Complexgegevens

Complexnummer
528156

Omschrijving

Omschrijving complex HISTORISCHE BUITENPLAATS Leeuwenburgh (Langbroekerdijk 39, Driebergen-Rijssenburg).

De in structuur en deels in detail gaaf bewaarde midden 17de-eeuwse historische buitenplaats Leeuwenburgh ligt in de gemeente Driebergen-Rijssenburg, ten westen van het dorp Langbroek aan de Langbroekerwetering. De buitenplaats is betrekkelijk jong vergeleken met de andere huizen en buitenplaatsen in deze omgeving; zo is een middeleeuwse voorganger van het huis niet bekend. Waarschijnlijk werd het huidige huis en het ten oosten ervan gelegen bouwhuis in 1657 gebouwd voor Gerard Zoudenbalch. Tien jaar later, in 1667, werd de boedel door Melchoir Toussain gekocht en is voor het eerst sprake van de naam Leeuwenburgh. In 1692 werd de buitenplaats uitgebreid met ernaast gelegen stukken grond. In 1728 werd Leeuwenburgh het bezit van de Utrechtse magistraat mr. Gideon Boudaan. In de eerste decennia van de 18de eeuw, dus kort voor of tijdens het bezit van Boudaan, was het huis omgracht en lag het huis temidden van onder meer een lanenstelsel. In 1748 verkocht Boudaan Leeuwenburgh aan Johannes Mattijs Swemmelaer, kanunnik van Sint Marie te Utrecht. Hij verwierf tevens de ambachtsheerlijkheid Hardenbroek, het aan de overzijde van de Langbroekerwetering gelegen huis Molensteyn en in 1779 liet hij ten oosten van dit huis de drie nog bestaande arbeiderswoningen bouwen. In 1784 gaf hij opdracht om ten oosten van Leeuwenburgh aan de Wetering een koetsierswoning te bouwen. In de periode 1808-1818 werd het park, binnen de nog bestaande hoofdstructuur van het formele park, verlandschappelijkt. In 1854 werd jhr. Pieter de Beaufort eigenaar van Leeuwenburgh. Hij breidde het huis Leeuwenburgh uit met een trappenhal en een aanbouw waardoor het huis zijn huidige uiterlijk verkreeg. Tevens werd de gracht aan de voorzijde van het huis gedempt en toen vermoedelijk vergraven tot de nog bestaande vijver met links van het huis het eilandje. Aan het begin van de Leeuwenburgerlaan werd een brug geslagen voor een nieuwe toegang tot de buitenplaats en werden de nog bestaande zichtassen op de duiventoren en de in vakwerk uitgevoerde achtergevel van de boerderij gecreëerd. In 1876 erfde jhr. Willem Hendrik de Beaufort de buitenplaats en liet bij de hoofdentree een statig hek bouwen. Vanaf zijn overlijden in 1900 tot heden is in de structuur van de buitenplaats Leeuwenburg weinig veranderd.

De omgrenzing van de historische buitenplaats is aangegeven op de bij de registeromschrijving bijbehorende kaart en wordt in onderdeel 2 van dit complex nader gespecificeerd.

De historische buitenplaats Leeuwenburgh is uit de volgende samenstellende onderdelen opgebouwd: 1. hoofdgebouw (huis Leeuwenburgh), zie voor omschrijving hierna; 2. historische tuin- en parkaanleg, idem; 3. bouwhuis, idem; 4. duiventoren, idem; 5. Molenstein, idem; 6. drie daggelderswoningen, idem; 7. toegangshek naast Molenstein, idem; 8. langhuisboerderij, idem; 9. schuur, idem; 10. brug met inrijhek, idem; 11. twee bakstenen pijlers, idem; 12. houten brug, idem; 13. stenen bank, idem; 14. moestuinmuur, idem; 15. poortje in moestuin, idem; 16. oranjerie, idem; 17. koude bak, idem; 18. houtschuur, idem; 19. portierswoning, idem; 20. inrijhek bij portierswoning, idem; 21. koetsierswoning, idem.

Waardering

De historische buitenplaats Leeuwenburgh is in cultuur-, architectuur- en tuinhistorisch opzicht van algemeen belang, vanwege:

- het uit 1658 daterende hoofdgebouw in classicistische stijl;

- de historische tuin- en parkaanleg in landschapsstijl die ingebed is binnen een laat 17de- en vroeg 18de-eeuwse formele hoofdstructuur en waarin zichtassen een belangrijke functie hebben;

- de visuele samenhang met het omringende landschap;

- het huis Molensteyn, dat als een folly en 'point de vue' binnen de tuin- en parkaanleg een bijzondere relatie heeft met het hoofdgebouw;

- de visuele samenhang tussen de complexonderdelen;

- de ornamentele waarde van de complexonderdelen.