Complexgegevens

Complexnummer
528874

Omschrijving

Omschrijving van het complex

De HISTORISCHE BUITENPLAATS ZYPENDAAL ligt ten noorden van Sonsbeek en ten oosten van Gulden Bodem in een beekdal van de stuwwal tussen en vertoont daardoor aanmerkelijke hoogteverschillen. Zypendaal wordt gekarakteriseerd door oude boomgroepen, open weiden, vergezichten en sprengen die uitmonden in vijverpartijen. Deze zetten zich voort als St. Jansbeek in het park van Sonsbeek. De naam Zypendaal of 'De Sijp' heeft de plaats waarschijnlijk te danken aan de talrijke bronnen in het lage gedeelte (sijpelen of siepelen is druppelen).

De in structuur en detail gaaf bewaard gebleven historische buitenplaats Zypendaal bestaat uit de volgende onderdelen: HOOFDGEBOUW (ZYPENDAAL) (1), HISTORISCHE TUIN- EN PARKAANLEG (2), KOETSHUIS (3), ORANJERIE (4), TUINHUIS of PAVILJOEN (5), CASA BIANCA (6), BOERDERIJ DE TEERPLAATS (7), TOEGANGSHEK (8) TUINBEELD (9) en WEIDEHEKKEN (10).

In de 17de en vooral de 18de eeuw worden aan de noordzijde van Arnhem diverse landgoederen ontwikkeld, gebruik makend van de reliëfrijke ondergrond en de aanwezigheid van sprengen. Zypendaal en Gulden Bodem maken daar deel van uit. Als landgoed wordt 'De Sijp' in 1644 voor het eerst genoemd toen Laurens Swaenendijk er eigenaar was. Hij verkocht in 1650 het bezit aan Abraham Tulleken en Gerhardina Everwijn, die een klein huis lieten bouwen. Het landgoed Zypendaal kwam in 1743 in handen van de Arnhemse stadssecretaris Mr. Hendrik Willem Brantsen en zijn vrouw Johanna Elisabeth de Vree. Zij lieten tussen 1762-1764 het bestaande huis afbreken en een nieuw blokvormig gebouw optrekken, naar alle waarschijnlijkheid onder leiding van stadstimmerman Hendrik Viervant. Een aantal jaren later kwamen er aan het voorplein een oranjerie en koetshuis bij. In het midden van de 18de eeuw lag het huis Zypendaal in een vierkante vijver. In de onmiddellijke omgeving bevonden zich tuinen en een moestuin, doorsneden met een regelmatig padenpatroon. Het zwaartepunt van de tuinaanleg lag terzijde van het huis in de lengterichting van het dal. Loodrecht op het dal loopt een as van het huis in westelijke richting naar een huis aan de overkant van de Zijpendaalseweg op het terrein dat Gulden Bodem heet. In oostelijke richting liep een laan met dubbele laanbeplanting tegen de helling van de Beek- of Bickersberg op. Verder weg, aan oost- en westzijde van het landgoed is een aarzelend begin van een landschappelijke aanleg met slingerende paden waarneembaar. Op een kaart van 1753 door W. Leenen dit alles weergegeven. In het begin van de 19de eeuw vond een modernisering naar een landschappelijk stadium plaats. De eerste fase in deze omvorming bestond uit werkzaamheden die door J.P. Posth werden uitgevoerd van 1802-1804. Naar zijn plannen werden de vijvers aan de noordzijde van het huis vergraven en met elkaar verbonden. De lijnen van het padenbeloop zijn vloeiender gemaakt. Bovendien realiseerde hij de gebogen oprijlanen aan noord- en zuidzijde en vergrootte hij de achterste vijver aan de zuidkant, grenzend aan Sonsbeek. De tweede langwerpige vijver is toen gegraven. Het grootste deel in landschapsstijl is echter aangelegd omstreeks 1863. Toen liet W.G. baron Brantsen naar ontwerp van C.E.A. Petzold de vroeg 19de-eeuwse aanleg veranderen. Hij wijzigde de padenloop, maakte de vorm van de onderste spiegelvijver vloeiender. Aan de westzijde van deze vijver, waar een zijdal in het hoofddal uitkomt, creëerde Petzold een romantische plek met een kunstmatige meanderende beek langs lichte en donkere plekken met kleine watervallen naar de vijvers ten noorden van de Parkweg. Ook kwamen grote gazons met wisselende omzoming tot stand. Een volgende grote verandering dagtekent van 1890 toen H.A.C. Poortman de spiegelvijvers en de aanleg voor het huis Zypendaal veranderde. Hij heeft de vijvers verbreed en een bloementuin aangelegd tussen koetshuis en oranjerie (gereconstrueerd in 1984 door mevrouw M.E. Canneman-Philipse). Bij een verbouwing van het huis in 1883-1884 naar plannen van bureau Cuypers is aan de voorzijde een vestibule en aan de achterzijde een toren toegevoegd. Daarin is een wapensteen met de naam Zypendaal en het jaartal 1651 opgenomen, afkomstig van de afgebroken voorganger. In het interieur is de aankleding gewijzigd. Bij een volgende uitbreiding een paar jaar later werd de uitbouw aan de achterkant gerealiseerd. In 1919 zijn de landgoederen Zypendaal en Gulden Bodem, die tot dan bij elkaar hoorden, gesplitst. Graaf en gravin Von der Goltz-Brantsen gingen in het Jachthuis op Gulden Bodem wonen, barones Brantsen-Bohlen bleef op Zypendaal. In 1925 werd het landgoed Zypendaal door J.C. Hartogs, directeur van de Enka, aangekocht en aan de gemeente Arnhem in bruikleen afgestaan. In 1930 kwam de gemeente Arnhem in bezit van Zypendaal. In 1975 kwamen huis Zypendaal en koetshuis door langdurige erfpacht in handen van de Stichting Vrienden der Geldersche Kasteelen. Na een in 1982 afgesloten restauratie werd Zypendaal het kantoor van de Stichting Het Geldersch Landschap en Vrienden der Geldersche Kasteelen. Een aantal representatieve ruimten op de bel-etage zijn ingericht als bewoond adellijk huis, waarbij gebruik gemaakt is van originele inventarisstukken uit de Brantsenlegaten. De oranjerie en het koetshuis zijn als kantoor ingericht.

Omgrenzing De omgrenzing van het historische buitenplaatsencomplex Zypendaal wordt aan de zuidzijde gevormd door de Parkweg, aan de westkant door een deel van de Kluizeweg die ombuigt in oostelijke richting in de Daam Fockemalaan, langs de sportcomplex; vervolgens noordwaarts langs de Wolflaan tot aan de Schelmseweg en vandaar af weer in zuidelijke richting langs de Zijpendaalseweg. De omgrenzing van het complex alsmede de situering van de complexonderdelen staan op de bij de bescherming horende kaart aangegeven.

Waardering van het complex

Het complex HISTORISCHE BUITENPLAATS ZYPENDAAL is van algemeen cultuur-, architectuur- tuinhistorisch en landschappelijk belang

- wegens de ouderdom

- als voorbeeld van een door stedelijke regenten gestichte buitenplaats

- als een van de buitenplaatsen ten noorden van Arnhem gelegen

- wegens de aanwezigheid van het midden 18de-eeuwse huis, waarschijnlijk naar ontwerp van Hendrik Viervant

- als gaaf voorbeeld van het incorporeren van een bestaande landschapsstructuur in het ontwerp van de buitenplaats - wegens de visuele samenhang tussen de gebouwen onderling en de omgeving.