Complexgegevens

Complexnummer
520376

Omschrijving

Inleiding

Voormalige historische buitenplaats, met thans tot 13 appartementen verbouwde opstallen.

De aan de noordzijde van de Vecht, gelegen buitenplaats is ruim zeven hectare groot. De buitenplaats dateert in oorsprong uit de achttiende eeuw. De eerst bekende eigenaar was Jan Pieter Oostwaard, die tussen 1718 en 1735 een hofstede terplaatse in bezit had. In 1735 liet mr. Johan Brants naast deze hofstede een buitenhuis bouwen. De buitenplaats viel binnen het kavelpatroon van de achterliggende Aetsveldse Polder. De aanvankelijk formele aanleg werd in de eerste helft van de negentiende eeuw gedeeltelijk gewijzigd in een landschappelijke aanleg met slingerpaden en vijvers met afgeronde vormen.

In 1879 werd de buitenplaats, bestaande uit een park met witgepleisterd herenhuis, koetshuis en oranjerie verkocht aan Marinus Nicolaas de Pré gehuwd met Johanna Theunissen. Marinus Nicolaas de Pré was een vooraanstaand geldhandelaar uit Amsterdam. Toen hij in 1893 overleed, liet hij een indrukwekkend vermogen na aan zijn vrouw. Zij besloot in 1894 een nieuwe buitenplaats aan te laten leggen. Het ontwerp werd geleverd door de architect H.H. Hagedorn jr.. Op 25 maart 1895 werd door mevrouw De Pré-Theunissen de eerste steen gelegd. Op 20 maart 1897 vond de feestelijke inwijding van het hoofdgebouw plaats. Daarnaast werden een nieuw koetshuis, tuinmanswoning en een houten theekoepel in chaletstijl gebouwd. Het omringende park werd verder verlandschappelijkt en voorzien van diverse gebouwtjes als een volière, biljartzaal, kindervilla, speelkasteel en een aantal tuinkoepels, te weten een Chinese theekoepel, een gewone koepel en een koepel in de vorm van een Turkse tent. De serpentinevijver in de vorm van een zwaan werd met een zij-arm vergroot. Na het overlijden van mevrouw De Pré in 1899 werd Zwaanwijck bij testamentaire beschikking eigendom van de door haar in het leven geroepen 'De Pré Theunissen Stichting'. Het huis was bestemd voor de huisvesting van tenminste 15 ongehuwde dames of weduwen.

In de jaren zeventig van de twintigste eeuw werd de buitenplaats door een projectontwikkelaar verworven. Deze liet het hoofdgebouw, de tuinmanswoning en het koetshuis naar ontwerp van de architect M.P. Evelein verbouwen tot dertien appartementen. De omringende tuin werd onder leiding van tuinarchitect Mien Ruys, Hans Veldhoen, Arend Jan van der Horst b.v. gerenoveerd. Met uitzondering van de houten theekoepel in chaletstijl en een bruggetje achter de tuinmanswoning is de negentiende-eeuwse stoffering van het park verdwenen. De tuinmanswoning is aan de achterzijde vergroot met tegen de rechterzijgevel een vleugel onder een plat dak. De beide erkers zijn ook niet oorspronkelijk en zijn derhalve van ondergeschikt belang. Het toegangshek dateert mogelijk uit de achttiende eeuw, uit de periode van het oude Zwaanwijck. Een tweede, kleiner smeedijzeren hekwerk, dat meer noordelijk langs de Klompweg heeft gestaan is verdwenen.

In het park is een nieuw huis in overeenstemming met de bestaande bebouwing verrezen en een zwembad en tennisbaan aangelegd.

Omschrijving complex

De historische buitenplaats Zwaanwijck gelegen aan de Klompweg op de westelijke Vechtoever maakt deel uit van een reeks (voormalige) buitenplaatsen langs de Vecht. De buitenplaats omvat de volgende complexonderdelen:

1. park

2. woonhuis/villa

3. tuinmanswoning

4. koetshuis

5. theekoepel

6. toegangshek

Het complex omvat een nagenoeg rechthoekig terrein met een landschappelijk aangelegd park en een boomgaard aan de noordzijde. Aan de zuidoostzijde ligt tussen de Klompweg en de Vecht een smalle overtuin. Centraal in het park, aan de zijde van de Klompweg, is het hoofdgebouw gesitueerd met rechts daarvan, iets naar achteren, het koetshuis. Achter het hoofdgebouw staat de tuinmanswoning. In de zuidpunt van het park bevindt zich een houten theekoepel.

Waardering complex

Het complex is van algemeen belang vanwege de cultuur- en architectuurhistorische waarde als gaaf voorbeeld van een laatnegentiende-eeuwse buitenplaats aan de Vecht, gebouwd in opdracht van vermogende Amsterdamse burgers, met een villa in rijke neorenaissancestijl, bijbehorende tuinmanswoning in sobere neorenaissancestijl, en koetshuis en houten theekoepel in chaletstijl, alle gelegen in een landschappelijk aangelegd park, dat in dezelfde periode tot stand is gekomen. Voorts vanwege de ensemblewaarde als onderdeel van een reeks buitenplaatsen langs de Vecht.