Complexgegevens

Complexnummer
506917

Omschrijving

Het complex "Welgelegen", gelegen op een middeleeuwse strandwal -thans tegen de gemeentegrens Rijswijk-'s Gravenhage-, dateert in oorsprong uit het begin van de 18de eeuw. Reeds in 1350 was er sprake van bebouwing ter plaatse van het huidige complex. Het complex bestaande uit een (1) LANDHUIS, (2) DIENSTWONING ANNEX WAGENSCHUUR, (3) ORANJERIE, (4) VILLA ELISE, (5) FRUITMUUR, (6) KOUDE BAK EN (7 en 8) TWEE TOEGANGSHEKKEN. De oudste vermelding van het complex dateert uit 1711 toen het goed werd verkocht door Margaretha de Nobelaer en in de verkoopacte als volgt werd omschreven: 'huis met hooiberg, schuur, beplanting en dertien morgen grond'. Margaretha de Nobelaer bezat tevens kasteel Te Blothinge, gelegen ten oosten van Welgelegen. Op een kaart door Cruquius uit 1712 wordt Welgelegen nog niet vermeld, wel is bebouwing waarbij schuren en een hooiberg afgebeeld. Waarschijnlijk bestond het huis in deze tijd uit een boerderij waartegen een herenkamer of een herenhuis was gebouwd. In 1757 werd de oppervlakte van het goed Welgelegen vergroot door aankoop van het in oorsprong 14de- en 15de-eeuwse kasteel Huis te Blotinghe. Na de sloop van het kasteel in 1785 werd het voormalige kasteelterrein bij Welgelegen getrokken. Een restant van de oorspronkelijk bij het kasteel behorende omgrachting -de Broeksloot- ten noorden van het complex Welgelegen herinnert thans nog aan deze samenvoeging. Ter plaatse van het voormalige kasteel Huis te Blotinghe en het bijbehorende voorhof zijn nog ondermeer archeologische muurresten te vinden. Waarschijnlijk werd in 1790 de oorspronkelijke boerderij in opdracht van eigenaar Anthony Petrus van der Kun tot het huidige landhuis verbouwd, zodat delen van de oorspronkelijke boerderij bewaard zijn gebleven. Exterieur, interieur en indeling van het blokvormige huis zijn vanaf deze tijd tot op heden (1998) nauwelijks aan veranderingen onderhevig geweest. In de 19de eeuw veranderde Welgelegen diverse keren van eigenaar. In het derde kwart van deze eeuw was de aanleg rondom het huis Welgelegen gesierd met tientallen objecten als volières, faisanteriëen en tuinbeelden, waar thans niets meer van rest. In 1876 kocht koning Willem III het huis voor zijn maïtresse Mlle d'Ambroises en verkocht het goed in 1878. In 1891 kocht Bouke Jacob Kruyswijk de buitenplaats, deze is tot 1996 eigendom geweest van zijn nazaten. Omstreeks 1790, waarschijnlijk tijdens de verbouwing van de oorspronkelijke boerderij, werd de aanleg rondom het huis in landschapsstijl ingericht. Hiervoor zal van een 'officiële' aanleg geen sprake zijn geweest. Op de kadastrale kaart van 12 juli 1812 is de in hoofdlijnen nog bestaande structuur van de aanleg, waarin een kleine serpentinevijver en een grotere en grillig aangelegde slingervijver met twee ovaalvormige eilanden domineren, duidelijk herkenbaar. In 1961 werden in het noordwesten van de aanleg vier tennisbanen aangelegd. Thans liggen 21 tennisbanen binnen de aanleg. Door deze wijzigingen bezit de parkaanleg nog slechts geringe monumentale waarden en is ze voor de bescherming van ondergeschikt belang. Ten westen van het huis Welgelegen staat een oranjerie uit ca.1830. Deze uit Engeland afkomstige oranjerie verbindt de vroeg 18de-eeuwse dienstwoning annex de voormalige wagenschuur met Villa Elise (de voormalige tuinmanswoning en gastenverblijf). Villa Elise werd ca. 1870 gebouwd ter plaatse van een toen afgebroken vroeg 19de-eeuwse boerderij. Ten zuiden van de oranjerie staat een 19de-eeuwse fruitmuur. Tevens bevindt zich hier een 19de-eeuwse hoge koude bak. Twee 19de-eeuwse smeedijzeren hekken geven toegang tot het complex.

Het COMPLEX "WELGELEGEN" is van algemeen cultuur- en architectuurhistorisch belang vanwege het deels uit houten delen opgetrokken hoofdhuis uit het einde van de 18de eeuw met een in hoge mate onaangetast ex- en interieur; de voor Nederland typologisch zeldzame, uit Engeland afkomstige, gietijzeren oranjerie uit ca.1830 die Villa Elise en het koetshuis met elkaar verbindt, de ornamentele waarde van de complexonderdelen en de visuele band tussen de afzonderlijke complexonderdelen.