Complexgegevens

Complexnummer
529075

Omschrijving

Omschrijving van het complex

In structuur en deels in detail gaaf bewaard gebleven HISTORISCHE BUITENPLAATS IJSSELVLIEDT, bestaande uit een HOOFDGEBOUW (1), HISTORISCHE TUIN- EN PARKAANLEG (2), TUINMANSWONING (3), KOETSHUIS (4), TUINMUUR (5), DUIVENTIL (6), BEGRAAFPLAATS (7), BOERDERIJ (8) en BOERDERIJ (9).

IJsselvliedt is gelegen in het Oldebroek of Hollanderbroek, een zogenaamde cope-ontginning, ontstaan in de loop van de 13de eeuw, toen kolonisten uit het Hollands/Utrechtse laagveengebied hier het langgerekte Oldebroek ontgonnen. De plaats ligt aan de rand op de overgang van het veen naar de zandige heuvelrand tussen de Broekdijk en de Wezepsestraat (thans Zuiderzeestraatweg). Kenmerkend voor een cope-ontginning is het systeem van langgerekte evenwijdige kavels. Deze verkaveling is typerend voor Oldebroek en is bepalend geweest voor de structuur van het park van de buitenplaats IJsselvliedt. Langs de Zuiderzeestraatweg die sedert 1830 is bestraat, lag al in het begin van de 19de eeuw een groot aantal buitenplaatsen. Van der Aa noemt: Schouwenburg, Zwaluwenburg, Den Ekelenburg, Vierhuizen, Tijd-en-Vlijt, Vollenhof, Olthorst, Broekeroord, Koldenhoven, IJsselvliet, de grondvesten van Puttenstein, Vogelenzang, IJsselstein en Molencate nabij de Triezelenberg.

Als eerste eigenaar van het landgoed IJsselvliedt wordt Johan Beeldsnijder Steenbergen (1675-1751) genoemd, burgemeester van Kampen en lid van de magistratuur tussen 1697 en 1748. Hij liet een huis bouwen en binnen de verkaveling een park aanleggen met waterpartijen, formele parterres en een sterrenbos (zie kaart van M.J. de Man circa 1805). Over het oude huis is, voor zover wij weten, niets bekend. Het huidige huis werd gebouwd in 1824 door Richard Andreas Ludolphi Nobel (1777-1839). Nobel woonde in Zwolle en gebruikte IJsselvliedt als zomerhuis. Hij had het landgoed IJsselvliedt met financiële hulp van zijn vrouw Arnoldina Johanna Gockinga gekocht en het oude huis laten afbreken. In de eerste helft van de 19de eeuw is de ouderwetse aanleg van het park op bescheiden wijze veranderd in een moderne landschappelijke compositie. De bestaande waterloop om het terrein achter het huis werd gedeeltelijk gedempt en gedeeltelijk vergraven en uitgebreid, zodat het hart van de buitenplaats door water was omringd. Ten noordwesten van dat deel bleef de oude aanleg met rechte lanen, een ronde kom met aanlopende beukenberceau en een sterrenbos binnen de verkaveling gehandhaafd. Op de TMK van 1858 is dit alles te zien. Niet lang daarna is het landschapspark in noordwestelijke richting uitgebreid, waarbij een deel van de waterloop is verlegd. Uit die tijd dateert tevens de aanleg van een wandelbos aan de westkant van de plaats dat Vinkennest heet, met open (weiland), gesloten stukken (ingeplant met bos) en waterpartijen, doorsneden met slingerpaden. Een kleine rondlopende wandeling ten zuiden van de IJsselvliedtlaan met tuinmanswoning kwam toen ook tot stand. Op de topografische kaart, verkend in 1865 en 1871, staan de landschappelijke veranderingen ingetekend.

Een volgende fase in de ontwikkeling van de buitenplaats vond plaats onder Johan Paul graaf van Limburg Stirum die in 1926 eigenaar van IJsselvliedt werd. Door tuinarchitect L.A. Springer had hij een nieuw ontwerp laten maken voor de directe omgeving van het huis, waarbij de landschappelijke aanleg grotendeels weer door een formele tuin werd vervangen. Deze is in structuur geheel aanwezig. Op het terrein direct achter het huis werd een stal afgebroken en in 1926 kwam daar een dienstgebouw. Dit valt buiten de bescherming. In het landschapspark aan de overkant van de weg schiep Van Limburg Stirum in de jaren veertig een arboretum en een pinetum. Het bestaande slingerende padenbeloop werd niet veranderd. In de jaren zeventig werd het huis in gebruik genomen als vakantiehuis van het Rode Kruis. Daartoe heeft een aantal aanpassingen en veranderingen aan in- en exterieur plaats gevonden.

Waardering van het complex

De HISTORISCHE BUITENPLAATS IJSSELVLIEDT is van architectuurhistorisch, cultuurhistorisch, tuinhistorisch en stedenbouwkundig belang:

- wegens de ouderdom;

- als voorbeeld van een historisch gegroeid complex met hoofd- en bijgebouwen in een tuin- en parkaanleg;

- wegens de aanwezigheid van een 18de-eeuwse lanenstructuur met sterrenbos die voor een deel nog aanwezig is, waar overheen een landschappelijke aanleg in het midden van de 19de eeuw tot stand is gekomen, die in 1926 gedeeltelijk door L.A. Springer weer is aangepast aan de toen heersende tuinopvattingen;

- wegens de bij een historische buitenplaats horende opstallen;

- als onderdeel van de reeks historische buitenplaatsen aan de Zuiderzeestraatweg tussen Elburg en Hattem;

- wegens de functionele en visuele samenhang tussen de verschillende componenten.