ook de aanleg in een stijl die zowel functionalistische als neobarokke kenmerkende vertoont. De diergaarde werd gebouwd op initiatief van de Rotterdamse vereniging 'Volkskracht' ter vervanging van de uit 1855 daterende dierentuin aan de Diergaardesingel te Rotterdam. Deze moest om infrastructurele redenen verdwijnen. De filosofie achter de opzet van de nieuwe Diergaarde Blijdorp was afkomstig van onder meer Carl Hagenbeck, directeur van de dierentuin Stellingen te Hamburg Duitsland. Hij stond voor een ruimere en natuurlijkere huisvesting voor dieren, die bovendien was aangepast aan hun specifieke aard en gedrag. Dit resulteerde in de toepassing van greppels, al dan niet met water gevuld, in plaats van kooien met tralies. Verder werden loopweiden geïntroduceerd; een primeur in Europa. Van Ravensteyn zelf beschouwde zijn ontwerp en de bouw van de dierentuin als zijn levenswerk. Zijn visie op architectuur en tuinaanleg komt er dan ook zeer goed tot uitdrukking. Diergaarde Blijdorp is een van de eerste diergaarden die in zijn totaliteit door één persoon ontworpen is.

In de loop van de tijd is de dierentuin meerdere malen om gebruikstechnische redenen, verval en/of renovatie van aanzien veranderd. Onderdelen die gewijzigd of verdwenen zijn: de uitkijktoren (afgebroken in 1972), de Winkel van Sinkel, de oorspronkelijke speeltuin, een tweede speeltuin met grote speelfiguren, de inrichting van de theeschenkerij, een zonnewijzer en het zeeleeuwenbassin (verwoest in 1943 door een brisantbom). Ten behoeve van de dikhuidenbiotoop zijn twee houten dierenverblijven gesloopt. De tuinaanleg is op onderdelen veranderd. Zo is de centrale as doorgebroken en de oorspronkelijke aankleding (beplanting, begrenzingen, hekken ) deels verwijderd.

Het complex bestaat uit de volgende onderdelen: 1. TENTOONSTELLINGSGEBOUW (Rivièrahal) 2. DE TUINAANLEG 3. BERENTHEATER MET AANPALENDE DIENSTGEBOUWEN 4. ROOFDIERENVERBLIJF 5. VIJVER MET DIERENVERBLIJVEN 6. GIRAFFENHUIS EN THEESCHENKERIJ 7. BERGDIERENROTS 8. TOEGANGSHEK EN PUBLIEKSINGANG 9. ADMINISTRATIEGEBOUW MET DIENSTWONING 10. (VOORMALIG) SPEELGEBOUW 11. WINKEL VAN SINKEL 12. DIENSTGEBOUW 14. T/M 22. 9 HOUTEN DIERENVERBLIJVEN

De omgrenzing van het complex alsmede de situering van de complexonderdelen staan op de bij de bescherming behorende kaart aangegeven.

Omschrijving

DIERGAARDE BLIJDORP is gesitueerd op een terrein dat aan de west- en zuidzijde wordt begrensd door spoorlijnen. Aan de oostzijde grenst het complex aan de Van Aerssenlaan, waaraan de hoofdingang gelegen is. De Stadhoudersweg grenst aan de noordzijde. Deze stedenbouwkundige setting levert een min of meer driehoekig terrein op. Hierop is door Van Ravesteyn een formele tuinaanleg geprojecteerd. Op de centrale as, die de richting van het park bepaalt, zijn alle grote dierenverblijven gesitueerd. Op deze as beslaat de Rivièrahal - voorheen met een uitkijktoren van 47 meter hoog - de meest prominente plek. In het gehele ontwerp van de diergaarde is de gebogen lijn (convex en concaaf) opvallend aanwezig. Ook de voor Van Ravesteyn typerende combinatie van neobarokke elementen, zoals zuilen en balustrades, met eigentijdse bouwmaterialen en functionalistische elementen is zeer herkenbaar. De architectuur wordt verlevendigd door sculpturen en ornamenten. De gebouwen zijn als 'Gesamtkunstwerk' tot stand gekomen. Diverse schilders en beeldhouwers waaronder Charles van Eyck, Jo Uiterwaal, Leendert Bolle, Agnes Canta en Dick Effers, zijn bij de uitvoering betrokken geweest.

Waardering van het complex

De DIERENTUIN 'Koninklijk Rotterdamse Diergaarde Blijdorp' is van algemeen belang.

Het complex heeft cultuurhistorische waarde:

- als een van de eerste door één architect ontworpen dierentuinen;

- als voorbeeld van een dierentuin die is aangelegd op basis van één allesomvattend ontwerp;

- vanwege het pionierskarakter van de dierentuin door de toepassing van loopweides als eerste dierentuin in Europa.

Het complex heeft architectuur- en bouwhistorische waarden:

- vanwege de typologie, architectonische concepten, gehanteerde stijlvormen en bijzondere materialen;

- vanwege het grote belang van de dierentuin voor het oeuvre van ir. S. van Ravesteyn;

Het complex heeft stedenbouwkundige en ensemblewaarden:

- vanwege het typerende stedenbouwkundig ontwerp dat ten grondslag ligt aan de dierentuin;

- vanwege de weloverwogen situering in de stadsuitbreiding Blijdorp waaraan de dierentuin zijn naam ontleent.